Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Brugmans, Hermanus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
De inschrijving van Brugmans' doop op 17 december 1774 in het r.-k. doopboek van Zeddam.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Hermanus Brugmans heeft een lange loopbaan als militair gehad. Hij heeft gediend in het leger van de Bataafse Republiek, het leger van het Koninkrijk Holland, de Grande Armée van Napoleon Bonaparte en daarna in het Nederlandse leger.

Hij werd geboren in Klein-Azewijn als zoon van Petrus Brugmans en Anna Lentings. Op 17 december 1774 werd hij rooms-katholiek gedoopt in Zeddam.

Brugmans' loopbaan kan voor een groot deel worden gereconstrueerd aan de hand van zijn inschrijving in het stamboek van het Korps Rijdende Artillerie. Op 28 mei 1814 werd hij als kanonnier 2e klas bij dit korps ingelijfd.

De Bataafse Republiek

Brugmans nam op 8 januari 1798 vrijwillig dienst bij het 2e Regiment Cavalerie van de Bataafse Republiek. Door reorganisaties werd dit uiteindelijk het 2e Regiment Dragonders. Dragonders verplaatsten zich te paard, maar vochten te voet en werden daarom tot de infanterie gerekend. Hij was toen in feite geen cavalerist meer, maar behoorde wel tot de bereden troepen.

In 1799 was hij met zijn regiment "in Noord-Holland". Naar alle waarschijnlijkheid was dit ten tijde van de Brits-Russische expeditie naar Noord-Holland in het najaar van 1799. Na enkele maanden strijd werd het Brits-Russische invasieleger door een Frans-Bataafse legermacht gedwongen een bestand te tekenen en zich in te schepen voor de terugtrekking naar Groot-Brittannië.

In 1805 was hij "in Oostenrijk". Dit moet betekenen dat hij op 2 december van dat jaar betrokken was bij de Slag bij Austerlitz. Hier hebben troepen van de Bataafse Republiek de Franse aanvoerlijnen beschermd, maar niet deelgenomen aan de eigenlijke strijd. Toch raakte Brugmans er gewond door een sabelhouw in zijn rechterarm.

Het Koninkrijk Holland

Volgens zijn stamboek diende Brugmans vanaf 1806 in Napoleons leger, maar het ligt voor de hand dat hier het leger van het in dat jaar opgerichte Koninkrijk Holland wordt bedoeld. Zijn eenheid wordt niet genoemd, maar gezien zijn verdere loopbaan zal dit het 2e Regiment Kurassiers zijn geweest. Dit waren zwaar bewapende ruiters met een borstharnas – een kuras.

In de jaren 1806–1809 nam hij deel aan veldtochten naar Duitsland en Polen.

Kurassier in de Grande Armée

Een kurassier van Napoleons Grande Armée

Na de annexatie van het Koninkrijk Holland door Frankrijk in 1810 ging het 2e Regiment Kurassiers op in Napoleons Grande Armée en werd het 14e Regiment Kurassiers. Brugmans werd onder nummer 64 ingeschreven in het stamboek van dit regiment. Zijn geboortedatum werd hierbij onjuist opgetekend als 3 mei 1778. Verdere bijzonderheden over Brugmans' tijd als Franse curassier zijn niet beschikbaar, omdat het stamboek nog niet online beschikbaar is.

Het 14e Regiment Kurassiers heeft in 1812 deelgenomen aan Napoleons Veldtocht naar Rusland. Meerdere leden van het regiment hebben zich hierbij onderscheiden in de strijd, waaronder Brugmans, die op 5 september 1813 werd benoemd tot ridder in de Franse orde van het Legioen van Eer. Op 30 september kreeg hij toestemming de versierselen van deze ridderorde te dragen. Het Legioen van Eer is de hoogste Franse orde van verdienste voor zowel militairen als burgers.

Van 16 tot 19 oktober 1813 nam 14e Regiment Kurassiers ook nog deel aan de Slag bij Leipzig.

Bij het 14e Regiment Kurassiers dienden ook:

Bij het 7e Regiment Kurassiers diende:


In Nederlandse dienst

Niet lang nadat Nederland op 17 november 1813 zijn onafhankelijkheid had teruggekregen, richtte koning Willem I het Korps Rijdende Artillerie op. Een restant van het 14e Regiment Kurassiers dat voor de dienst in Nederland was teruggekeerd, werd hierin opgenomen. Het ging om zeven officieren, zeven onderofficieren en drie manschappen. Zij waren tijdens de Veldtocht naar Rusland allemaal onderscheiden met de orde van het Legioen van Eer.

Een van de drie manschappen was Brugmans. Hij werd op 28 mei 1814 onder nummer 409 als kanonnier 2e klas ingeschreven in het stamboek van het Korps. Ook hierbij werd een onjuiste geboortedatum genoteerd; dit keer 8 juni 1777. Hij tekende toen voor een contract van zes jaar. Een maand later, op 26 juni, werd hij bevorderd tot kanonnier 1e klas. In 1820 tekende hij bij voor zes jaar en negen maanden.

Onder de groep kurassiers die in het Korps Rijdende Artillerie werden opgenomen was ook een wachtmeester Hendrik Bronkhorst uit Arnhem. Dit was dus niet de Stokkumse kurassier Hendrik Bronkhorst die na terugkeer uit Rusland naar het 6e Regiment Huzaren ging.

Brugmans signalement was:

  • Lengte: 5 voet, 8 duim, 11 streek °)
1 el, 7 palm, 9 duim, 9 streep
  • Gezicht: glad en vol
  • Voorhoofd: rond
  • Ogen: blauw
  • Neus: ordinair
  • Mond: ordinair
  • Kin: rond
  • Haar: blond
  • Wenkbrauwen: blond
  • Bijzondere kenmerken: geen

°) In het stamboek is onder de voorgedrukte regel met de lengte in voet, duim en streek
met de hand de lengte in el, palm, duim en streep toegevoegd. Hieruit blijkt dat de gebruikte
voet de Rijnlandse voet van 31,4 cm was, waarmee zijn lengte overeenkomt met ongeveer 1,80 m.
Dit klopt met de lengte in el, palm, duim en streep, die gelezen moet worden als de lengte in
meter, decimeter, centimeter en millimeter, ofwel 1,799 m.

Zijn verdere levensloop

Brugmans' Doesburgse overlijdensakte van 29 maart 1844

Op 11 mei 1825 heeft Brugmans de dienst met toestemming van de minister van Oorlog voortijdig verlaten. Hij ging wonen in Dichteren, waar hij in 1829 als gegageerd soldaat werd ingeschreven in het eerste bevolkingsregister van Doetinchem. Hij ontving dus een gagement ofwel een pensioen.

Hoelang hij in Dichteren heeft gewoond, is onduidelijk. Er staat wel dat hij vertrokken is, maar niet wanneer of waarheen. Pas in oktober 1840 werd hij als gepensioneerd soldaat weer ingeschreven in Wehl. In de daarop volgende jaren woonde hij steeds voor korte tijd op adressen in Wehl, Wijnbergen, Didam, Eldrik en Vorden. Hierbij stond hij afwisselend als gepensioneerd soldaat of als kostganger te boek.

Hij overleed in Doesburg op 29 maart 1844. In zijn overlijdensakte staat dat hij bijna zeventig jaar oud was, wat zijn geboortejaar 1774 bevestigt. De afwijkende geboortedata in de militaire stamboeken zijn dus niet onjuist. Volgens zijn overlijdensakte woonde hij "onder de gemeente Wehl" en had daarvoor ook in Drempt en Zelhem gewoond. Een reconstructie van de tijdlijn van zijn verhuizingen levert tegenstrijdigheden op, maar het is duidelijk dat Brugmans de laatste drieënhalf jaar van zijn leven een welhaast zwervend bestaan heeft geleid.

Burgemeester en wethouders van Doesburg hebben na zijn overlijden op 7 augustus een verklaring opgesteld, waaruit blijkt dat Brugmans niets had nagelaten waarover ingevolge de wet eenig regt van Successie zoude kunnen verschuldigd zijn, en dat zij geen erfgenamen van hem hadden kunnen achterhalen.

Bronnen