Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Buis, Abraham

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Abraham Buis werd op 13 september 1909 geboren in Den Haag als zoon van Johannes Cornelis Buis en Neeltje den Dulk. Hij was getrouwd met Wilhelmina Clasina Bal. Van beroep was hij chauffeur.

Buis werd opgepakt bij de grote razzia die op 21 november 1944 onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok plaatsvond in Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Zij vrouw heeft dit na de oorlog in een brief aan de Oorlogsgravenstichting bevestigd.

Bij Operatie Sneeuwvlok werden ongeveer 13.000 mannen opgepakt en samengedreven op een aantal verzamelplaatsen. De volgende dag werden 7.000 van hen in verschillende binnenhavens in rijnaken geladen en via Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en het IJsselmeer naar Kampen overgebracht.

De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Buis behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar Duitsland werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij Kamp Rees. Vandaar werd Buis begin februari 1945, samen met andere zieke en verzwakte dwangarbeiders, overgebracht naar het noodziekenhuis in het Patersklooster te 's-Heerenberg. Daar overleed hij op 19 februari 1945, 35 jaar oud.

In 1953 vroeg de Oorlogsgravenstichting in verband met het toekennen van de status van oorlogsslachtoffer het Gewestelijk Arbeidsbureau in Den Haag na te gaan of Buis gedwongen in Duitsland tewerkgesteld was. Volgens het Arbeidsbureau was Buis al op 29 april 1942 in opdracht van het Reichsverkehrsministerium naar Duitsland gestuurd. Dit is in tegenspraak met de mededeling van Buis' vrouw dat hij pas in november 1944 is opgepakt, en zal dan ook op een vergissing berusten.

Buis' overlijden is op 23 februari 1945 aangegeven in de gemeente Bergh en op 28 juli 1945 in de gemeente Den Haag (waartoe zijn woonplaats Scheveningen behoort). De aangifte in Bergh werd gedaan door Peter Wilhelmus Johannes van de Pas, een verpleger uit Eindhoven die in het noodziekenhuis werkte, waar hij vooral Piet van de Pas werd genoemd. Hij bevond zich aan de verkeerde kant van de frontlinie, want Eindhoven was al op 18 september 1944 bevrijd. Van de Pas heeft in totaal twaalf overlijdens aangegeven; naast dat van Buis ook dat van Boeljon, Van der Drift, Kamstra, Kleinleugenmors, Kurtz, Leenders, Reijnders, Van Solingen, Strijaards, Udo en Vermaat.

Buis werd op 21 februari begraven op het protestantse kerkhof in 's-Heerenberg. Op het graf werd een houten bord geplaatst, waarop behalve Buis' personalia ook vermeld stond dat hij een OT-man was. Zijn weduwe heeft in 1952 gevraagd dit bord te verwijderen, omdat zij de aanduiding storend vond en zij zich er niet van bewust was dat haar man OT-man was geweest.

In 1954 raakte het protestantse kerkhof vol, waarop de kerkvoogdij van de protestantse kerk de Oorlogsgravenstichting heeft voorgesteld de stoffelijke resten van de oorlogsslachtoffers over te brengen naar het Ereveld Loenen. De Oorlogsgravenstichting ging hiermee akkoord, waarna de nabestaanden hun toestemming gaven en burgemeester De Leeuw de vereiste vergunning tot opgraving verleende.

Zo kon Buis in 1955 worden herbegraven op het Ereveld Loenen. Hij rust daar nu in vak C, graf 17, tussen G.J. de Jongh en A.C. Grundmann.

Ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders uit de gemeente Den Haag werd daar op 1 november 1999 het monument 'Dwangarbeiders' onthuld. Het bevindt zich op het binnenplein van het Provinciehuis van Zuid-Holland, dat staat op de plek waar vroeger de Haagse dierentuin was. Die werd tijdens de razzia als een van de verzamelplaatsen gebruikt.

Uit de Residentiebode van 26 februari 1945
Uit De Graafschapbode van 27 februari 1945
Buis' overlijdensakte, opgemaakt op 28 juli 1945 in Den Haag.
Klik voor een vergroting
Buis' graf op het Ereveld Loenen
Foto Oorlogsgravenstichting

Bronnen