Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Renne, Henricus Antonius van der: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Administrateur in Bergh)
(aanvulling Elten)
 
Regel 18: Regel 18:
  
 
== Administrateur in Bergh ==
 
== Administrateur in Bergh ==
 +
[[Bestand:004432657 00308 Renne.jpg|thumb|right|400px|'''Het briefje waarmee de pastoor van Elten Van der Rennes overlijden meldde aan de gemeente Bergh. Boven en onder de woorden van de pastoor staan aantekeningen van het kantongerecht in Terborg over de registratie van het briefje en de betaling van de leges.]]
 
In [[1803]] trouwde hij met Johanna Antonia Hoevel, dochter van zijn voorganger als administrateur, [[Hoevel, Johannes Nepomucenus|Johannes Nepomucenus Hoevel]]. Hij woonde met haar op de [[Byvanck]] in [[Beek]], dat eigendom was van zijn schoonvader. Het kan nauwelijks toeval zijn dat ex-momboir De Stuers zich rond diezelfde tijd op [[Boetselaersborg|De Boetselaersborg]] in [['s-Heerenberg]] vestigde.
 
In [[1803]] trouwde hij met Johanna Antonia Hoevel, dochter van zijn voorganger als administrateur, [[Hoevel, Johannes Nepomucenus|Johannes Nepomucenus Hoevel]]. Hij woonde met haar op de [[Byvanck]] in [[Beek]], dat eigendom was van zijn schoonvader. Het kan nauwelijks toeval zijn dat ex-momboir De Stuers zich rond diezelfde tijd op [[Boetselaersborg|De Boetselaersborg]] in [['s-Heerenberg]] vestigde.
  
Regel 28: Regel 29:
 
Vanaf [[1819]] was hij tevens lid van de Provinciale Staten van [[Gelderland]]. Als administrateur werd hij in [[1823]] opgevolgd door zijn zwager [[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Lodewijk van Nispen]]. Lid van de Provinciale Staten bleef hij tot zijn dood in [[Elten]] op 1 april [[1828]]. Hij is zestig jaar oud geworden.
 
Vanaf [[1819]] was hij tevens lid van de Provinciale Staten van [[Gelderland]]. Als administrateur werd hij in [[1823]] opgevolgd door zijn zwager [[Nispen, Lodewijk Carel Jacob Christiaan Frans van|Lodewijk van Nispen]]. Lid van de Provinciale Staten bleef hij tot zijn dood in [[Elten]] op 1 april [[1828]]. Hij is zestig jaar oud geworden.
  
Er zijn twee straten naar hem vernoemd: de [[Van der Rennestraat]] in Beek en de [[Van-der-Renne-Allee]] in [[Hoog-Elten]].
+
Bij zijn dood woonde Van der Renne officieel nog in Beek. De pastoor van Elten schreef op 11 juli 1828, ruim drie maanden na Van der Rennes overlijden, een briefje aan de [[gemeente Bergh]], waarin hij meedeelde dat ''der Hochwohlgeborne Herr Heinrich Anton Van der Renne, des römischen Reiches Ritter && Wittwer der Johanna Antonia Hövel'' was overleden aan een apoplexie (beroerte). [[Politiek#Burgemeesters|Burgemeester]] [[Rietveld, Arnold|Arnold Rietveld]] heeft het overlijden op 15 juli ingeschreven in het overlijdensregister van Bergh, nadat het briefje van de pastoor die dag op het kantoor van de [[Rechtspraak|kantonrechter]] in [[Terborg]] was geregistreerd.
 +
 
 +
== Straten ==
 +
Er zijn twee straten naar hem vernoemd:
 +
*[[Van der Rennestraat]] in Beek
 +
*[[Van-der-Renne-Allee]] in [[Hoog-Elten]].
  
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==

Huidige versie van 1 okt 2021 om 12:40

Henricus Antonius van der Renne was administrateur in dienst van de graven van Bergh. Zijn voornamen komen ook voor als Hendrik Antoon en Henri Antoine.

Griffier in Roermond

Hij werd in 1767 geboren in Roermond als zoon van Franciscus Bernardus van der Renne en Marie Sophie Lindtgen. Roermond was destijds de hoofdplaats van Oostenrijks-Gelre, een restant van Opper-Gelre dat in 1713 werd toegewezen aan de Oostenrijkse Nederlanden. Zijn vader was griffier van Soevereine Hof van Gelre, dat het gebied bestuurde. Volgens meerdere bronnen heeft zijn vader deze functie tot 1792 bekleed, maar uit het uit het onderstaande blijkt dat Van der Renne zijn vader uiterlijk in 1789 is opgevolgd. Het kan zijn dat vader en zoon enige tijd samen griffier zijn geweest, of dat de zoon zijn vaders functie tot 1792 heeft waargenomen. Hoe dan ook, in 1794 bezetten Franse troepen Oostenrijks-Gelre, dat het jaar daarop door Frankrijk werd ingelijfd. Aldus was Hendrik Antoon van der Renne de laatste griffier van Oostenrijks-Gelre.

De laatste jaren van Oostenrijks-Gelre waren een roerige tijd. In 1780 trad keizer Joseph II aan, wiens vele impopulaire hervormingen in de Oostenrijkse Nederlanden tot een opstand leidden. Het gebied verklaarde zich op 24 oktober 1789 onafhankelijk en riep de Verenigde Nederlandse Staten uit. Keizer Joseph II overleed echter op 20 februari 1790, waarna zijn opvolger Leopold II de hervormingen terugdraaide en de Verenigde Nederlandse Staten op 3 december 1790, na iets meer dan een jaar, ophielden te bestaan.

Ontvoerd door Weertse burgers

In deze onrustige jaren vond de zogenaamde Raid naar Roermond plaats. De inwoners van Weert (dat bij Oostenrijks-Gelre hoorde) waren zo verbolgen over keizer Josephs hervormingen dat op 28 december 1789 een groep van 630 gewapende Weertse burgers naar Roermond trok om de uitvoerders van de gehate maatregelen gevangen te nemen. Die uitvoerders waren momboir (officier van justitie) Joseph Bernard Stuers, kanselier Willem Joseph Luytgens en griffier Hendrik Antoon van der Renne. Zij werden op 29 december gearresteerd en gevankelijk naar Brussel overgebracht.

Spontaan was de actie van de Weertenaren echter niet, want ze werden ertoe aangezet door Johannes Syben, tot kort voordien burgemeester van Roermond en directeur van het Armengasthuis aldaar. In die laatste functie had hij samen met familieleden fraude gepleegd en was na een onderzoek door Stuers oneervol ontslagen. Syben maakte nu van de onrust gebruik, zogenaamd om Stuers, Luytgens en Van der Renne naar een veiliger oord te brengen, maar in werkelijkheid om wraak te nemen.

Hoe dan ook, op 3 januari 1790 kwamen de stoet aan in Brussel, waar de drie gevangenen werden opgesloten in het klooster van de Ongeschoeide Karmelietessen. De behandeling was niet slecht, ook onderweg niet, zo blijkt uit de minstens vier brieven die Stuers tijdens zijn gevangenschap aan zijn vrouw heeft geschreven. De drie mannen waren niettemin van hun vrijheid beroofd en moesten uit eigen zak in hun levensonderhoud voorzien. Het duurde tot na 11 januari voor ze eindelijk ondervraagd werden en er iets van een rechtszaak op gang kwam. Die liep evenwel met een sisser af, en op 31 januari werden ze vrijgelaten.

Uiteindelijk keerden Van der Renne en Stuers in december 1790 terug op hun posten in Roermond. Kanselier Luytgens volgde hen eind januari 1791. Daar bleef een gevoel van ongerechtigheid aan de drie mannen knagen, en hoewel keizer Leopold II op 14 oktober 1790 had verordonneerd dat alle excessen die gedurende de opstand waren voorgevallen, vergeven en vergeten waren, dienden zij op 30 januari 1792 een eis tot eerherstel en schadevergoeding in. Van der Renne en Stuers eisten 3000 Louis d'Ors, terwijl Luytgens (een kinderloze weduwnaar) tevreden was met slechts 200 Louis d'Ors (de Louis d'Or was een Franse gouden munt). Nieuwe onrust als gevolg van de Franse Revolutie was er de oorzaak van dat het nooit tot een schadevergoeding is gekomen.

Na de bezetting van Oostenrijks-Gelre in 1794 door de Fransen vestigde Van der Renne zich als emigré in Maastricht.

Administrateur in Bergh

Het briefje waarmee de pastoor van Elten Van der Rennes overlijden meldde aan de gemeente Bergh. Boven en onder de woorden van de pastoor staan aantekeningen van het kantongerecht in Terborg over de registratie van het briefje en de betaling van de leges.

In 1803 trouwde hij met Johanna Antonia Hoevel, dochter van zijn voorganger als administrateur, Johannes Nepomucenus Hoevel. Hij woonde met haar op de Byvanck in Beek, dat eigendom was van zijn schoonvader. Het kan nauwelijks toeval zijn dat ex-momboir De Stuers zich rond diezelfde tijd op De Boetselaersborg in 's-Heerenberg vestigde.

Van der Renne kreeg twee kinderen:

De functie van administrateur van Huis Bergh aanvaardde hij in 1805. Op 27 september 1817 bevestigde koning Willem I zijn erfelijke adellijke titel ridder, die zijn vader Franciscus Bernardus van der Renne op 27 november 1785 had ontvangen van keizer Joseph II.

Vanaf 1819 was hij tevens lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Als administrateur werd hij in 1823 opgevolgd door zijn zwager Lodewijk van Nispen. Lid van de Provinciale Staten bleef hij tot zijn dood in Elten op 1 april 1828. Hij is zestig jaar oud geworden.

Bij zijn dood woonde Van der Renne officieel nog in Beek. De pastoor van Elten schreef op 11 juli 1828, ruim drie maanden na Van der Rennes overlijden, een briefje aan de gemeente Bergh, waarin hij meedeelde dat der Hochwohlgeborne Herr Heinrich Anton Van der Renne, des römischen Reiches Ritter && Wittwer der Johanna Antonia Hövel was overleden aan een apoplexie (beroerte). Burgemeester Arnold Rietveld heeft het overlijden op 15 juli ingeschreven in het overlijdensregister van Bergh, nadat het briefje van de pastoor die dag op het kantoor van de kantonrechter in Terborg was geregistreerd.

Straten

Er zijn twee straten naar hem vernoemd:

Bronnen

  • Bestuur en bestuurders in Nedermaas, 1794–1814, Kees Schaapveld, Uitgeverij Verloren, Hilversum (2017), blz. 328
  • De ontvoering van drie Roermondenaren door Weertenaren in 1789 door J. Henkens in De Maasgouw, jaargang 101, nr. 2 (1982), blz. 49–64
  • Archieven.nl
  • De van Nispens en Bergh in de 18e en 19e eeuw, bijlagen