Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Bod, Johannes Lambertus Wilhelmus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Jo Bod werd geboren op 12 april 1928 te Loerbeek als zoon van Wilhelmus Ruthgerus Bod (Loerbeek) en Catharina Petronella Ebbing (Stokkum).

Stelen van oorlogsbuit

Op 22 juni 1943 kort na half tien 's morgens explodeerde een Amerikaanse bommenwerper boven het bos ten oosten van Beek. De brokstukken verspreidden zich over een groot gebied, waarbij de romp neerkwam in een roggeveld aan de oostkant van de Noordpool.

Jo, toen veertien jaar oud, is met zijn buurjongen Jan Hendricksen in de romp bij de Noordpool wezen kijken. Hij stak daar een paar kogels in zijn zak, terwijl Jan, die als hobby radio's bouwde en repareerde, delen van de boordradio meenam. Jo en Jan zaten allebei op de ambachtsschool in Doetinchem, waar ze trots vertelden over hun "oorlogsbuit".

Prompt stonden er de volgende dag twee Duitse militairen aan de deur, want een paar klasgenoten hadden zijn verhaal doorverteld aan hun ouders die lid waren van de NSB. Jo moest zich samen met Jan melden bij de Orstkommandant aan het Willemsplein in Arnhem. Omdat ze allebei nog maar veertien jaar oud waren, werden ze zonder verdere gevolgen weer naar huis gestuurd.

Daarmee was het verhaal niet af. Een maand later stond de plaatselijke politieagent op de stoep om in opdracht van de officier van justitie in Arnhem een proces-verbaal op te maken "in verband met het stelen van oorlogsbuit". Daarna moest Jo zich, weer samen met Jan, in november 1943 melden bij die officier van justitie. Hij had hun "oorlogsbuit" voor zich op z'n bureau liggen. Ze werden streng toegesproken, maar konden daarna weer naar huis gaan. De volgende dag moesten ze bij de schooldirecteur komen, die hen voor twee dagen schorste.

Nederlands-Indië

Monteur bij 14 AAT

Jo Bod (1928-1949)Foto archief Jan Meurs

Jo heeft als dienstplichtig militair in Nederlands-Indië gediend. Hij was daar soldaat 1e klas bij 14 AAT, de 14e compagnie van de Aan- en Afvoertroepen, waar hij als monteur in de werkplaats meehielp het wagenpark van 14 AAT rijdende te houden.

14 AAT bestond uit oorlogsvrijwilligers, en vertrok op 5 oktober 1946 met de Johan van Oldenbarnevelt vanuit Amsterdam naar Indië. Naar alle waarschijnlijkheid was Jo (gezien zijn leeftijd) als dienstplichtig soldaat later ter aanvulling bij 14 AAT geplaatst.

14 AAT lag aanvankelijk op West-Java, in Batavia en Bandoeng, maar kwam na de Eerste Politionele Actie (augustus 1947) in Semarang op Midden-Java terecht. Het is (nog) niet bekend wanneer Jo naar Indië is gegaan, maar het zal geweest zijn toen 14 AAT al op Midden-Java lag. Als monteur hoefde hij niet mee de weg op, zodat hij niet zoals de chauffeurs bloot stond aan landmijnen, bermbommen en hinderlagen, maar toch is hem iets fataals overkomen.

Hij werd op 11 juli 1949 vermist bij Magelang op Midden-Java. De avond tevoren was hij nog gewoon op het appèl verschenen, maar de volgende morgen was hij er niet meer. Zijn lichaam is nooit gevonden, zodat hij geen bekend graf heeft. Wel wordt hij vermeld in Gedenkboek 42 van de Oorlogsgravenstichting.

Hij was de zesde en laatste dode van 14 AAT. De vijf die hem voorgingen liggen nu alle begraven op het Nederlandse Ereveld Candi in Semarang.

Jo's overlijden is waarschijnlijk niet in Bergh ingeschreven. Wel staat hij vermeld op het Oorlogsmonument te Beek.

Op de website van de Oorlogsgravenstichting staan enkele gegevens over Jo, alsmede enige uitleg over de Gedenkboeken.

Een In Memoriam

Het In Memoriam dat de commandant van 14 AAT schreef in "De Bergjager", het compagniesblad van 14 AAT.


Andere militairen van de Aan- en Afvoertroepen

Ander militairen van 14 AAT

Militairen van andere eenheden van de Aan- en Afvoertroepen:

Externe link