Berentsen, Gerhardus

In deze inschrijving van Berentsen in het bevolkingsregister van de gemeente Bergh is zijn achternaam gewijzigd van Berendsen in Berentsen. De vrouw van zijn vader is zijn stiefmoeder. Zijn moeder was in 1882 overleden, waarna zijn vader in 1883 hertrouwde.

Uit de Haagsche Courant van 22 maart 1894

Gerhardus Berentsen was een KNIL-militair. Hij werd op 15 januari 1870 geboren in de gemeente Bergh als zoon van Gradus Berendsen en Hendrina Hartjes. In zijn geboorteakte werd zijn achternaam, net als die van zijn vader, met een d gespeld, maar later schreef hij zijn achternaam met een t. De spelling Berentsen wordt gebruikt in de KNIL-stamboeken, in zijn huwelijksakte en ook in zijn overlijdensakte.

Berentsen vervulde zijn dienstplicht bij Nationale Militie als loteling № 18 uit de gemeente Bergh van 12 mei 1890 tot 11 september 1891 en vervolgens nog van 11 augustus tot 14 september 1893. Hij was ingedeeld bij het 8e Regiment Infanterie.

Op 3 januari 1894 tekende hij voor een verbintenis van zes jaar bij het KNIL, waarna hij op 12 januari daaropvolgend werd ingelijfd. Hierbij werd aangetekend dat hij was "behept met geringe huidadernetten in de linker knieholte en aan de achterzijde van het linker onderbeen". Hij had daar dus spataderen. Bij zijn inlijving ontving hij een gratificatie van 300 gulden.

Op 24 maart 1894 is zijn detachement met het stoomschip Prinses Amalia van Amsterdam naar Nederlands-Indië vertrokken. Onderweg legde het schip aan in onder meer Genua. Daar brachten prinses Marie, haar echtgenoot prins Wilhelm Adolf von Wied en drie van hun kinderen een bezoek aan de Prinses Amalia. Prinses Marie (1841–1910) was een dochter van prins Frederik, de jongere broer van koning Willem II. Tijdens het bezoek inspecteerden de prinses en haar echtgenoot het detachement militairen, dat in groottenue op het voordek stond opgesteld. Toen het hoge bezoek na een bezichtiging van het schip en een lunch in sloepen naar Genua terugkeerde, zongen de militairen een aantal vaderlandse liederen, gevolgd door de wens "Lang zal de Prinses leven!" en een driewerf hoera.

De aankomst in Padang op Sumatra was op 29 april, waarna de reis werd voortgezet naar Batavia op Java. In Nederlands-Indië diende Berentsen als fuselier ofwel geweerschutter tot 3 januari 1906. Dit betekent dat hij na zijn eerste verbintenis van zes jaar heeft bijgetekend voor nog eens zes jaar. Hij was daarna nog drie jaar in Indië, maar het is niet duidelijk of dit in dienst van het KNIL was. Op 22 juli 1909 vertrok hij met het stoomschip Rindjani van Batavia naar Rotterdam, waar hij op 21 augustus 1909 aankwam.

Na zijn terugkeer in Nederland woonde hij aanvankelijk bij familie van zijn moederskant in Braamt. Hij trouwde op 15 januari 1910 in 's-Heerenberg met Maria Johanna Berendina Arends, geboren op 14 februari 1882 in Kilder als dochter van Johanna Arends. Hij overleed in Kilder op 9 mei 1921, 51 jaar oud. Zijn weduwe hertrouwde op 29 april 1922 in 's-Heerenberg met Theodorus Antonius Rutjes. Zij overleed op 13 april 1949, 67 jaar oud.

Berentsens inschrijving in het stamboek van de Nationale Militie

Berentsens inschrijving in het stamboek van het KNIL

Bronnen

• Archieven.nl
• Nationaal Archief:
  • Onderofficieren en soldaten Landmacht Nederland-1813-1940, toegangsnummer 2.13.09, stamboeknummer 82825
  • Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën: Stamboeken en pensioenregisters van Militairen KNIL in Oost- en West-Indië, 1815-1949 (1954), toegangsnummer 2.10.50, suppletiefolium 238
• Op Delpher:
  • Haagsche Courant van 22 maart 1894
  • Bataviaasch Handelsblad van 9 mei 1894