Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Halifax DK143: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Short Stirling)
k (kleine aanpassingen)
Regel 1: Regel 1:
 
In de nacht of vroege ochtend van 5 mei [[1943]] werd er in een boom in Zelhem een parachute ontdekt. Kort daarop werd er door de Duitsers in de omgeving een Engelse piloot gearresteerd. Die zelfde nacht zijn er in [[Doetinchem]] en Hummelo nog enkele vliegers gearresteerd.
 
In de nacht of vroege ochtend van 5 mei [[1943]] werd er in een boom in Zelhem een parachute ontdekt. Kort daarop werd er door de Duitsers in de omgeving een Engelse piloot gearresteerd. Die zelfde nacht zijn er in [[Doetinchem]] en Hummelo nog enkele vliegers gearresteerd.
  
Het ging hier om de bemanning van een Britse '''Halifax''' bommenwerper met serienummer '''DK143'''. Het toestel behoorde tot 76 Squadron en was op 4 mei om  22.06 opgestegen van de RAF-vliegbasis in Linton-on-Ouse voor een bombardementsvlucht op Dortmund (D). Boven de Achterhoek werd het neergeschoten door Hauptmann Wilhelm Dorman  van ''Nachtjagdgeschwader 1'', die twee maanden eerder een [[Short Stirling EF330|Short Stirling]] bommenwerper bij [[Beek]] had neergeschoten. Voor de bommenwerper om 1.55 neerstortte bij [[Kilder]], had de bemanning van acht man kans gezien zich per parachute het leven te redden. De piloot J.I.M. Bell en de boordwerktuigkundige, sergeant A. Forster, waren tot het laatst aan boord gebleven. De overige inzittenden waren al eerder afgesprongen. Dat waren de sergeants A.E. Bumstead, H.M. Farrington, H.J. Hamlyn, D.J. Marshall en B. Thompson, en het enige Canadese bemanningslid, ''flight sergeant'' D.B. Brown. Op de grond werden ze echter de een na de ander door de Duitsers ingerekend.
+
Het ging hier om de bemanning van een Britse '''Halifax''' bommenwerper met serienummer '''DK143'''. Het toestel behoorde tot 76 Squadron en was op 4 mei om  22.06 opgestegen van de RAF-vliegbasis Linton-on-Ouse in het Engelse graafschap Yorkshire voor een bombardementsvlucht op Dortmund (D). Boven de Achterhoek werd het neergeschoten door ''Hauptmann'' Wilhelm Dorman  van de 3e ''Gruppe'' van ''Nachtjagdgeschwader 1'', die twee maanden eerder een [[Short Stirling EF330|Short Stirling]] bommenwerper bij [[Beek]] had neergeschoten. Voor de bommenwerper om 1.55 neerstortte bij [[Kilder]], had de bemanning van acht man kans gezien zich per parachute het leven te redden. De piloot J.I.M. Bell en de boordwerktuigkundige, sergeant A. Forster, waren tot het laatst aan boord gebleven. De overige inzittenden waren al eerder afgesprongen. Dat waren de sergeants A.E. Bumstead, H.M. Farrington, H.J. Hamlyn, D.J. Marshall en B. Thompson, en het enige Canadese bemanningslid, ''flight sergeant'' D.B. Brown. Op de grond werden ze echter de een na de ander door de Duitsers ingerekend.
  
 
De Kilderse pastoor Van Weerdenburg schreef over dit vliegtuig:  
 
De Kilderse pastoor Van Weerdenburg schreef over dit vliegtuig:  

Versie van 21 dec 2007 om 08:12

In de nacht of vroege ochtend van 5 mei 1943 werd er in een boom in Zelhem een parachute ontdekt. Kort daarop werd er door de Duitsers in de omgeving een Engelse piloot gearresteerd. Die zelfde nacht zijn er in Doetinchem en Hummelo nog enkele vliegers gearresteerd.

Het ging hier om de bemanning van een Britse Halifax bommenwerper met serienummer DK143. Het toestel behoorde tot 76 Squadron en was op 4 mei om 22.06 opgestegen van de RAF-vliegbasis Linton-on-Ouse in het Engelse graafschap Yorkshire voor een bombardementsvlucht op Dortmund (D). Boven de Achterhoek werd het neergeschoten door Hauptmann Wilhelm Dorman van de 3e Gruppe van Nachtjagdgeschwader 1, die twee maanden eerder een Short Stirling bommenwerper bij Beek had neergeschoten. Voor de bommenwerper om 1.55 neerstortte bij Kilder, had de bemanning van acht man kans gezien zich per parachute het leven te redden. De piloot J.I.M. Bell en de boordwerktuigkundige, sergeant A. Forster, waren tot het laatst aan boord gebleven. De overige inzittenden waren al eerder afgesprongen. Dat waren de sergeants A.E. Bumstead, H.M. Farrington, H.J. Hamlyn, D.J. Marshall en B. Thompson, en het enige Canadese bemanningslid, flight sergeant D.B. Brown. Op de grond werden ze echter de een na de ander door de Duitsers ingerekend.

De Kilderse pastoor Van Weerdenburg schreef over dit vliegtuig:
"In de nacht van 4 op 5 mei 1943 is op het terrein van de weduwe Harmsen (Wehlse Broek) een viermotorige bommenwerper neergekomen. De bemanning heeft een veilig heenkomen gezocht."

De pastoor wist blijkbaar niet dat de bemanningsleden door de Duitsers krijgsgevangen waren genomen. Alleen sergeant Forster (28) wist tot 17 mei op vrije voeten te blijven. Met hulp van het verzet heeft hij tot Antwerpen kunnen komen. Dat avontuur is als volgt verlopen.

De enorme klap waarmee Halifax DK143 neerstortte, had de familie Aaldering, wonend aan de Wehlseweg in Dichteren, naar buiten gelokt om poolshoogte te nemen. Al gauw kwam er door de boomgaard iemand naar hun boerderij lopen. Hij liep met zijn handen omhoog en vroeg: "German?". Tot zijn grote opluchting was hij op Nederlands grondgebied. Aaldering heeft Forster aan het verzet overgedragen, dat hem na een paar dagen via Zevenaar kon laten doorreizen naar Antwerpen. Daar zou hij verder geholpen worden om naar Engeland terug te komen. Helaas ging er in Antwerpen iets mis, en Forster werd gearresteerd.

Toen de Duitsers Forster fouilleerden, vonden ze een plattegrondje waarop Dichteren met een kruis aangegeven stond. Dat leidde hun na een paar weken zoeken naar het huis van Aaldering. Hij en zijn zoons werden ervan beschuldigd een vijandelijke vlieger te hebben geholpen. Toen zij dit ontkenden werden er een paar rake klappen uitgedeeld, waarop een uitgebreide huiszoeking volgde. Gelukkig werd er niets gevonden. Daarop werd de hele familie onder druk gezet, maar niemand wist iets te vertellen. Vervolgens werd Forster zelf ten tonele gevoerd, die er behoorlijk toegetakeld uitzag, maar ook hij hield zich van de domme. De Duitsers konden niets anders doen dan onverrichter zake te vertrekken.

Ongeveer twee weken later kwamen de Duitsers terug. Twee mannen van de Sicherheitsdienst namen vader Aaldering en zijn beide zoons Theet en Geert mee naar het huis van bewaring in Arnhem. Daar werden ze verscheidene malen verhoord, maar ze bleven ontkennen ook maar iets van Forster af te weten. Na twee dagen werden ze vrijgelaten. Daarmee was voor hen de zaak gelukkig echt voorbij.

Bronnen:

Sjabloon:Onderwerp