Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Delleman, Ludovicus Joannes

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Louis Delleman werd geboren te Azewijn op 20 augustus 1926 als zoon van Joannes Matthias Delleman en Anna Maria Feldkamp, en als tweelingbroer van Wim Delleman. Het huidige adres van de ouderlijke woning is Op den Dam 8.

Louis is nummer 19 op de Azewijnse schoolfoto uit 1937. Hij staat ook op de foto van het kampioenselftal van Den Dam uit 1951.

Nederlands-Indië

Korporaal bij 4 GRJ

Gezellig in een betjak in Trenggalek, 14 augustus 1949. Louis (rechts) met zijn plaatsgenoot Gerrit te Dorsthorst. Vijf dagen later zou Louis gewond raken.
Een fragment uit de brief van Louis uit Toeloengagoeng van 24 september 1949, waarin hij de aanslag van 19 augustus beschrijft die hij overleefde (verschenen in Azem's Nieuws).
Delleman Louis gedicht.jpg

Louis was korporaal bij de 1e compagnie van het 4e bataljon van het Garderegiment Jagers (4 GRJ), een onderdeel van de Palmboom-Divisie. 4 GRJ vertrok op 30 mei 1947 met de Johan de Witt vanuit Amsterdam naar Indië en kwam op 28 juni aan in Soerabaja op Oost-Java.

Tijdens de 1e Politionele Actie, die begon op 21 juli 1947, is slechts een deel van 4 GRJ actief geweest, maar hiertoe behoorde wel Louis' 1e compagnie. Een andere eenheid van 4 GRJ werd op Madoera ingezet, waar tegen midden september het hele bataljon zich bevond. Tot aan de Tweede Politionele Actie van december 1948 bleef 4 GRJ grotendeels gelegerd op Madoera.

Louis speelde in het bataljonselftal, dat eind juni 1948 naar Java ging voor een toernooi ter gelegenheid van het feit dat de Palmboom-Divisie één jaar in Indië was. Toen hij weer terug was op Madoera, kreeg hij de onverwachte order zich met nog een Jager gereed te maken voor vertrek naar de Kangean-eilanden, een kleine archipel ongeveer 120 kilometer ten oosten van Madoera. Met z'n tweeën moesten ze een Rode Kruisteam begeleiden, dat op het hoofdeiland gestationeerd was en nu een tocht langs de kleinere eilanden ging maken. Zo heeft Louis in drie weken veertien van de 22 eilanden van de archipel bezocht. Het waren afgelegen eilanden waar, aldus Louis, soms zelfs nog geen blanke was geweest. Gemotoriseerd verkeer was er niet, maar de natuur was overweldigend mooi. Hoewel hij vanwege de primitieve omstandigheden niet rouwig was toen de boot hem na drie weken weer kwam halen, kon hij de eilanden toch als vakantiebestemming aanraden.

Bij het begin van de Tweede Politionele Actie op 19 december 1948 bevond 4 GRJ zich weer grotendeels op Oost-Java. Tijdens deze Actie had het bataljon de taak gebied dat andere eenheden hadden veroverd, bezet te houden. Rond deze tijd heeft Louis met brandwonden aan zijn hoofd en linkerarm in het ziekenhuis gelegen, maar het is (nog) niet duidelijk of deze een gevolg waren van gevechtshandelingen.

Op Oost-Java, waar 4 GRJ nu tot de repatriëring gelegerd bleef, sloeg voor Louis op 19 augustus 1949 het noodlot toe. Hoewel er kort daarvoor, in de nacht van 10 op 11 augustus, een staakt-het-vuren was ingegaan, reed Louis' voertuig op een mijn. Het gebeurde om kwart voor twee 's middags op de weg van Trenggalek naar Kampak. Sergeant Matthijs Diepeveen uit Veenendaal en soldaat Gerrit Ensink uit Hoorn verloren hierbij het leven. Zij liggen nu begraven op het ereveld Kembang Koening in Soerabaja. Vier andere militairen, waaronder Louis, raakten gewond en werden naar het hospitaal in Toeloengagoeng gebracht. Hij had een lichte hersenschudding opgelopen toen hij vanaf de linker treeplank, waarop hij stond, in de lucht weer geslingerd. Hieronder staat een beschrijving van de aanslag in Louis' eigen woorden.

In Azem's Nieuws van januari 1950 verscheen Louis' gedicht Vaderdag. De angst die hij erin tot uitdrukking brengt is niet ongegrond, niet zozeer vanwege de aanslag van 19 augustus 1949, maar vooral vanwege het grote aantal doden dat 4 GRJ heeft moeten achterlaten: 44 in totaal. Bovendien was op 17 maart 1948 zijn oudste zus Marie verdronken nadat ze bij Wassenaar, waar zij werkte, in het water was gefietst.

Op 27 november 1949 ontmoette Louis in Batavia vier plaatsgenoten: Wim Alofs, Wim van Clé Berntsen, Gerard te Dorsthorst en Bertus Harmsen. Zie deze foto en de brief op de pagina van Gerard.

Op 2 maart 1950 vertrok 4 GRJ per schip uit Soerabaja en kwam twee dagen later in Jakarta aan. Van daar repatrieerde het bataljon op 2 maart 1950 met de Waterman. De aankomst in Rotterdam was op 24 maart 1950.

Andere militairen van het Garderegiment Jagers

Bij 4 GRJ diende ook:

Militairen bij andere bataljons van het Garderegiment Jagers:

Zie ook

Zijn verdere leven

Louis trouwde op 14 oktober 1959 met Everdina Maria Winters, geboren te Azewijn op 26 april 1932 als dochter van Bernardus Stefanus Winters en Maria Johanna Geertruida Hesselink.

Hij overleed op 10 oktober 1996.

Bronnen