Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Man, Simon Joseph de

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Grensjager De Man (1)

De overlijdensakte van grensjager De Man

Simon Joseph de Man was bij zijn overlijden op 25 april 1817 grensjager in 's-Heerenberg bij 28e escouade van het 2e Korps Grensjagers. Zijn rang was sergeant. Zijn collega's sergeant-majoor Roos en sergeant Peters hebben zijn dood de volgende dag aangegeven op het gemeenthuis van wat toen nog de gemeente 's-Heerenberg was. Daar heeft burgemeester Frans de Both de overlijdensakte opgemaakt.

De Mans overlijdensakte is de enige bron waarin hij voorkomt als grensjager. De akte vermeldt dat hij 52 jaar oud was, maar de namen van zijn ouders en zijn geboorteplaats worden niet genoemd. Nu waren er rond die tijd twee militairen die Simon Joseph de Man heetten, maar de ene was in 1788 geboren en dus te jong om de grensjager Simon Joseph de Man te zijn. Bovendien was hij al op 27 november 1812 omgekomen bij de Slag aan de Berezina tijdens de terugtocht van Napoleons Grande Armée uit Rusland.

De leeftijd van de overleden grensjager klopt met die van Simon Joseph de Man die op 8 september 1764 in Breda werd geboren als zoon van Lodovicus Johannes (in het Frans Louis Jean) de Man en Elisabeth Tierens. Op 13 juli 1788 trouwde hij in Tholen met Margareta Spek. Hun dochter Catharina werd rond 1791 geboren in Bergen op Zoom.

Zijn staat van dienst

Uit de beschikbare bronnen kan De Mans staat van dienst als militair vrij gedetailleerd worden gereconstrueerd. Aan het eind was hij een gepensioneerde onderofficier zoals die in 1814 gevraagd werden voor het Korps Grensjagers. Zijn loopbaan begon kort voor zijn zestiende verjaardag, toen hij dienst nam in het leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Datum Rang
of functie
Eenheid
5 augustus 1780 Tamboer Regiment van Bylandt
6 augustus 1785 Korporaal
10 oktober 1787 Sergeant Regiment van Esseren
18 oktober 1789 Uit de dienst ontslagen
1 november 1789 Korporaal Regiment van Dopff
28 juli 1796 1e Halve Brigade
21 oktober 1799 Soldaat Hollandse Brigade
15 oktober 1802 Sergeant Mariniers
12 april 1807 Uit de dienst ontslagen
3 mei 1807 3e Regiment Jagers
20 november 1807 Korporaal
26 september 1809 Sergeant
10 juni 1810 Institute Militaire
1 januari 1811 Sergeant 124e Regiment Infanterie van Linie
Sergeant 79e Cohort
19 april 1812 Sergeant 148e Regiment Infanterie van Linie
1 juli 1813 Sergeant Uit de dienst ontslagen

Bij het 124e Regiment Infanterie van Linie dienden ook:

De Man heeft in 1793, 1794, 1797, 1799, 1805, 1806, 1807, 1808 en 1812 deelgenomen aan militaire campagnes.

  • Bij de inzet in 1794 raakte hij gewond door een musketkogel in zijn linkerbeen.
  • In 1805, 1806 en 1812 werd hij ingezet sur mer, op zee. Het feit dat hij althans een deel 1812 op zee was, kan verklaren waarom hij niet heeft deelgenomen aan Napoleons veldtocht naar Rusland.

De Hollandse Brigade

De inzet in 1799 was in Noord-Holland in reactie op de invasie van een Brits-Russisch expeditieleger daar. Deze inval had de steun van Willem Frederik van Oranje-Nassau, de latere koning Willem I, die zich in Engeland in ballingschap bevond. De invasie mislukte echter, en na enkele maanden strijd werden de invallers door een Frans-Bataafse legermacht gedwongen een bestand te tekenen en zich in te schepen voor de terugtrekking naar Groot-Brittannië. Samen met het verslagen expeditieleger hebben zich ook Bataafse deserteurs ingescheept, waaronder De Man.

Dat De Man een deserteur was, blijkt uit een beëdigde verklaring die hij op 16 januari 1802 in Utrecht aflegde voor notaris Philip Christian Popp. Daarin bevestigde hij dat hij als soldaat getuige was geweest van het overlijden van sergeant Johan Adam Joris, echtgenoot van Johanna Geertruijda Verhoeff. Sergeant Joris was op 4 juli 1801 in het hospitaal "op Kŭlk" (Cork?) in Ierland bezweken aan de gevolgen van een ziekte die "het water" werd genoemd. Naast soldaat De Man was ook soldaat Alexander van Straten getuige van het overlijden. De Man en Van Straten waren daarna aanwezig bij de begrafenis van sergeant Joris. Alle drie dienden zij destijds in het corps van den geweesen Stadhouder der Verenigde Nederlanden.

Dit corps van den geweesen Stadhouder der Verenigde Nederlanden was de Hollandse Brigade die Willem Frederik van Oranje-Nassau op 21 oktober 1799 oprichtte op het Engelse eiland Wight. De brigade bestond niet alleen uit Bataafse deserteurs die kort tevoren uit Noord-Holland waren overgekomen, maar ook uit militairen van het voormalige Staatse leger en de marine die van elders waren gekomen; in totaal zo'n 5.000 man. Willem Frederiks vader, de laatste stadhouder Willem V, was officieel de brigadecommandant. Hij was den geweesen Stadhouder der Verenigde Nederlanden, maar in de praktijk had niet hij maar zijn zoon Willem Frederik de leiding.

In de eerste helft van 1801 diende de Hollandse Brigade in Ierland, dat in 1798 bij het Verenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië was gevoegd. Dit klopt met de verklaring die De Man een jaar later in Utrecht aflegde. Bij de opheffing van de Hollandse Brigade op 12 juli 1802 werd aan de officieren en manschappen een generaal pardon verstrekt. Velen, waaronder ook De Man, keerden daarna terug in Bataafse dienst.

Grensjager De Man (2)

De Man ging op 1 juli 1813 met pensioen, kort voor Nederland zijn onafhankelijkheid terugkreeg van Frankrijk. Daarna heeft hij minstens een jaar iets anders gedaan, want koning Willem I (zijn commandant bij de Hollandse Brigade) heeft het Korps Grensjagers pas op 28 juli 1814 opgericht. Of De Man zich toen meteen voor dit korps heeft aangemeld is niet bekend, maar bij het huwelijk van zijn dochter in Bergen op Zoom op 16 september 1815 was hij grensjager gestationeerd in Hoge en Lage Meeren bij Bergen op Zoom. Wanneer hij naar 's-Heerenberg is gekomen, kon niet worden achterhaald. In elk geval is hij daar als grensjager overleden.

Bronnen