Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Cohen, Simon (1798)

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Zijn levensloop

Simon Cohen werd op 1 september 1801 gedoopt in 's-Heerenberg als zoon van Nathan Cohen en Hendrina Arons.

Hij trouwde op 9 november 1819 in 's-Heerenberg met de achttien jaar oudere Jetta Gompers, geboren rond 1783 in Ahaus, Pruisen, als dochter van David Gompers en Gara Azers. Zijn vrouw overleed op 26 april 1855 op 72-jarige leeftijd (in de overlijdensakte is haar vaders voornaam Godfried). Dit huwelijk is kinderloos gebleven.

Cohen hertrouwde op 6 augustus van datzelfde jaar in 's-Heerenberg met Sara David, geboren op 21 juni 1820 in Wesel, Pruisen, als dochter van Isaac David en Ricca Lehmann. Nu was zijn vrouw negentien jaar jonger dan hijzelf.

Zijn kinderen uit zijn tweede huwelijk waren:

  • Nathan, geboren op 1 mei 1856, overleden in Amsterdam op 24 maart 1880
  • Izaak, geboren op 31 augustus 1857, overleden in 's-Heerenberg op 21 maart 1942
  • Heintje, geboren op 21 augustus 1859, overleden in Nijmegen op 3 augustus 1935

Vanaf 1828 woonde hij in een huis in de Kellenstraat in 's-Heerenberg. Hij dreef daar samen met zijn eerste vrouw een winkel, maar na het huwelijk met Sara David was hij slager.

Cohen overleed op 7 februari 1872 op 71-jarige leeftijd in 's-Heerenberg. Zijn tweede vrouw overleed op 24 juli 1914, 94 jaar oud, in 's-Heerenberg en werd begraven op de joodse begraafplaats aldaar. Of Cohen zelf daar ook begraven werd, is niet bekend. Hij heeft er in elk geval geen grafsteen (meer).

Schutter bij de Gelderse Schutterij

Cohens inschrijving in het controleboek van zijn compagnie over 1831

Eind 1830 nam Cohen vrijwillig dienst bij de Gelderse Schutterij, nadat in augustus van dat jaar de Belgische Opstand was uitgebroken. In 1813, na de Franse tijd, had koning Willem I in alle provincies schutterijen laten heroprichten. Ze waren bedoeld voor plaatselijke ordehandhaving, maar tijdens de Belgische Opstand werden ze als mobiele schutterij aan het reguliere leger toegevoegd. Deze schutterijen moeten worden onderscheiden van de folkloristische schutterijen die nu nog in Bergh en elders bestaan.

Joden waren uitgesloten van dienst bij de schutterij, maar na klachten hierover mochten zij vanaf eind 1830 vrijwillig toetreden. Simon Cohen heeft dat gedaan. Blijkbaar was hij er voorstander van dat de zuidelijke provincies die nu België vormen, bij Nederland bleven.

Hij werd met de rang van schutter ingelijfd bij de 5e compagnie van het 3e bataljon van de 1e Afdeling Gelderse Schutterij. Per 3 januari 1831 werd hij met een groep andere schutters overgeplaatst naar de 2e compagnie. Hij had toen net zes dagen nieuwjaarsverlof, zodat hij zich op 6 januari bij zijn nieuwe eenheid meldde. Vanaf 25 maart had hij twaalf dagen verlof. Op 8 april meldde hij zich terug, waarna hij nog tot 1 juni heeft gediend. Op die dag werd hij afgevoerd uit de sterkte. Al met al is hij ongeveer een half jaar in dienst geweest.

Cohen heeft niet aan krijgshandelingen tegen de Belgen deelgenomen. Toen hij in januari 1831 van verlof terugkwam, lag zijn compagnie in Harderwijk. Op 26 januari ging de eenheid op mars naar Breda en kwam daar op de 30e aan. Op 26 mei volgde de afmars naar Wagenberg, een dorp ten noorden van Breda. Cohen zal daar nog zijn aangekomen, maar een paar dagen later heeft hij de dienst verlaten.

Bronnen