Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Harmsen, Joseph Wilhelmus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Joep Harmsen werd geboren op 21 maart 1926 als zoon van Johannes Martinus Harmsen en Clara Sack.

Joep was een broer van Bertus Harmsen en een neef van Hendrik Harmsen.

Nederlands-Indië

Kanonnier bij de Lichte Luchtdoelartillerie

Harmsen, Joseph Wilhelmus.jpg
Links een van de gebroeders Delleman, in het midden Joep Harmsen. Wie herkent de soldaat rechts?


Het gedicht dat Joep Harmsen schreef voor Azem's Nieuws over het onderwerp "Moeder".

Joep was korporaal bij het 1e bataljon van het 2e Regiment Lichte Luchtdoelartillerie (1-2 R. Lt. Lua), een onderdeel van de Palmboom-Divisie. Dit bataljon vertrok op 25 april 1947 met de Boissevain vanuit Amsterdam naar Nederlands-Indië. Na aankomst in Tandjong Priok, de haven van Batavia, op 21 mei werd het naar Kramat overgebracht, vijf kilometer ten oosten van Batavia. Al de volgende morgen had Joep daar een ontmoeting met zijn plaatsgenoot Wim Berntsen. Wim was al sinds eind november 1946 in Indië en lag als kanonnier van het 1e Regiment Lichte Luchtdoelartillerie op het nabijgelegen vliegveld Tjililitan. Omdat ze dicht bij elkaar gestationeerd waren, hebben Joep en Wim elkaar vaker kunnen ontmoeten. In de zomer van 1948 hebben ze samen Edam bezocht, een eilandje voor de kust bij Batavia. Kort daarna werd Wim overgeplaatst naar Sumatra.

Aangezien Soekarno nauwelijks vliegtuigen had, werd het hele 2e Regiment Lichte Luchtdoelartillerie bij aankomst in Indië opgeheven. Hetzelfde was eerder met het 1e Regiment Lichte Luchtdoelartillerie gebeurd, maar een deel daarvan was tot kleinere eenheden luchtdoelartillerie omgevormd. Bij het 2e Regiment gebeurde dit niet, en de meeste manschappen kwamen bij het Hoofdkwartier Kwartiermeester-Generaal (HKG) terecht, de dienst die het leger in Indië met letterlijk alles bevoorraadde, van smeerolie tot meel en van sokken tot mortiergranaten. Joep heeft zijn diensttijd zodoende in een aantal magazijnen in Batavia doorgebracht (locaties Herenweg, Pasar Ikan en Meester Cornelis).

Begin oktober 1947 kreeg Joep erge pijn in zijn onderlichaam. De dokter dacht dat het blindedarmontsteking was en stuurde hem naar het ziekenhuis. Daar was de pijn weer weg, maar hij moest toch blijven voor nader onderzoek. Na drie weken hadden de doktoren door dat Joep een niersteen had. Als remedie moest hij onder andere zes liter limonade per dag drinken, maar erg vond hij dat niet, want in het ziekenhuis had hij een radio naast z'n bed.

In de zomer van 1949 is Joep twee maanden in Tjiseureuh geweest, een kampong bij Bandoeng. Als hij hierover schrijft in zijn brief van 2 september 1949 is het niet duidelijk of hij er dienst moest doen, of er met vakantie was. Als het dienst was, was het niet zwaar, want hij heeft het over lang slapen, goed eten, een beetje werken en verder sporten, zwemmen en zonnebaden.

Joep woonde in Azewijn, maar in maart 1950 zijn zijn ouders naar Braamt verhuisd. Daar werd hij bij zijn thuiskomst dan ook gehuldigd.

Andere militairen van de Lichte Luchtdoelartillerie

Zie ook

Zijn verdere leven

Joep heeft in Indië zijn vrouw leren kennen. Hij woonde later met haar in 's-Heerenberg.