Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Both, Franciscus Joannes Baptista de

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Frans de Both was van omstreeks 1814 tot 1821 maire van het kanton 's-Heerenberg en vervolgens schout van het schoutambt 's-Heerenberg. Van beroep was hij notaris.

Hij werd geboren in de stad 's-Heerenberg waar hij ook r.-k. is gedoopt op 24 juni 1774 als zoon van Xaverius Anthonius Joseph Joannes Nepomucenus de Both, cancelist en leengriffier van het Hooggrafelijk Huis Bergh en Johanna Catharina Burgers. Hij was een broer van Abraham de Both. Grootouders zijn van vaderskant Abraham de Both en Magdalena Scheers en van moederskant Steven Burgers en Anna Catharina Bouwmans.

Frans studeerde rechten aan de Gelderse Academie in Harderwijk (van 1648 tot 1812 had Harderwijk een universiteit!). Voor zijn afstuderen op 8 juni 1805 betaalde hij veertig gulden.

Frans trouwde op 27 november 1822 met Maria Susanna Leopoldina Josephina van Raesfeld, gedoopt te Bocholt 30 juli 1798, dochter van Johan Joseph van Raesfeld, assessor van het schoutambt Lichtenvoorde en practiserend medicinae doctor aldaar en wonend op de Huize Herreveld onder Lichtenvoorde, en Maria Josephina Reygers (overleden 16 juli 1801 te Boekhold = Bocholt).

Vader Van Raesfeld was het niet eens met dit huwelijk. Hem werd tot driemaal toe een Eerbiedige Akte voorgelegd met het verzoek om permissie voor dit huwelijk, maar hij bleef halsstarrig en zijn laatste woorden waren: "Ik ben overtuigd, dat zij in schijnvrienden gelooft. Haare welmeenendsten Vader veragt. Betreuren tevens vaderlijk, dat zij haare Eenigste zuster mede in Een onherstelbaar ongeluk heeft gesleept."

Deze notaris Frans de Both was een oom van notaris Frans de Both in Varsseveld. Verder was hij een neef van Jan de Both.

Comparanten

Bronnen

  • Mededeling Frater Hans Limbeek (i.z. Cremer-Dijker)
  • Mededeling Mevr. Lied Deurvorst
  • Mededeling John Thoben
  • Huwelijksbijlagen 1822
  • Album Promotorium van de Academie te Harderwijk, Vereniging Gelre, Arnhem 1980, blz. 284