Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Mos, Arie de

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 10 mrt 2022 om 16:29 (heeren)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Arie de Mos.jpeg

Arie de Mos (Naaldwijk, 7 april 1913 - Doetinchem, 10 november 1958) woonde vanaf 1947 aan de Nieuwstraat 3 in 's-Heerenberg. Hij was in 1955 medeoprichter van aquariumvereniging Waterweelde. Hij zat ook nog bij de BB (Bescherming Bevolking).

Als jochie van 18 jaar was hij al ondernemend. Toen zijn ouders van Naaldwijk ('t Westland) naar Den Haag verhuisden, omdat zijn vader daar bij het kadaster ging werken, heeft Arie in 1932 nog een half jaar in Hüthum (Dld.) gewerkt op de tuinderij van zijn oudere broer Dirk de Mos en de familie Koppenol. Deze familie kwam ook uit Naaldwijk. De reis naar Hüthum moet voor die tijd een hele onderneming zijn geweest.

Arie stond in de vijftiger jaren in 's-Heerenberg bekend als radioreparateur. Hacker: Toen de Marechaussee een radio-oefening had in 's-Heerenberg met een radiozendvoertuig, lukte het Arie om in te breken in de zendfrequentie en kwam hij in gesprek met zijn oudste zoon, die daar op oefening was. Ook had hij een klein draagbaar radiootje gefabriceerd. De stroom ervoor haalde hij van een extra dynamo op de fiets.

Hij werkte eerst als metaalbewerker bij de DRU in Ulft en onderweg werd hij aangehouden: "Kunt U een luisterkaart voor dat radiootje tonen?". Gelukkig werd het al uitgeschreven proces-verbaal toch nog verscheurd. Na nog bij de Probat in 's-Heerenberg te hebben gewerkt, ging hij als elektricien werken bij Philips in Doetinchem, waar hij tot zijn overlijden in 1958 is gebleven.

Ook experimenteerde hij met zijn zeer vroege "walkman" op zijn bromfiets, maar zodra hij gas gaf, kwam er een vreselijk brommend geluid uit. Tijdens zijn langdurig ziekbed in 1958 werd er zelfs door Philips nog bij hem thuis gratis een tv-toestel met antenne geplaatst. Dat was heel uitzonderlijk voor die tijd.

Bron

  • Peter de Mos