Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen in 1681, toen hij aantrad als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen.
Onderaan staan zijn naam en zijn wapen en de naam van zijn vrouw en haar wapen. Beide zijn getooid met een Fürstenhut, zoals die ook voorkomt op het gebrandschilderde raam hieronder.

Korte levensloop

Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen was een zwager van Oswald III van den Bergh door zijn huwelijk op 12 januari 1666 in Boxmeer met diens zuster Maria Clara van den Bergh. Hij werd daarmee de stamvader van de graven van Bergh uit het Huis Hohenzollern-Bergh (17121787). Hij had acht zonen en vier dochters. Zijn oudste zoon Meinrad Karl Anton was de vader van Frans Willem van Hohenzollern-Bergh, de eerste graaf van Hohenzollern-Bergh.

Vorst Maximiliaan werd op 20 januari 1636 geboren als zoon van Meinrad I van Hohenzollern-Sigmaringen en Anna Maria van Törring-Seefeld. Hij trad in dienst van de keizer van Oostenrijk, die hem het bevel gaf over een regiment dragonders. Hij vocht in de Oostenrijks-Turkse Oorlog van 16631664. In de Franse oorlog (16721678) voerde hij vanaf 1674 het commando over het Duitse Rijksleger aan de Rijn. Na de Vrede van Nijmegen van 1678 trok hij naar Wenen.

Na de dood van zijn vader in 1681 werd hij regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen. Hij heeft veel bouwwerkzaamheden laten uitvoeren in de stad Sigmaringen en het Slot Sigmaringen. In augustus 1689 stierf hij op 53-jarige leeftijd.

Zijn gebrandschilderde raam

Het gebrandschilderde raam dat Maximilaan van Hohenzollern-Sigmaringen schonk aan het karmelietenklooster in Boxmeer

Vorst Maximiliaan heeft in 1684 een van de gebrandschilderde ramen in het karmelietenklooster in Boxmeer geschonken. Het is geplaatst tussen dat van zijn vrouw Maria Clara van den Bergh en dat van haar tante Maria Elisabeth van den Bergh. Ook de ramen van Oswald III van den Bergh, Elisabeth Catharina van den Bergh en Herman Frederik van den Bergh – en mogelijk een of meer van de ongedateerde ramen – zijn in 1684 geplaatst; wellicht allemaal op aansporing van graaf Oswald, die toen heer van Boxmeer was.

Het raam is gewijd aan kardinaal Jacobus van Ossa, die van 1316 tot 1334 regeerde als paus Johannes XXII. In 1314, nog voor zijn pausschap, was de Maagd Maria aan hem verschenen, gekleed in een karmelietenhabijt. Zij vertelde hem dat hij paus zou worden op voorwaarde dat hij als paus het Zaterdagprivilege wereldkundig zou maken. Dit was haar belofte aan alle karmelieten die na hun dood in het vagevuur belandden, dat zij hen, mits zij volgens de regels hadden geleefd, op de zaterdag na hun dood van het vagevuur naar de hemel zou begeleiden.

In het raam is Maria's verschijning aan Jacobus van Ossa uitgebeeld. Daarboven is het wapen van Hohenzollern te zien, getooid met een Fürstenhut, de rangkroon die in het Duitse Keizerrijk symbool stond voor een vorst in de zin van staatshoofd van een vorstendom. Onder het wapen staan in het Frans de naam en titels van vorst Maximiliaan.

Maximiliain, par la grace de Dieu Prince de Zollern, Conte de Sigmaringhen, Veringhen et Swabeeck, Seigneur de Haigerloch, Werstein, Chambellan du S. Empire


Bronnen