Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kleefse Hout

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 31 aug 2019 om 11:33 (interne link)
Ga naar: navigatie, zoeken
De Kleefse Hout, twee keer aangeduid als Clevische Holz, op een ongedateerde kaart uit de eerste helft van de 19e eeuw. De namen staan ondersteboven, maar de kaart is zo afgebeeld dat de bovenkant het noorden is.
De Kleefse Hout is, net als het Sonderbosch (ten westen) en de Rijsberg (ten zuiden), donkergeel ingekleurd en vrijwel zonder onderverdeling in percelen (zoals in de "Bekermarkt"). Kaarsrecht van boven naar beneden loopt de Dassenboomse Allee. Bovenlangs het driehoekige bovenste deel loopt de "Weg von Kilder nach Elten" ofwel de Hoge Eltenseweg.
Klik op de kaart voor een vergroting.

De Kleefse Hout is een bosperceel in het noordelijk deel van het Bergherbos dat in 1460 ontstond toen de Beekermark in vieren werd gedeeld. De hertog van de Kleef werd eigenaar van twee delen, die samen de naam Kleefse Hout kregen. Het noordelijke, driehoekig deel sluit maar over een korte afstand aan op het zuidelijke deel, zodat het geheel qua vorm iets wegheeft van een zandloper. De resterende twee delen waren de Grote en de Kleine Beekermark. Zij kwamen in het collectief beheer van de geërfden (vrije boeren) van Beek.

In 1661 verpandde de hertog van Kleef de Kleefse Hout aan graaf Oswald III. In de 18e eeuw werd van zuid naar noord over de Rijsberg en later als verlengde door de Kleefse Hout de Dassenboomse Allee aangelegd. De naam Rijsberg duidde destijds niet de huidige heuvel aan, maar een hoogte net ten oosten daarvan. De kaarsrechte Dassenboomse Allee was aanvankelijk bedoeld voor jacht en recreatie, maar kreeg later een functie in het bosbeheer. Deze bosweg bestaat nog als zijweg van de Doetinchemseweg in Loerbeek en loopt door tot bijna aan de N335.

De splitsing van 1460 werd in 1860 ongedaan gemaakt, waarna het geheel administratief als Kleefse Hout te boek stond. In 1897 werden de Grote en Kleine Beekermark weer afgesplitst, en ging de Kleefse Hout (inclusief de Rijsberg) met het aangrenzende Zonderbos en nog een aantal percelen op in het bosdistrict Dassenboom.

Een groot deel van de Kleefse Hout werd eigendom van Huis Bergh toen Leopold van Hohenzollern, graaf van Bergh, op 9 september 1887 voor 42.000 gulden 201 hectare bos kocht van de erfgenamen van oud-administrateur Lodewijk van Nispen. De percelen lagen verspreid over de Kleefse Hout, de Beekermark en het Zeddammer bos. Tegelijkertijd werd ook de Hettenheuvel eigendom van Huis Bergh.

De Kleefse Hout is, net als het Sonderbosch en de Rijsberg, als grafelijk bezit minder intensief gebruikt voor houtproductie dan de Beekermark. De Beekermark was, net als ander collectief beheerd bos, in de eerste helft van de 19e eeuw verworden tot een heideveld met wat struikgewas. De natuur in de Kleefse Hout is (daardoor) gevarieerder dan in de herbeboste Beekermark.

Bronnen

  • Het Kleefse Hout, H.A. Ludwig, Old Ni-js nr. 33, blz. 103–107
  • Archief Huis Bergh, inventarisnummer 2908 (kaart)
  • Bospaden en bosplanten, R.A. Bijlsma et al., Alterra, Research Instituut voor de groene ruimte, Wageningen (2001), blz. 42–44
  • Bosgeschiedenis Rijn-Waal – Waldgeschichte Rhein-Waal, Martijn Boosten et al., Stichting Probos, Wageningen (2012), blz. 215–216, 224