Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Elting, Gerardus Wilhelmus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Gesneuveld in de Betuwe

Eltings graf op het Militair Ereveld Grebbeberg

Gerardus Wilhelmus Elting is een oorlogsslachtoffer uit 's-Heerenberg. Hij werd op 28 mei 1908 geboren in Lengel als zoon van Theodor Elting en Berendina Johanna Bultink. Op 26 mei 1933 trouwde hij met Helena Wilhelmina Johanna Kniest, geboren op 11 mei 1916 als dochter van Willem Kniest en Rika Petronella Paulina Lenting. Met haar kreeg hij drie dochters. Van beroep was hij fabrieksarbeider. Zijn laatste adres was Kellenstraat 33 in 's-Heerenberg.

Elting was bij de Duitse inval op 10 mei 1940 als dienstplichtig soldaat van de 2e compagnie van het 8e Grensbataljon (2-8 GB) gelegerd op de noordoever van de Waal bij Lent. Het vak ten noorden van 8 GB tot aan de Rijn werd bezet door de 3e bataljon van het 43e Regiment Infanterie (43 RI). Deze twee bataljons vormden de Groep Betuwe, de voorposten van de Betuwestelling, die verder westelijk lag en aansloot bij de Grebbelinie.

Al in de nacht van 10 op 11 mei kreeg de Groep Betuwe het bevel zich terug te trekken. De routes hiervoor waren van tevoren vastgesteld. 8 GB moest zich vanaf Oosterhout over de Waalbandijk westwaarts begeven. Ter hoogte van de kerk in Hien, een buurtschap net ten oosten van Dodewaard, zijn drie man in het donker op Nederlandse landmijnen gelopen en zwaargewond onderaan de dijk terechtgekomen. De mijnen waren al op scherp gesteld voordat alle terugtrekkende troepen gepasseerd waren. Van 8 GB zelf is over dit incident geen verslag voorhanden, maar de gewonden werden gevonden door mannen van 43 RI die vanaf Bemmel terugtrokken. Zij volgden een route noordelijk van 8 GB en kwamen net voor Hien ook op de Waalbandijk terecht. Hun luitenant reed op een motor, een paar manschappen op een fiets en de rest zat in een gevorderde burgervrachtwagen.

Plotseling hoorden zij roepen: "Halthouden, niet verder rijden, want daar liggen mijnen!" De vrachtwagen stopte, waarna er werd geroepen: "Help me toch!" Even later werden onderaan de dijk drie zwaargewonden gevonden. Zij werden met veel moeite de dijk op gebracht. Toen ze alle drie in de vrachtwagen lagen, was het inmiddels licht geworden. Tot ieders schrik bleek toen dat de vrachtwagen maar een meter of twee, drie van de landmijnen afstond. Als de gewonden niet hadden geroepen, was de vrachtwagen met veertig man de lucht ingegaan.

De chauffeur van de vrachtwagen kreeg opdracht met de gewonden terug te rijden naar het ziekenhuis in Elst. De mannen van 43 RI zijn op de fietsen gestapt die ter plekke verspreid lagen. Waarschijnlijk waren die van 8 GB, en daar na de ontploffing van de landmijn(en) in het donker achtergelaten.

Onderweg naar Elst is rond 10 uur 's morgens in Andelst een van de gewonden overleden. Dat was soldaat Elting, die aldus stierf op de verjaardag van zijn vrouw. Voor zover bekend zijn de andere twee gewonden hersteld.

Eltings overlijden is op 14 mei 1940 door chef-veldwachter H. Lassche aangegeven in de gemeente Valburg. Een uittreksel uit deze akte werd op 21 juni 1940 ingeschreven in de gemeente Bergh.

Begraven in Zetten, in 's-Heerenberg en op de Grebbeberg

Eltings graf in 's-Heerenberg, geruimd in 1985

Elting werd op de dag van zijn overlijden begraven in Zetten, dat net als Andelst in de toenmalige gemeente Valburg ligt. Op 17 juli 1940 werd hij herbegraven in een particulier graf op de nieuwe r.-k. begraafplaats (sinds 1990 de algemene begraafplaats) in 's-Heerenberg. Hierbij is het houten kruis dat in Zetten op het graf stond, herplaatst op het graf in 's-Heerenberg. Verder liet de familie een cementen rand om het graf aanbrengen. Op het graf kwam nog een glazen kistje met een foto van Elting te staan.

De Oorlogsgravenstichting (OGS), opgericht in 1946, inspecteerde het graf regelmatig en stelde in 1951 vast dat het houten kruis aan vervanging toe was. Daarom vroeg zij op 6 juli aan zowel de nabestaanden als aan het kerkbestuur van de Sint Pancratiusparochie toestemming het kruis te mogen vervangen door een stichtingssteen met omlijsting. Het kerkbestuur antwoordde op 3 augustus 1951 positief. Het antwoord van de nabestaanden is niet bekend, maar zal ook positief zijn geweest, want op 21 juli 1952 liet de OGS de weduwe weten dat er een nieuwe steen op het graf was geplaatst. Hierop staan boven Eltings naam en geboorte- en sterfdatum de woorden GEVALLEN VOOR HET VADERLAND.

De OGS inspecteerde ook de nieuwe steen regelmatig en vond in november 1984 dat het weer tijd was voor vervanging. Eltings weduwe werd hiervan in een brief van 27 november 1984 op de hoogte gesteld, waarbij haar als alternatief herbegrafenis op het Militair Ereveld Grebbeberg werd aangeboden. Zij koos voor herbegrafenis en tekende op 6 december 1984 mede namens haar familie een verklaring waarmee zij de OGS verzocht de stoffelijke resten van haar man over te brengen naar het Militair Ereveld Grebbeberg.

Voor de herbegrafenis moest burgemeester Jeuken een vergunning afgeven voor het opgraven en vervoeren van de stoffelijke resten. Hij deed dit op 30 januari. Intussen had het kerkbestuur al ingestemd instemmen met overbrenging naar de Grebbeberg. Aldus vond de opgraving plaats op 14 mei 1985, gevolgd door de herbegrafenis op dezelfde dag. Elting rust nu op het Militair Ereveld Grebbeberg in rij 13, graf 2.

Tegelijk met die van Elting werden de stoffelijke resten opgegraven van C.J. Boeljon en M.L.A. Olsthoorn, die op het Ereveld Loenen werden herbegraven.

Zijn nagedachtenis

Eltings naam staat vermeld:

Uit de Graafschapbode van 29 mei 1940
Klik voor een vergroting
De vermelding van Elting op blz. 1306 in de
Erelijst van gevallenen 1940-1945


Andere militairen van het 8e Grensbataljon

Bronnen