Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Immink, Wilhelm Arnold: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (interne link naar Cleef)
Regel 4: Regel 4:
 
In hetzelfde boek staat ook de levensloop van de dominee. Hij is in [[Zeddam]] de opvolger van Petrus Jacobus Hajenius.
 
In hetzelfde boek staat ook de levensloop van de dominee. Hij is in [[Zeddam]] de opvolger van Petrus Jacobus Hajenius.
 
Willem Arnold Immink, een bijzonder begaafd man, wordt op 13 maart 1836 als predikant van Zeddam bevestigd, en wel door zijn vader Petrus Immink, predikant te Ootmarsum. In de bijna veertig jaar dat hij de gemeente bedient, vergroeit hij volledig met de dorpsgemeenschap.
 
Willem Arnold Immink, een bijzonder begaafd man, wordt op 13 maart 1836 als predikant van Zeddam bevestigd, en wel door zijn vader Petrus Immink, predikant te Ootmarsum. In de bijna veertig jaar dat hij de gemeente bedient, vergroeit hij volledig met de dorpsgemeenschap.
Hij wordt op 5-7-1808 geboren te Ootmarsum als zoon van Petrus Immink, predikant en rector van de latijnse School te Ootmarsum, en Aleida van Laar. Op 21-9-1825 wordt hij te Leiden als student ingeschreven en in mei 1832 wordt hij tot candidaat bevorderd. Hij is enige tijd als hulpprediker werkzaam te Hasselt, voordat hij naar Zeddam komt. Hij huwt te Wageningen met Sara Magdalena van Coeverden uit Harderwijk. In Zeddam worden zeven kinderen geboren. Op 1-9-1875 overlijdt hij te Zeddam; zijn weduwe verhuist 20-10-1876 naar Kampen. Van zijn hand verscheen in 1860 te Amsterdam in druk: "Geschiedenis der vestiging van de nieuwe Evangelische gemeente te [[Elten]] bij Cleef, voorafgegaan door eenige geschiedkundige herinneringen betreffende [[Elten]]".
+
Hij wordt op 5-7-1808 geboren te Ootmarsum als zoon van Petrus Immink, predikant en rector van de latijnse School te Ootmarsum, en Aleida van Laar. Op 21-9-1825 wordt hij te Leiden als student ingeschreven en in mei 1832 wordt hij tot candidaat bevorderd. Hij is enige tijd als hulpprediker werkzaam te Hasselt, voordat hij naar Zeddam komt. Hij huwt te Wageningen met Sara Magdalena van Coeverden uit Harderwijk. In Zeddam worden zeven kinderen geboren. Op 1-9-1875 overlijdt hij te Zeddam; zijn weduwe verhuist 20-10-1876 naar Kampen. Van zijn hand verscheen in 1860 te Amsterdam in druk: "Geschiedenis der vestiging van de nieuwe Evangelische gemeente te [[Elten]] bij [[Kleef | Cleef]], voorafgegaan door eenige geschiedkundige herinneringen betreffende [[Elten]]".
 
Jakob Joan Nikolaas de Groot volgt in 1877 - na een langdurige vacature - Immink op als predikant te Zeddam.
 
Jakob Joan Nikolaas de Groot volgt in 1877 - na een langdurige vacature - Immink op als predikant te Zeddam.

Versie van 24 feb 2007 om 12:48

DOMINEE WILLEM ARNOLD IMMINK

Het is de 17e predikant van de Zeddamse gemeente, Willem Arnold Immink, die op 1-12-1852 in de kerkeraadsvergadering komt met een voorstel om een fonds te stichten "voor het aankweken van geschikte handwerkslieden in de gemeente ter bevordering van de welstand in de hervormde gezinnen te Zeddam". In sociaal denken is deze predikant zijn tijd ver vooruit. Hij is er van overtuigd dat in bepaalde gevallen gezinnen niet efficient geholpen zijn met onderstand van de diakonie. Maar ondanks zijn vurig pleidpooi kan hij de broeders niet voor zijn plannen winnen. Dan sticht hij zelf een fonds, samen met " den welEdGestr Heer Rutger Jan Casper Verboom officier van administratie bij Z.M. Zeemacht en den Heer Johannes Hermanus Boeseken brievengaarder alhier". Aan het Imminkfonds en het Imminkhuis is een hoofdstuk gewijd in "Hervormde Kerken Zeddam. Historische notities bij het 400-jarig bestaan op 16 juli 1998" door John Thoben. In hetzelfde boek staat ook de levensloop van de dominee. Hij is in Zeddam de opvolger van Petrus Jacobus Hajenius. Willem Arnold Immink, een bijzonder begaafd man, wordt op 13 maart 1836 als predikant van Zeddam bevestigd, en wel door zijn vader Petrus Immink, predikant te Ootmarsum. In de bijna veertig jaar dat hij de gemeente bedient, vergroeit hij volledig met de dorpsgemeenschap. Hij wordt op 5-7-1808 geboren te Ootmarsum als zoon van Petrus Immink, predikant en rector van de latijnse School te Ootmarsum, en Aleida van Laar. Op 21-9-1825 wordt hij te Leiden als student ingeschreven en in mei 1832 wordt hij tot candidaat bevorderd. Hij is enige tijd als hulpprediker werkzaam te Hasselt, voordat hij naar Zeddam komt. Hij huwt te Wageningen met Sara Magdalena van Coeverden uit Harderwijk. In Zeddam worden zeven kinderen geboren. Op 1-9-1875 overlijdt hij te Zeddam; zijn weduwe verhuist 20-10-1876 naar Kampen. Van zijn hand verscheen in 1860 te Amsterdam in druk: "Geschiedenis der vestiging van de nieuwe Evangelische gemeente te Elten bij Cleef, voorafgegaan door eenige geschiedkundige herinneringen betreffende Elten". Jakob Joan Nikolaas de Groot volgt in 1877 - na een langdurige vacature - Immink op als predikant te Zeddam.