Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Herfkens, Rudolphus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Rudolphus Herfkens' (gespeld als Herfkes) doopinschrijving in het doopboek van 's-Heerenberg

Rudolphus (Roelof) Herfkens werd op 6 september 1779 gedoopt in 's-Heerenberg als zoon van Steven Herfkens en Anna Maria Isendam.

Herfkens was priester van de Hollandse Missie, net als zijn neven de gebroeders Bernardus Mathias en Bernardus en zijn heeroom Mathias. Ook de eerste jaren van het priesterschap van zijn achterneef Arnoldus vielen nog in de tijd van de Hollandse Missie. Een andere neef van hem was Roelof Herfkens.

Herfkens werd op 16 september 1807 tot subdiaken gewijd, en dezelfde maand nog tot diaken en tot priester. Hij werd daarna kapelaan in Raalte, waar zijn neef Bernardus sinds het jaar daarvoor al kapelaan was. Daarna, in de jaren 1810-1812, was hij kapelaan in Deventer. In de tweede helft van 1812 werd hij pastoor op Schokland als opvolger van zijn neef Bernardus. Op 10 december sloot hij daar voor het eerst een huwelijk.

Het kerspel Schokland was niet in staat het kerkgebouw te onderhouden, maar door een besluit van koning Willem I in 1817 werden de kosten hiervan gedragen door het Rijk.

Pastoor Rudolpus Herfkens werd in 1818 overgeplaatst naar de statie Vilsteren bij Ommen. Twintig jaar later, op 14 februari 1838, kreeg hij van Henricus van Kessel, de aartspriester van Salland en Drente, het dringende advies om pensioen aan te vragen. Niet zozeer vanwege zijn leeftijd, maar wegens drankmisbruik. Tot grote ergernis van zijn parochianen las hij zelfs dronken de mis. Herfkens betuigde daarop zijn spijt en vroeg op 27 februari pensioen aan.

Herfkens was ruim een jaar eerder zeer ernstig ziek geweest, maar hoewel hersteld, was hij sindsdien niet meer in staat om de statie Vilsteren te bedienen. De diensten werden zo goed en zo kwaad als het ging waargenomen door zijn kapelaan Joannes Bosch. Bosch probeerde alles om Herfkens in het gareel te houden, maar dit lukte vaak niet. In de nacht van 8 op 9 maart 1838 schreef kapelaan Bosch lichtelijk wanhopig aan aartspriester Van Kessel:


De ziekte van mijn pastoor wordt erger en wordt bezorgelijker voor de meiden. Het is thans p.m. maar hij loopt naakt door het huis, en mogelijk wil hij morgenvroeg [de mis] lezen. Wij doen wel moeite om hem af te houden, maar wij kunnen het niet altijd winnen. Spreken de meiden van dronkenschap, dan is het: Heeft u dat de kapelaan weer gezegd?


Volgens kapelaan Bosch moest pastoor Herfkens, "terwijl hij toch wel ziek en half blind is", een verbod krijgen om de mis te lezen. Zover kwam het echter niet. In een brief van 23 maart liet Bosch weten dat Herfkens volgens de dokter op sterven lag. Hij overleed een week later in Vilsteren, op 1 april 1838 om 5 uur 's middags. Hij was 58 jaar oud.

Bronnen