Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Oswald III van den Bergh

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 15 nov 2015 om 15:14 (link Boxmeer)
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit portret van Oswald III hangt in het Karmelietenklooster in Boxmeer, dat in 1635 door zijn vader werd gesticht. Op de achtergrond is de toren van Huis Bergh afgebeeld.
De vermelding in 17e-eeuwse aantekeningen van het huwelijk tussen graaf Oswald III en gravin Leopoldina.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Zijn leven

Oswald III van den Bergh was van 1689 (formeel van 1674) tot 1712 graaf van Bergh. Zijn voornamen luidden voluit Albert Oswald Frans. Hij werd op 5 september 1646 geboren in Boxmeer als zoon van Albert van den Bergh en Madeleine de Cusance. Hij was een maand oud toen hij op 4 oktober werd gedoopt, maar omdat de uitvoering van de plechtigheid onvolledig was, werd hij op 24 september 1656 nog een keer gedoopt.

Kort voor die tweede doop, op 17 juli, overleed zijn vader. Oswalds drie jaar oudere broer Frederik Frans was de opvolger, maar omdat die nog minderjarig was, trad zijn moeder op als regentes. Frederik Frans overleed al in 1661, achttien jaar oud, waarmee de rechten van opvolging overgingen op Oswald. De rechten van de heerlijkheid Diksmuide in Vlaanderen, die ook Berghs bezit was, gingen echter over op Oswalds jongere broer Willem Leopold, maar toen die in 1673 overleed, kreeg Oswald ook Diksmuide.

Bij het overlijden van Frederik Frans in 1661 was Oswald vijftien jaar en nog minderjarig, zodat zijn moeder regentes bleef. Dat bleef zij ook nadat hij meerderjarig werd, want zij wilde geen afstand doen van haar regentschap. Dit zorgde, naast de financiële problemen die er al waren, voor veel onenigheid tussen moeder en zoon. In 1674 had Oswald er genoeg van en nam het graafschap Bergh tegen zijn moeders wil formeel in bezit. Hij was toen al 28 jaar. Pas nadat zijn moeder in 1689 overleed, kon hij zich ongestoord graaf van Bergh noemen.

Hij was al enige tijd daarvoor, op 31 december 1686, op kasteel Rietberg in Westfalen getrouwd met Maria Leopoldina gravin van Oostfriesland-Rietberg. Een maand later, op 28 januari 1687, kwam hij met "deszelfs gemalinne" aan in 's-Heerenberg. Hij was toen veertig, zij was 37. Hoewel beide moeders toen nog leefden, lijkt het er niet op dat het huwelijk gearrangeerd was. Daarvoor waren man en vrouw op hun trouwdag wel te oud.

Het huwelijk van Oswald en zijn vrouw is kinderloos gebleven. Daarom begon hij in 1708 advies in te winnen om het zelfstandig voortbestaan van het graafschap Bergh veilig te stellen. Dit leidde tot zijn testament van 19 juni 1712, waarin hij bepaalde dat zijn rechten moesten overgaan op Frans Willem van Hohenzollern-Sigmaringen, de tweede kleinzoon van zijn zuster Maria Clara van den Bergh. De eisen daarbij waren dat de kleinzoon in Nederland kwam wonen en het wapen en de naam van de graven van Bergh aannam. Daarmee werd het nieuwe grafelijke Huis Hohenzollern-Bergh gesticht. Aangezien Frans Willem in 1712 pas zeven jaar oud was, werd Oswalds weduwe regentes voor de kleinzoon van haar schoonzuster. Zij nam ook zijn opvoeding over. Na haar overlijden in 1718 nam Frans Willems moeder het regentschap over tot diens meerderjarigheid.

Oswalds testament van 19 juni 1712 was zijn tweede en werd ook zijn laatste. De volgende dag overleed hij op Huis Bergh. Het zou voor de hand liggen hem bij te zetten in de grafelijke grafkelder in 's-Heerenberg, ware het niet dat de kerkenraad al in 1668 besloten had het afdak over deze grafkelder en de halve kerk wegens bouwvalligheid af te breken. Hij werd daarom begraven in de kerk in Boxmeer, naast zijn vader Albert en zijn moeder Madeleine. Met hem was na drie eeuwen het Huis Van der Leck in de mannelijke lijn uitgestorven.

Grote schulden

De medaillons voorstellende Oswald III (links) en zijn vrouw.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Oswald III had grote schulden van zijn ouders geërfd, die vooral waren ontstaan door de vele rechtszaken waarin zij betrokken waren geweest. Dit weerhield hem er niet van in grote luxe te leven, zodanig dat de schulden bij zijn overlijden in 1712 zeven keer zo groot waren als in 1684. Ze waren met name ontstaan door de vele verbouwingen die hij aan zijn kastelen had laten uitvoeren en aan de levensstijl die hij erop nahield. Er wordt wel beweerd dat hij die te danken had aan de invloed van zijn Franse moeder en zijn Franse leeftijdgenoot Lodewijk XIV, de Zonnekoning. In elk geval was hij dankzij studie aan de Hogeschool in Leuven en bezoeken aan Frankrijk – het land van zijn moeder – een zeer gecultiveerde edelman geworden. Bovendien bouwde iedereen van naam in die tijd een paleis, zoals stadhouder Willem III, die rond 1690 paleis Het Loo lieten verrijzen. Natuurlijk liet ook Oswald een Franse tuin aanleggen.

Huis Bergh was zijn vaste residentie, waar hij met vorstelijke allure hof hield. Zo had hij er een valkenier en hofmuziekanten. Al bij aankomst konden gasten de portretten van hem en zijn vrouw zien in de vorm van twee medaillons die tot op de dag van vandaag ingemetseld zijn aan weerszijden van de poort naar de hoofdburcht. Hij had ook schip, dat hem veel geld kostte en meestal in Emmerik afgemeerd lag, maar dat deerde hem niet. In 1692 liet hij zelfs een nieuw schip bouwen (dat na zijn overlijden is verkocht). Voor zijn bezoeken aan Boxmeer had hij een koets die getrokken werd door zes Isabel-kleurige paarden. Zulke paarden hebben een lichtgele vacht en witte manen.

Een bijzonderheid die losstaat van zijn levensstijl is zijn politieke oriëntatie. Hij is de enige van de latere graven van Bergh die zich niet op de Zuidelijke Nederlanden en Duitsland richtte, maar op Den Haag. In 1672 (aan het einde van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk) bezocht hij die stad om zijn diensten aan te bieden aan de Staten-Generaal. Op de terugweg reisde hij met de nieuwe stadhouder Willem III naar de vesting Wesel om die gezamenlijk te inspecteren.

Zijn chronogrammen

Graaf Oswald moet een bijzondere interesse hebben gehad voor chronogrammen – al zullen meer mensen van zijn stand dat hebben gehad. Hij heeft er in Bergh minstens vier nagelaten.

Op het poortgebouw naar de hoofburcht van Huis Bergh

Zijn oudst bekende chronogram liet hij in 1679 aanbrengen op het poortgebouw naar de hoofburcht van Huis Bergh. Hij was toen 33 jaar oud en nog ongehuwd, maar had blijkbaar goede hoop op een nageslacht:

CoMes OsVVaLDVs sIbI et posterIs ereXIt

Deze zin Comes Oswaldus sibi et posteris erexit betekent: Graaf Oswald heeft deze poort voor zichzelf en zijn nakomelingen gebouwd. De rode letters geven opgeteld als Romeinse cijfers het jaar 1679.

Op de jachtkamer van hotel Montferland

Op de jachtkamer van hotel Montferland, die Oswald in 1699 liet bouwen, staan twee chronogrammen. Beide vormen het jaar 1699.

In het chronogram op de noordoostelijke muur zijn de woorden in elke regel gescheiden zijn door een dubbele punt:

CHRONODISTICON
rVDera:sI:pVDVIt
trIstesqVe:habItare:rVInas
en:noVa:strVCta:tIbI
regIa:pLVto:reDI.

Ofwel: Rudera si puduit tristesque habitare ruinas en nova structa tibi regia. Pluto redi. De vertaling van dit chronodisticon (een chronogram in de vorm van een distichon ofwel een tweeregelig vers) is: Als gij u geschaamd hebt (hier) in een puinhoop en trieste ruïne te wonen, zie dan: er is een nieuw paleis voor u gebouwd. Pluto, kom terug. De jachtkamer staat op de plek waar Oswalds voorvader graaf Willem IV al in de tweede helft van de zestiende eeuw een jachthuis had laten bouwen. Dit was in de loop der tijd vervallen geraakt en nu door Oswald vervangen door een nieuw gebouw. De opdracht aan Pluto, de Romeinse god van de onderwereld, is wellicht een verwijzing naar de lugubere sfeer uit de tijd van de ruïne.

Het chronogram op de noordwestelijke muur luidt:

C H R O N I C O N
thesaVrIs
eXCIsIs
osVVaLDVs Me
strVXIt.

De waarschijnlijke vertaling van CHRONICON. Thesauris excisis Oswaldus me struxit is: Chronogram. Nadat (hier) schatten waren uitgebroken, heeft Oswald mij laten bouwen. Deze cryptische formulering slaat waarschijnlijk op een schat die inwoners van 's-Heerenberg ter plaatse zouden hebben gevonden. Oswald eiste de schat op (hij was immers eigenaar van de grond) en ging naar de rechter om zijn gelijk te krijgen. Bij gebrek aan bewijs dat de schat ooit had bestaan, gingen de beschuldigden ook in hoger beroep vrijuit. Oswald bleef niets anders over dan zijn onvrede uit te drukken in een chronogram.

Boven de ingang van de jachtkamer zijn de wapens van Oswald en van zijn vrouw aangebracht.

Boven het ingangsportaal van Huis Bergh

Boven de ingang van het hoofdgebouw van Huis Bergh staat een chronogram uit 1701 waarin zowel zijn eigen voornaam als die van zijn vrouw gebruikt wordt.

Deo faVente OsVVaLDVs et LeopoLDIna eXstrVXerVnt.

Deze zin Deo favente Oswaldus et Leopoldina extruxerunt betekent: Met Gods gunst hebben Oswald en Leopoldina dit gebouwd. De rode letters geven opgeteld als Romeinse cijfers het jaartal 1701.

Dit chronogram komt van een lijst van acht Latijnse chronogrammen die in het archief van Huis Bergh wordt bewaard. Ze hebben allemaal met hetzelfde onderwerp en verwijzen allemaal naar het jaar 1701.

Zijn verdere zichtbare nalatenschap

Het grafmonument voor Oswald en zijn vrouw in de hedendaagse Sint-Petrusbasiliek van Boxmeer.

Oswald heeft veel tijd doorgebracht in 's-Heerenberg en Boxmeer. In beide plaatsen zijn tot op de dag van vandaag sporen van hem te zien.

In Bergh

De meeste van Oswalds sporen in Bergh zijn hierboven al aan de orde gekomen: zijn chronogrammen, de jachtkamer op Montferland en de toegangspoort tot het hoofdgebouw van Huis Bergh. Bij het ingangsportaal van Huis Bergh moeten, naast het chronogram, de trappen en de deuromlijsting genoemd worden.

In Boxmeer

Oswald werd begraven in de Sint-Petruskerk (sinds 1999 –basiliek) van Boxmeer. Ter herinnering werd een grafmonument aangebracht, dat is gemaakt door de Vlaamse beeldhouwer Jan-Baptist Xavéry (16971742). Het stelt een sarcofaag voor met daarboven een obelisk. Hierop zit een treurende kinderfiguur (een putto) met naast zich een schedel. Op de sarcofaag staat een Latijnse tekst, op de obelisk zijn rechts Leopoldina's wapen en links dat van haar man aangebracht.

In de Tweede Wereldoorlog is de Sint-Petruskerk zwaar beschadigd. In 1946 werd de ruïne afgebroken, waarna een geheel nieuwe kerk gebouwd. Het grafmonument voor Oswald en Leopoldina is bewaard gebleven en werd ingemetseld in de muur van de noordelijke zijbeuk.

Oswalds wapen van dat van zijn vrouw zijn, behalve op het grafmonument, ook aangebracht op panelen tussen de pilaren die het zangkoor dragen. Ook die zijn in het nieuwe kerkgebouw bewaard gebleven.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp