Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Herfkens, Arnoldus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Zijn jonge jaren

Arnoldus Herfkens werd op 29 maart 1817 geboren in Zeddam als zoon van Roelof Herfkens en Petronella Sanders.

Herfkens was de jongste in een reeks van vijf priesters Herfkens. Hij kwam na twee broers en een neef van zijn vader, Mathias Bernardus, Bernardus en Rudolphus Herfkens, en een broer van zijn opa, Mathias Herfkens.

Hij studeerde aan het seminarie in 's-Heerenberg en werd op 15 augustus 1841 in Maarssen tot priester gewijd. Hij was kapelaan in Gendringen (deels als waarnemer van pastoor Nijkamp). Waarschijnlijk was hij nadien kapelaan in een aantal andere plaatsen, maar hierover zijn de bronnen niet eenduidig.

In Gendringen was hij de biechtvader van de ziekelijke Dorothea Visser, bij wie zich vanaf 1843 de stigmata van Christus ontwikkelden. Herfkens besloot zo goed mogelijk vast te leggen wat hij zag en meemaakte. Van half augustus 1843 tot eind 1846 heeft hij een dagboek over de ontwikkeling van de stigmata van Dorothea Visser bijgehouden.

Pastoor Nijkamp heeft de stigmatisatie officieel gemeld aan de kerkelijke overheid. Op 21 maart 1844 schreef hij in een brief aan aartspriester Terwindt in Zeddam onder andere: "Enigen roepen in een staat van aandoening "O wonder" , anderen zeggen "Louter bedrog", dit laatste kan ik niet geloven!"

Pastoor van Terborg

Op 7 september 1852 werd Herfkens benoemd tot pastoor van Terborg. Kort tevoren, in 1850, was de kerk van Ter Gun, een bijkerk van Wijnbergen, overgeheveld naar Terborg. De bouwvallige kerk moest vervangen worden, maar katholieken van Gaanderen, Oosseld. IJzevoorde, Brunsveld en Slangenburg konden het niet eens worden over de plek van de nieuwe kerk. Hierop is pastoor Herfkens eigenhandig het gebied gaan opmeten vanaf de Pinnedijk tot Oosseld en van de Akkermansbeek bij Vulcaansoord tot in de Slangenburg. Zo bepaalde hij het middelpunt en besliste dat daar de kerk moest komen. In 1854 was de kerk klaar en bleef nog een bijkerk van Terborg tot 1868, toen Gaanderen een zelfstandige parochie werd.

Pastoor Herfkens heeft met eigen kapitaal veel bijgdragen aan zijn parochie. Zo kreeg de kerk in 1877 een toren. In 1906 stichtte hij het Antonia-Ziekenhuis en in 1907 de katholieke parochiële jongens- en meisjesschool.

In 1902, toen hij vijftig jaar pastoor van Terborg was, werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Eerder al, mogelijk bij zijn 50-jarig priesterambt in 1901, was hij benoemd tot Geheim Kamerheer van de Paus. Hieraan dankte hij de titel monseigneur.

Eind 1907 werd hij door de aartsbisschop van Utrecht eervol uit zijn ambt ontslagen. Hij was toen 66 jaar priester, waarvan 55 jaar pastoor van Terborg. In 1911 vierde hij zijn 70-jarig priesterfeest, een zeldzaamheid.

Pastoor Herfkens overleed op 17 juli 1912 op de hoge leeftijd van 95 jaar. Hij liet een kapitaal na van ongeveer 80.000 gulden. De helft hiervan werd aan de familie uitgekeerd. De andere helft werd belegd in Oostenrijkse en Russische obligaties. Zijn huishoudster kreeg een lijfrente uit de opbrengst, maar helaas kelderde de waarde van de obligaties, zodat de familie dit geld nooit weer heeft gezien.

Krantenknipsels

25 jaar pastoor van Terborg
Uit het Nieuws van den Dag van 12 september 1877
50-jarig priesterfeest
Uit het Nieuws van den Dag van 3 augustus 1891
60-jarig priesterfeest
Uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 22 augustus 1901
50 jaar pastoor van Terborg
Uit het Nieuws van den Dag van 23 augustus 1902
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Uit het Nieuws van den Dag van 2 september 1902
Eervol ontslag
Uit het Nieuws van den Dag van 3 oktober 1907
70-jarig priesterfeest
Uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 17 februari 1911
De term otium cum dignitate betekent rust in waardigheid.
Overlijden
Uit het Nieuws van den Dag van 17 juli 1912

Bronnen