Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Revius, Jacobus

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 30 jun 2016 om 15:04 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'right|250px '''Jacobus Revius''' was van januari tot november 1613 predikant in Zeddam. Hij werd in nove…')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Jacob Revius (1586-1658).jpg

Jacobus Revius was van januari tot november 1613 predikant in Zeddam.

Hij werd in november 1586 geboren in Deventer als zoon van Ricardus Revius en Cornelia Heynck. Na zijn studie theologie in Leiden was Zeddam een van zijn eerste standplaatsen. Hij was er de opvolger van Johannes Lucae. Na zijn korte verblijf aldaar werd hij predikant van de gecombineerde gemeenten Aalten en Winterswijk. Hij werd opgevolgd door Henricus Brinckmannus.

Op 7 januari 1642 werd hij hoogleraar in Leiden, waar hij op 15 november 1658 overleed.

In Zeddam is de Jacobus Reviusstraat naar hem genoemd. De toelichting die archivaris 'meester' Kremer gaf bij zijn voorstel de straat zo te noemen was als volgt:

"Jacob Revius is geboren in 1586 te Deventer; bracht zijn kinder- en jongelingsjaren te Amsterdam door, studeerde te Leiden, reisde door Frankrijk, werd achtereenvolgens benoemd tot predikant te Zeddam, Winterswijk-Aalten en Deventer. Daarna was hij regent van het Statencollege, dat te Leiden belast was met de opleiding der aanstaande predikanten en overleed in 1658 te Leiden. Hij schreef o.a. "Over-IJsselsche Sangen en Dichten". Slechts weinige gedichten liet hij na, maar daaronder enkele die altijd zullen blijven leven, zo o.a. Zondeschuld (" 't Zijn de Joden niet, Heer Jezus, die u kruisten") en Kindermoord ("Doe de gekroonde wolf de schaepkens nieuw geboren..."). Professor Prinsen (Handboek tot de Geschiedenis der Nederl. Letterkunde) noemt hem een pygmee naast de reus Vondel, maar hem verwant in tere aandoenlijkheid, natuurlijk gevoel, innige vroomheid, zuiverheid van klank, ritme en verbeelding. Professor Kalff (Geschiedenis der Nederl. Letterk.) zegt: "Telkens zien wij de gereformeerdheid des dichters door zijn poëzie heenschemeren; zijn afkeer van Rome en Paus verbergt hij geenszins. Soms vinden wij sonnetten zo mooi, dat zij alleen door die van Hooft en Vondel worden overtroffen"."

Bronnen