Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Stadsbrand 1868

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

De brand en zijn directe gevolgen

In de middag van 25 juli 1868 werd het centrum van 's-Heerenberg door een grote brand getroffen. Het vuur ontstond in de Kellenstraat en kon zich door het droge zomerweer en de oostenwind over een groot aantal panden uitbreiden. De brandweer van 's-Heerenberg, Zeddam en Emmerik, geholpen door vele burgers, had de vuurzee tegen negen uur 's avonds onder controle.

Door de oostenwind vatte het dak van de Baustetterkerk, die in de binnentuin tussen de Marktstraat en Achter 't Waterschap stond, ook vlam, maar twee bouwvakkers slaagden erin dit vuur te doven. Zij hebben voor hun doortastend optreden een onderscheiding gekregen, samen met drie andere burgers die zich bij het blussen bijzonder nuttig hadden gemaakt. Meer hierover volgt verderop op pagina.

Tussen de Kellenstraat en de Markstraat gingen 22 huizen en twee schuren verloren, waardoor veertig gezinnen dakloos werden. De meeste van hen behoorden tot het armste volksdeel. De brand zelf heeft voor zover bekend geen slachtoffers geëist, maar de jongste dochter van burgemeerster Van Hugenpoth tot Aerdt, de negen maanden oude Elisabeth, is als gevolg van de paniek op 30 juli overleden. Het gezin had uit voorzorg zijn huis aan de Marktstraat moeten ontvluchten.

De nasleep

De advertentie die na de brand in diverse dagbladen te lezen was. Hier de versie in de NRC van 29 juli 1868.

Om de slachtoffers van de brand te helpen en de schade te herstellen, sloegen de wereldlijke en geestelijke leiders van 's-Heerenberg de handen ineen. Zij plaatsten in meerdere dagbladen een advertentie waarin om geldelijke bijdragen werd gevraagd. De pastoor en de dominee toonden hierbij een vroege vorm van oecumenische samenwerking.

In september verschenen er in de pers lijsten van ontvangen bijdragen. De meeste bedroegen enkele of meerdere tientallen guldens, maar de donatie van de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen torende boven alles uit. Hij gaf duizend gulden. Er waren ook giften in natura, zoals een kist met linnen en lijfstoebehooren geschonken door een Zutphense douairière en nog een dame.

Heel even heeft administrateur Joseph Grimm (en wellicht ook pastoor Nales en anderen) gezinspeeld met het idee de opengevallen plek te laten aanwijzen als locatie voor de nieuwe kerk. Dat is niet doorgegaan, en het zou sowieso nog bijna dertig jaar duren voor de nieuwe kerk er was.

Ook 1667 en 1846 werd 's-Heerenberg getroffen door een stadsbrand.

Berichten in de pers

De landelijke pers schreef uitgebreid over de brand. Hieronder volgt de rapportage in het Algemeen Handelsblad van 29 juli 1868.


Brand sHb 1868 29-7-1868 AH a.jpg Brand sHb 1868 29-7-1868 AH b.jpg


In de weken daarna verschenen er aanvullende berichten.

Bericht in De Noordbrabanter van 2 augustus 1868
Bericht in het Algemeen Handelsblad van 3 augustus 1868
Bericht in het Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage van 25 augustus...
... en van 10 september 1868

Onderscheiden brandbestrijders

Zoals het laatste krantenknipsel hierboven vertelt, ontvingen op 6 september enkele burgers op het gemeentehuis een onderscheiding voor de wijze waarop zij aan de brandbestrijding hadden deelgenomen. Wie waren J. Heijman en B. Weijers, Th. Burgemeester en de gebroeders J.W. en J.H. Straatman? De eerste twee kregen een koninklijke medaille, maar het is niet duidelijk welke, want de Orde van Oranje-Nassau bestond toen nog niet. De medaille die de overige drie kregen, was waarschijnlijk geen koninklijke.

Johannes Heijmann (sic) (1835-1872), zoon van Philipp Gottfried Heijmann en Anna Maria Grootveld, was metselaar in 's-Heerenberg. Daar trouwde hij op 29 april 1863 met Gerrarda Johanna Braam uit Millingen. Hij overleed vier jaar na de brand op 5 december 1872, nog maar 37 jaar oud. Opvallend is dat op 28 juli 1868, drie dagen na de brand, Gerrarda Cornelia, zijn negen weken oude dochtertje, overleed. Zou zij, net als het dochtertje van de burgemeester, aan (indirecte) gevolgen van de brand zijn gestorven?

Bartholomeus Weijers, geboren in 1819 als zoon van Joannes Weijers en Bernarda Harmsen, woonde als timmerman in Zeddam. Hij trouwde op 9 oktober 1872 onder wettiging van een kind met Grada Hof(f)s, in 1806 geboren in Duiven. Blijkbaar woonden zij toen al vele jaren ongehuwd samen, want ze hadden sinds 1839 minstens zeven kinderen gekregen, van wie in 1872 alleen de jongste nog minderjarig was. Grada Hof(f)s overleed op 11 juni 1877, waarna Bartholomeus op 2 juli 1878 hertrouwde met Geertruid Kolenbrander uit Gendringen. Hij was toen 59 jaar, en zijn bruid 45 jaar. Hij overleed op 5 april 1897 in Zeddam, 78 jaar oud.

Overigens kan ook Bartholomeus' oudste zoon degene zijn die de medaille gekregen heeft. Hij heette eveneens Bartholomeus en werd geboren op 16 juli 1839. Hij was ten tijde van de brand dus 29 jaar, terwijl zijn vader toen 49 was. Qua leeftijd kunnen ze het dus allebei geweest zijn. Over de zoon zijn geen nadere gegevens gevonden.

Theodorus Burgemeester werd geboren op 6 juli 1841 als zoon van Gradus Burgemeester en Catharina van Haag. Verdere gegevens over hem zijn niet gevonden.

Johannes Hendrikus (1844-1902) en Jan Willem Straatman (1848-1907) waren zoons van Hendrik Straatman en Willemina Schnitzler.
Johannes Hendrikus was (net als zijn vader) jachtopziener toen hij in 1880 in 's-Heerenberg trouwde met Henriëtta Geertruida Renting uit Gendringen. Later was hij rijksveldwachter. Hij overleed in 1902 op 57-jarige leeftijd in 's-Heerenberg.
Jan Willem was ambtenaar toen hij in 1884 in Geldermalsen trouwde met Cornelia Christina van der Burg uit Deil. Hij overleed in 1907 op 58-jarige leeftijd in Geldermalsen.


Schenkingen

Ontvangen voor de slachtoffers bij de brand in 's-Heerenberg.

Nieuwe AmsterdamseCourant No 11436 donderdag 3 sept. 1868.

Schenkingen brand 1868.JPG


Bronnen