Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Lenting, Theodorus Wilhelmus Hendrikus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Theodorus Wilhelmus Hendrikus Lenting is een oorlogsslachtoffer. Hij werd op 18 december 1923 geboren in Braamt als zoon van Theodorus Hendrikus Lenting en Bendina Willemina Huntink. Hij was een neef van Antonius Hendrikus Theodorus Aloisius Lenting.

Het gezin Lenting werd op 14 februari 1929 uitgeschreven uit de gemeente Bergh wegens vertrek naar Doesburg. In de Tweede Wereldoorlog was hun adres daar Snijdersgang 1.

Lenting was timmerman van beroep. Volgens een opgave van het gewestelijk arbeidsbureau in De Steeg van 23 oktober 1952 heeft Lenting in de oorlog drie keer in Duitsland gewerkt, waarvan de derde keer gedwongen. In de oorlog gaven arbeidsbureaus werkelozen vaak werk in Duitsland, wat naderhand gezien kon worden als collaboratie met de vijand. In Lentings geval was er bij zijn derde tewerkstelling sprake van dwang, zodat hij na zijn dood als oorlogsslachtoffer erkend werd.

Hoe zijn derde tewerkstelling tot zijn arrestatie heeft geleid, is niet bekend, maar op 20 april 1943 werd hij binnengebracht in Kamp Vught. Mogelijk heeft hij voordien al elders gevangengezeten. Op 28 augustus 1943 kwam hij terug van het "Buitencommando Moerdijk". Van 12 mei tot 1 juni 1944 zat hij gevangen in Kamp Amersfoort. Dit alles wijst erop dat hij voor verzetsdaden is opgepakt.

Van Kamp Amersfoort werd Lenting overgebracht naar Duitsland, waar hij als dwangarbeider terechtkwam in de Hanomag-fabriek in Hannover. Hier werden civiele, maar vooral ook militaire voertuigen gebouwd. Lenting en de andere dwangarbeiders hadden er niet de laagst mogelijke status, want ze waren verzekerd bij de Betriebskrankenkasse van Hanomag. Ze waren ondergebracht in het Arbeitslager Mühlenberg, in 1941 opgericht aan de Hamelner-Chausse in het stadsdeel Mühlenberg. Daar stonden ze, net als tijdens het werk, onder bewaking, en de leefomstandigheden waren er slecht maar moeten toch beter zijn geweest dan in het KZ-Außenlager Hannover-Mühlenberg. Dat Lager Mühlenberg werd pas in februari 1945 opgericht en kende een bijzonder wreed regime. De gevangenen mochten er niet praten, en wie dat toch deed, liep kans doodgeknuppeld te worden.

In maart 1945 raakte Lenting zwaargewond: zijn onderbenen werden verbrijzeld. Het is niet bekend of dit een gevolg was van oorlogsgeweld (een bombardement) of van een bedrijfsongeval, maar hij werd overgebracht naar de Unfallklinik in de Marienstraße in het centrum van Hannover. Dit wijst weer op een relatief redelijke behandeling. De verpleging mocht echter niet baten: Lenting overleed in de avond van 23 maart 1945. Hij was 21 jaar oud.

Lenting werd begraven op het Stadtfriedhof an der Seelhorst in Hannover, in de Abteilung für Fliegeropfer, Abteilung 14, Nr. 307. De aanduiding Fliegeropfer kan betekenen dat hij bij een bombardement gewond raakte, maar sluit een bedrijfsongeval niet uit.

Zijn graf was een individueel graf, maar de ligging daarvan kon na de oorlog niet meer vastgesteld worden. Daarom is hij een van de 108 Nederlandse oorlogsslachtoffers zonder aanwijsbaar graf, die vermeld staan op een gedenksteen op het Nederlandse ereveld in Hannover. Dit ereveld ligt naast het Stadtfriedhof an der Seelhorst. Verder staat zijn naam vermeld in Gedenkboek 42 van de Oorlogsgravenstichting. In de gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting staan de namen van alle Nederlandse oorlogsslachtoffers zonder aanwijsbare laatste rustplaats.

Lentings Sterbeurkunde uit Hannover
Het gedenkteken op het Nederlandse ereveld in Hannover met de namen van 108 Nederlandse oorlogsslachtoffers van wie de stoffelijke resten niet naar dat ereveld konden worden overgebracht. Een van hen is Th.W.H. Lenting.
Foto: Oorlogsgravenstichting


Bronnen