Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wichman IV van Hamaland

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 24 dec 2018 om 13:43 (Stichter van het Stift Elten: interne link)
Ga naar: navigatie, zoeken
Een boterwikkel van de Gendringense zuivelfabriek Hameland met een ridder die vermoedelijk graaf Wichman IV voorstelt. Het kasteel op de achtergrond is een fantasievoorstelling, want zijn burchten in Hoog-Elten en Montferland stonden op een heuvel. Rechtsboven zijn de twee zijden afgebeeld van een munt die zijn dochter Adela heeft laten slaan. De linker afbeelding is ondersteboven afgedrukt, want Gods zegenende hand moet naar beneden wijzen.

Stichter van het Stift Elten

Wichman IV van Hamaland was een zoon van Meginhard IV van Hamaland. Hij was graaf van Hamaland, de Veluwe en Naardingerland (nu het Gooi geheten). Hij trouwde tussen 947 en 950 met Liutgard van Vlaanderen, dochter van Arnulf de Grote, graaf van Vlaanderen, en Aleidis van Vermandois.

Uit dit huwelijk zijn drie kinderen bekend:

Volgens een aantal bronnen was Wichman tevens bruggraaf van Gent. Dit zal Gent in Vlaanderen zijn geweest, maar Gendt bij Nijmegen wordt ook genoemd. Mogelijk ging het slechts om een titel. Er moet echter wel meer dan een losse band met de graaf van Vlaanderen en zijn familie zijn geweest, want Wichmans schoonzuster Hildegard van Vlaanderen was getrouwd met de West-Friese graaf Dirk II, die een zoon was van Wichmans zuster Gerberga.

Zijn vrouw Liutgard overleed al in 961 in Gent. Waarschijnlijk is Wichman toen met zijn kinderen teruggekeerd naar Hamaland, waarna op 1 augustus 965 of 966 ook zijn zoon Wichman overleed. Hij werd begraven in Wichmans burcht op de Eltenberg.

Zo had Wichman geen opvolger, en hij is om onbekende redenen ook nooit hertrouwd. Deze toestand was er mede de aanleiding toe dat hij in 967 het Stift Elten stichtte. Voor dit doel liet hij zijn burcht op de Eltenberg ombouwen en schonk twee derde van zijn goederen aan het Stift. Zijn jongste dochter Liutgard benoemde hij tot de eerste abdis. Keizer Otto I bevestigde de in een oorkonde van 29 juni 968. Hierin bevestigde hij ook de schenking van Urk en (delen van) Salland, Naardingerland en Hamaland. In een akte van 3 augustus 970 bevestigde hij nog zeventien kleinere schenkingen, onder meer van Voorthuizen.

Wichmans oudste dochter Adela was het er niet mee eens dat zij slechts een derde van de erfenis kreeg. Dit heeft tot een langdurig conflict geleid, zoals op haar pagina te lezen is.

Begraven in Hoog-Elten

In 974 trok Wichman zich terug in het klooster van Sint-Vitus in Mönchengladbach, waar hij uiterlijk in 983 overleed. Hij werd in het stift op de Eltenberg (her)begraven.

In het Necrologium van Elten staat zijn overlijden ingeschreven op XII Kal Jul. (20 juni), zonder vermelding van een jaar. Aangezien hij in Mönchengladbach is overleden, zal hier niet zijn overlijden, maar zijn (her)begrafenis bedoeld zijn. In plaats van het eerste woord obiit (overleed) moet dan gelezen worden sepultus est (is begraven).

Hij werd naast zijn zoon begraven en later is ook het stoffelijk overschot van zijn vrouw vanuit Gent naar Hoog-Elten overgebracht. Het graf van zijn vrouw is bij opgravingen in 19641965 teruggevonden, maar zijn eigen graf en dat van zijn zoon zijn door bouwactiviteiten verloren gegaan.  

De inschrijving in het Nercologium geeft ruime aanwijzingen hoe hij jaarlijks herdacht moest worden:

obiit Wichmannus Comes fundator huius Ecclesie altinensis. Abba que tunc preest debet offerre illa die si fuerit dies carnium sacerdoti summam missam celebranti j quartam vini, unam assaturam de grosso et panes iiii denariorum. Si aut[em] non fuerit dies carnium offeretur pisces de uno grosso. Capitulum j btk. Et Thesauraria ponet ix cand[elas] vigiliales et iv magnas candelas et paruam longam candelam ad sepulchrum in quolibet latere sepulchri. Eodem die quando mem[oria] eiusd[em] Comitis peragitur omnes Domicelle tam scolares quam non scolares presentes debent ad summam missam bis offerre. Duo eciam presbyteri ad eandem missam debent seruire more solito.
overleed Graaf Wichman, stichter van deze Eltense kerk. Als het geen onthoudingsdag is, geeft de abdis de priester die in de hoogmis voorgaat een kwart wijn, vlees ter waarde van 1 groot en brood ter waarde van 4 denariën. Op onthoudingsdagen geeft zij vis ter waarde van 1 groot. Het kapittel geeft 1 butken. De thesauraria plaatst negen gedenkkaarsen en vier grote kaarsen en aan weerzijden van het graf een kleine, lange kaars. Op de dag wanneer deze graaf herdacht wordt moeten alle bewoners zowel "schoelerschen" als "niet schoelerschen" de hoogmis twee keer bijwonen. Twee priesters lezen zoals gewoonlijk deze missen.

De groot (klik hier voor een voorbeeld), de denarie en het butken (botje) zijn oude muntsoorten. In het Stift konden de adellijke dames tussen de status van stiftdame of van schoelersche kiezen. De schoelersche (scolaris) ging minder verplichtingen aan en kon het Stift eerder weer verlaten.

De walburcht in Appel

Meer dan duizend jaar nadat Wichman IV leefde, werden in 2006 in de buurtschap Appel bij Nijkerk de restanten ontdekt van een walburcht van 100x90 meter die waarschijnlijk aan hem heeft behoord. De plek ligt op de Veluwe, waar hij eveneens graaf was, maar in Appel heeft hij waarschijnlijk nooit zelf gewoond. De walburcht bestond uit een aarden wal omringd door een gracht. Opgravingen wijzen op ijzerbewerking, iets waaraan de adel destijds macht ontleende. Het ijzererts werd in de omgeving gewonnen en de walburcht bood bescherming aan de smeden die het verwerkten. Bij de verdeling van Wichmans goederen tussen zijn dochters, kreeg Liutgard Appel (genoemd als Appeltervika), dat vervolgens toeviel aan het stift Elten.

Straten

De Graaf Wichmanstraat in Putten en de Graf-Wichmann-Allee in Hoog-Elten zijn naar hem genoemd.

Bronnen