Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Miller, George William

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
George William Miller (klein).jpg

Warrant Officer George William Miller (23) uit Prescott in de Canadese provincie Ontario was de staartschutter van de Short Stirling bommenwerper die op 12 maart 1943 neerstortte in Loerbeek

Miller werd op 1 september 1919 geboren als zoon van George Samuel en Bernice Maud Miller. Zijn hobby's waren vissen, jagen en basketbal. Ook was hij een fanatiek zwemmer. Zijn vader kon niet zwemmen en George heeft zijn vader een keer van de verdrinkingsdood gered.

Toen hij zijn studie had afgerond, werkte hij eerst zeven maanden op een schip en vervolgens een jaar als kantoorbediende. Op 20 maart 1941 meldde hij zich vrijwillig bij de Royal Canadian Airforce (RCAF), waar hij werd opgeleid tot Air Gunner, boordschutter. Op 1 maart 1942 reisde hij per schip, genaamd de Orion, naar Groot-Brittannië. Acht dagen later kwam hij aan in Greenock, Schotland. Daar stapte hij op de trein en arriveerde achttien uur later in Bournemouth in Zuid-Engeland. Daar begon hij aan het laatste deel van zijn training.

Bij een oefenvlucht op 13 juli 1942 stortte Millers toestel neer. Als door een wonder overleefde hij zwaargewond het ongeluk. Hoe, dat kon hij zich naderhand niet herinneren. Waarschijnlijk heeft een boom zijn val gebroken. Na zijn herstel begon hij in oktober 1942 aan een opfriscursus, waarna hij werd geplaatst bij 405 Squadron. Dit squadron vloog toen met Halifax bommenwerpers. Miller werd naar de vliegbasis Leeming gestuurd voor omscholing op de Lancaster bommenwerper. Aangezien er op dat moment geen Lancasters beschikbaar waren, werd hij opgeleid tot schutter op de Short Stirling. Hij bediende de vier mitrailleurs in de staart van de Stirling. Op 14 december 1942 werd hij officieel gelegerd in Lakenheath, de thuisbasis van 149 Squadron. Vanaf dit vliegveld vertrok hij op 12 maart 1943 met Short Stirling EF330 naar Essen.

Op de terugweg kwam de voltallige bemanning om het leven. Aanvankelijk kon alleen Miller geïdentificeerd worden, omdat hij de enige was op wie een herkenningsplaatje gevonden werd. Waarschijnlijk was zijn lichaam niet (of slechts gedeeltelijk) verbrand, wat onder andere is af te leiden uit het feit dat zijn geld nog geteld kon worden. Hij had 1750 (Franse of Belgische?) francs bij zich: tien briefjes van 100 en vijftien van 50. Wellicht was dat geld een voorzorgsmaatregel voor het geval het vliegtuig in bezet Frankrijk (of België) zou neerstorten

In 1947 kon ook de rugkoepelschutter Binning geïdentificeerd worden. Miller en Binning hebben zodoende elk een eigen graf op het kerkhof van Beek. De overige zes bemanningsleden hebben wel een grafsteen met daarop hun persoonsgegevens, maar liggen mogelijk onder een andere steen begraven.

Alle acht staan zij op de plaquette bij het Canadese kanon op de Bleek in 's-Heerenberg, die op 5 mei 2010 werd onthuld. Millers naam staat, net als die van Sellers, ook vermeld in het Second World War Book of Remembrance. Dit gedenkboek, met de namen van meer dan 44.000 Canadese militairen die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, ligt in de Peace Tower van het Canadese parlementsgebouw in Ottawa.

Miller nog als sergeant
Het graf van Miller op het kerkhof van Beek


Bronnen