Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Bellefroid, Robert Antonius Arnold de

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 25 jun 2017 om 12:47 (Aanvulling Zamoyski)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
De inschrijving van De Bellefroid op 21 februari 1792 in het doopboek van de Sint Martinuskerk in Wijnbergen.
Op de eerste bladzijde van het doopboek heeft pastoor Huybers, enigszins verwarrend, geschreven Liber Baptismalis parochiae Doetinghemiensis (doopboek van de parochie Doetinchem).
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Robert Antonius Arnold de Bellefroid werd op 21 februari 1792 gedoopt in de Sint Martinuskerk in Wijnbergen als zoon van Philip Jacob de Bellefroid en Isabella Elisabeth Joanna van Westerholt. Het doopboek vermeldt ook de geboorteplaats van de dopeling: Dutekom. Hoewel niet in Bergh geboren, is hij wel de enige van het gezin De Bellefroid die in Bergh is gedoopt.

In Bergse dienst

De Bellefroid was officier in het leger van het Groothertogdom Berg (niet te verwarren met het graafschap Bergh). Napoleon had deze Franse vazalstaat in 1806 gesticht door samenvoeging van het deel van het hertogdom Kleef dat op de rechter Rijnoever lag met het aangrenzende hertogdom Berg. De Bellefroid woonde toen – naar alle waarschijnlijkheid – in Wehl, dat als Kleefse enclave tot 1808 deel heeft uitgemaakt van dit nieuwe groothertogdom. In laatstgenoemd jaar werden de Kleefse enclaves overgeheveld naar het Koninkrijk Holland.

In 1810 heeft De Bellefroid, hoewel Wehl toen niet meer bij het Groothertogdom Berg hoorde, dienstgenomen in het Bergse leger. Hiervan hebben in 1812 vier infanterieregimenten (en ook andere eenheden) deelgenomen aan Napoleons veldtocht naar Rusland. Zij maakten deel uit van de 26e Divisie van het IX Legerkorps onder maarschalk Claude Victor-Perrin, hertog van Belluno (kortweg bekend als maarschalk Victor). De Bellefroid was in 1812 luitenant bij het 4e Regiment Infanterie van Berg.

De Veldtocht naar Rusland

In april 1812 was de 26e Divisie gelegerd in Stralsund aan de Oostzee en werd vanaf augustus verder oostelijk in Koningsbergen in reserve gehouden (de hoofdmacht van de Grande Armée was al op 23 juni de Russische grens overgetrokken). Op 3 september kreeg het IX Legerkorps bevel op te trekken om de weg Vilnius–Smolensk veilig te stellen, waarna op 10 oktober in de buurt van Witebsk het eerste treffen met Russische troepen plaatsvond. Na meer gevechten vormde het IX Legerkorps vanaf 24 november de achterhoede die de terugtocht van de Grande Armée moest dekken.

Het belangrijkste wapenfeit kwam toen de voorhoede van het terugtrekkende leger op 21 november de Berezina bereikte. Er waren geen bruggen, zodat veelal Nederlandse pontonniers in het ijskoude water hebben gestaan om twee bruggen te bouwen. Het IX Legerkorps kwam op 27 november aan en heeft een verdedigingslinie om de oversteekplaats gevormd, zodat de rest van het leger – inclusief Napoleon zelf – kon wegkomen. Eén divisie van het IX Legerkorps (niet die van De Bellefroid) had onderwijl de opdracht de Russen via een afleidingsmanoeuvre de verkeerde kant op te sturen, wat aanvankelijk lukte. Mede hierdoor is het de Grande Armée gelukt de Berezina over te steken. De verliezen waren echter hoog; ook de commandant van De Bellefroids regiment sneuvelde aan de Berezina. Op 29 november werd bevel gegeven de bruggen te vernietigen.

De Bellefroid heeft de Slag aan de Berezina overleefd, en bereikte begin december in een rijtuig Wilna (nu Vilnius, Litouwen). Zijn handen en voeten waren bevroren als gevolg van de extreme vorst van meer dan dertig graden onder nul. In Vilnius (en in Minsk) wilde Napoleon zijn leger hergroeperen. Hij had er grote voorraden voedsel en uitrustingsstukken laten aanleggen, zodat zijn troepen er weer op adem konden komen. Door de extreme kou en de oprukkende Russen is dit niet gelukt – de Grande Armée zette zijn terugtocht vrijwel meteen voort, met achterlating van een groot aantal gewonden en zieken. Waarschijnlijk is ook De Bellefroid op deze manier in Vilnius achtergebleven, misschien in een van de vele kloosters die als hospitaal waren ingericht of anders ondergebracht bij burgers. Toen de Russen kort na de Franse aftocht de stad bezetten, hebben zijn vreselijk huisgehouden onder hun gewonde en zieke tegenstanders. Zij werden gedood, of anders vroren ze wel dood.

Hoe het nieuws Zeddam bereikte

Het bericht dat De Bellefroid met bevroren handen en voeten in een rijtuig in Vilnius was aangekomen, hebben zijn ouders van een van hun andere zoons gehoord. Deze was ook in Vilnius geweest, waar een kapitein van De Bellefroids compagnie hem dit had verteld. Hij had echter geen gelegenheid gehad zijn broer te bezoeken, maar overleefde de Veldtocht en kon zo het nieuws in Zeddam vertellen. Dat de ontmoeting heeft plaatsgevonden is te lezen in een brief die zijn vader eind 1814 aan de gouverneur van Gelderland heeft geschreven.

Deze brief hoorde bij een lijst van twaalf vermiste Zeddamse soldaten die zijn vader eind 1814 heeft opgesteld in zijn functie van maire van de mairie Zeddam. Deze lijst bevatte de gegevens over twaalf Zeddamse militairen die niet waren teruggekeerd uit Rusland. Nummer 1 op de lijst is De Bellefroid. In het overzicht van Bergenaren in Napoleons Grande Armée zijn de twaalf gemerkt met een Z.

In een eerste, met de hand opgemaakte versie van de lijst schreef zijn vader:

  • Heeft de retraite uit Rusland bij het 9de Armée Corps onder de Marrechal Victor hertog van Bellune tot Wilna bijgewoond, alwaar aangekomen in de eerste dagen van December 1812 met handen en voeten bevroren.

Op een latere, voorgedrukte lijst vulde hij de volgende kolommen aldus in:

  • Plaats vanwaar het laatste berigt van hun is ingekomen: Wilna
  • Dagteekening van het laatste berigt: In 't Begin van December 1812
  • Reseignementen of ophelderingen, uit berigten gebleken: Is in gezegde Stad met bevroren Handen en Voeten in een Rijtuig aangekomen.
  • OPMERKINGEN: Is bij 't 9de Corps d'armée onder de Marchal Victor gewees.

Drie broers van De Bellefroid hebben ook aan de Veldtocht naar Rusland deelgenomen. Alle drie hebben zij overleefd. Jacques Philippe en Joannes Baptista Robertus dienden in het leger van het Koninkrijk Holland, dat in 1810 werd ingelijfd bij het Franse leger. Joannes Baptista Burchardus diende in het leger van het Koninkrijk Westfalen. Dit was, net als het Koninkrijk Holland, een Franse vazalstaat met een broer van Napoleon als koning (in dit geval Jérôme), maar is blijven bestaan tot de val van Napoleon in 1813. Het is niet bekend wie van deze drie broers een ontmoeting in Wilna heeft gehad met de kapitein van de compagnie van hun broer Robert.

Bronnen

  • Archieven.nl
  • Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers, archieftoegang 0160: Stadbestuur Bergh, 1571–1820. Inventarisnummer 876: Stukken betreffende inwoners van Zeddam, die bij de tocht naar Rusland zijn vermist, 1814
  • Adam Zamoyski, 1812, Napoleon's Fatal March on Moscow, Harper Perrenial, Londen (2004), blz. 458–480, 515, 528–529
  • Old Ni-js nr. 37, blz. 9-10: Soldaten van Napoleon
  • Heerlijck Ni-js nr. 51 (Oudheidkundige Vereniging Wehl), blz. 30-36: Militairen De Bellefroid Schitterende carrrières
  • Bergische Truppen 1812