Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Republic F-84 Thunderstreak

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

De toedracht

Deze Nederlandse Thunderstreak staat tegenwoordig als poortwachter bij de vliegbasis Gilze-Rijen
Het bericht in de Graafschapbode van 18 mei 1956 over de verongelukte Thunderstreak in Wijnbergen.
De piloten na terugkeer op de vliegbasis Volkel. Tweede van links vaandrig Van Lindert, wiens toestel bij Wijnbergen neerstortte. Uiterst links sergeant Van Heel; tweede van rechts de formatieleider luitenant Cosijn en daarnaast luitenant Kornaat. Foto: de Volkskrant

Op 18 mei 1956, ’s morgens rond half twaalf, stortte een Republic F-84 Thunderstreak van de Koninklijke Luchtmacht neer in een weiland van Hagelstein genaamd Centjesweide in Wijnbergen.

De Thunderstreak maakte deel uit van een formatie van vier toestellen, die een oefenvlucht maakten boven Oost-Nederland en het westen van de Bondsrepubliek. Ze waren nog maar enkele weken daarvoor in dienst genomen bij 312 Squadron op de vliegbasis Volkel. Op die 18e mei was er voor één uur brandstof meegenomen voor een oefening close formation vliegen, maar de piloten kwamen in een sterke straalstroom terecht, waardoor ze ongemerkt naar Noord-Duitsland werden gedreven. Toen ze op de terugweg door het wolkendek daalden, omdat ze dachten in de buurt van Volkel te zijn, zagen ze dat ze verdwaald waren.

De navigatie was in die tijd nog niet zo geavanceerd als nu, waardoor ze het effect van de straalstroom niet hadden opgemerkt. Bovendien waren ze nog te ver van hun thuisbasis om daar radiocontact mee te kunnen maken. Normaal gesproken zou in zo'n geval verbinding gemaakt worden met een ander vliegveld of radarstation in de buurt, maar juist in die tijd was Volkel als eerste met een nieuw systeem uitgerust. Hierdoor waren de radio's aan boord van de Thunderstreaks onbruikbaar vanuit de positie waar ze zich toen bevonden. Het gevolg was dat drie van de vier straaljagers door brandstofgebrek neerstortten.

Drie schietstoelen gebruikt

Vliegtuigen achteraan in een formatie verbruiken altijd meer brandstof dan de formatieleider, zodat het achterste toestel, met registratienummer P-202, als eerste moest afhaken. Het sloeg te pletter in de buurtschap Markvelde bij Diepenheim. De piloot, luitenant C. Kornaat, kon zich met zijn schietstoel redden en landde aan zijn parachute bij Haaksbergen. Hij werd door de notabelen van die plaats met koffie verwelkomd en daarna vanaf de vliegbasis Twenthe teruggevlogen naar Volkel. Bij aankomst waren zijn twee neergestortte collega's daar al per auto teruggebracht.

Dat waren vaandrig J.H. van Lindert en sergeant A. van Heel. Van Lindert had als tweede zijn schietstoel moeten gebruiken. Hij bevond zich toen boven de Slangenburg, waarna zijn Thunderstreak, de P-123, leeg over Doetinchem is gescheerd en in de Centjesweide in Wijnbergen neerstortte. Van Lindert zelf landde aan zijn parachute in de buurt van het verpleeghuis De Ooijman tussen Doetinchem en Gaanderen.

Volgens ooggetuigen heeft zich in dit toestel vlak voor het neerstorten een ontploffing voorgedaan. Hierdoor zou het brandend omlaag zijn gekomen, waarna er een tweede explosie volgde toen het de grond raakte. Hierbij spatte het geheel uit elkaar en sloeg een diep gat in het weiland. De brokstukken lagen in een cirkel van honderd meter verspreid, en een van de motoren had als een ploegschaar een diepe gleuf door het weiland getrokken. Ooggetuigen spraken van een formatie van drie straaljagers, wat juist is als men bedenkt dat het achterste toestel op dat moment al was neergestort.

De omgeving van het wrak werd meteen door de rijkspolitie afgezet. Hierbij zal opperwachtmeester Te Dorsthorst een leidende rol hebben gespeeld, aangezien Wijnbergen tot zijn gebied hoorde. Ook twee leden van de Koninklijke Marechaussee waren spoedig ter plaatse.

Sergeant A. van Heel moest bij Kleef springen, waarna zijn toestel, de P-113, bij Kranenburg neerkwam. Het toetsel verwoestte daar een groot deel van een boomgaard. Van Heel zelf kwam met zijn parachute aan de Nederlandse kant van de grens in Groesbeek terecht. De formatieleider, luitenant J. Cosijn, raakte ter hoogte van Mook eveneens door zijn brandstof heen, maar was toen al zo dicht bij zijn thuisbasis, dat hij zijn jager met een gewaagde glijvlucht nog net heelhuids aan de grond kon zetten.

Een blik op de kaart leert dat de drie Thunderstreaks in een rechte lijn naar de vliegbasis Volkel zijn neergstort.

Het neerstorten van drie straaljagers op één dag heeft alom de voorpagina's van de landelijke en regionale pers gehaald. De Volkskrant kopte de volgende morgen: Radio-contact verbroken – Formatie verdwaald – Drie straaljagers te pletter door brandstofgebrek – Waarde vijf miljoen – Vliegers gered. Er stond een foto bij van de piloten. Het dagblad Trouw berichtte zonder foto: Drie straaljagers neergestort – Piloten kwamen behouden neer. De kop in de Leeuwarder Courant was bijna hetzelfde: Drie straaljagers neergestort – Piloten werden gered.

In de regionale pers kwam de Graafschapbode nog dezelfde avond met bovenstaand Laatste nieuws. Als avondblad had het nog niet door dat er nóg twee straaljagers waren neergestort. De volgende dag had de Gelderlander wel het volledige verhaal onder de kop Drie straaljagers neergestort: piloten gered. Twee foto's illustreerden het artikel: een van Van Lindert na zijn landing en een aanblik van de Centjesweide vol brokstukken.

Het is een klein wonder dat er bij het verongelukken van deze drie straaljagers geen slachtoffers zijn gevallen, niet onder de piloten en niet op de grond. Ook de aangerichte schade is beperkt gebleven.

De Centjesweide is naderhand als bouwland in gebruikt geweest. Bij het ploegen werden nog jarenlang scherven gevonden. Aan de kleur van de grond was te zien waar het vliegtuig was neergestort, omdat het gat met een andere grondsoort was opgevuld.

De Republic F-84 Thunderstreak

De Republic F-84 Thunderstreak, kortweg Thunderstreak of Streak genaamd, was een jachtbommenwerper van Amerikaanse makelij die van 1955 tot 1970 in gebruik was bij de Koninklijke Luchtmacht. 311 Squadron op de vliegbasis Volkel nam in december 1955 de eerste toestellen in gebruik, gevolgd door 312 Squadron in april 1956. Daarna volgden 313, 314, 315 en 316 Squadron. De drie laatstgenoemde squadrons waren gestationeerd op de vliegbasis Eindhoven, de andere drie op Volkel.

De Thunderstreak was geen makkelijk toestel, en er zijn met name in het begin veel ongelukken mee gebeurd. In totaal hebben er 180 Streaks bij de Koninklijke Luchtmacht gevlogen. Daarvan zijn er, totdat in december 1970 het laatste exemplaar door 314 Squadron werd afgedankt, 75 verloren gegaan, ofwel 42%. Daarbij zijn dertig piloten om het leven gekomen, waaronder drie Belgen die in Nederland een vliegopleiding volgden.

De locatie nu

De Thunderstreak stortte neer op ongeveer de plek waar nu de bocht in de Innovatieweg ligt, vlak bij de op- en afritten van de A18 van/naar Doetinchem-West en Zeddam.

<googlemap version="0.9" lat="51.943418" lon="6.275425" zoom="15"></googlemap>

Bronnen