Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Sint Jozef: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(De Gelderlander: tekst conform oorspronkelijke artikel)
Regel 7: Regel 7:
 
Uit de Gelderlander van donderdag 10 juli [[1969]]
 
Uit de Gelderlander van donderdag 10 juli [[1969]]
 
----
 
----
<tt>'''Uitbreiding en modernisering St.Jozef zaal ’s-Heerenberg'''
+
<tt><big>'''Uitbreiding en modernisering St.Jozefzaal ’s-Heerenberg'''</big>
  
Als alles volgens plannen verloopt zal ’s-Heerenberg over iets meer zaalaccommodatie beschikken als voorheen. De nieuwe eigenaar van het voormalige pararochiehuis [[Jansen, Hendrikus Jacobus|H. Jansen]] gaat namelijk de zaal uitbreiden en het cafégedeelte moderniseren.
+
's-HEERENBERG - Als alles volgens plannen verloopt zal 's-Heerenberg eind dit jaar over iets meer zaalaccommodatie beschikken dan tot nu toe het geval was. De nieuwe eigenaar van het voormalige parochiehuis "St. Joseph", de heer [[Jansen, Hendrikus Jacobus|H. Jansen]], gaat nl. de zaalruimte van dit pand uitbreiden en het cafégedeelte drastisch moderniseren.
  
De nieuwe zaal heeft een oppervlakte van 18x13m en kan eventueel uitgebreid worden met een daar achter gelegen vergaderzaal van 10x6m. Het toneel is op de langste zijde van de zaal.
+
<big>''' '' Verbouw wordt in fasen uitgevoerd'' '''</big>
Geprojecteerd met daar achter twee kleedlokalen. Het streven is om eerst de zaal te verbouwen en daarna het café gedeelte i.v.m. de Carnaval streef datum 11 november (Pronkzitting).
 
  
Naar de stijl en materialen die in het gebouw  gebruikt zijn gaat men er van uit dat het zeker vier eeuwen oud is als voornaam Patriciërshuis. Het bezat toen nog  aan de westzijde de zelfde kenmerkende puntgevel als het nu nog aan de oostzijde heeft. De westgevel stond verder naar binnen dan nu het geval is. Het gedeelte wat nu nog in beslag wordt genomen door keuken en woonkamer fungeerde vroeger als koetshuis met stallen.
+
'''De nieuwe zaal heeft een oppervlakte van 18 x 13 m en kan eventueel uitgebreid worden met de daarachterliggende vergaderzaal van 10 x 6 m. Op de lange zijde van de zaal is het toneel geprojecteerd (63 m2) met daarachter twee kleedlokalen.  
 +
<br/>'''De bouw zal waarschijnlijk in twee fasen verlopen; allereerst zal de huidige zaal grotendeels worden gesloopt om de bouw van de nieuwe mogelijk te maken. De streefdatum is 11 november, de dag van de eerste [[Carnaval|carnavalszitting]]. Daarna zal begonnen worden met de verbouw van het voorpand in een restauratie- en cafégedeelte.'''
  
In oude  archiefstukken o.a. [[1585]] en [[1615]] wordt vaak de naam de [[Lantscroon]] genoemd liggende aan de [[Molenpoortstraat]]. Dat dit pand niet aan de andere kant van de straat gelegen heeft kan men vaststellen aan de branden die er gewoed hebben in [[1846]] en [[1868]] en dat er grote gedeelte van de [[Kellenstraat]] en de zuiderzijde van de Molenpoortstraat en zelfs het Johan van Esserenhuis verloren gingen, deze werd in [[1847]] weer herbouwd door Willem van Ditshuizen [[Administrateurs en rentmeesters|rentmeester]] van het kasteel en tevens gemeente-ontvanger.
+
Alhoewel over de geschiedenis van het pand in tegenstelling tot andere oude gebouwen in 's-Heerenberg, vrij weinig met zekerheid bekend is, mag men toch aannemen, gezien de stijl en het gebruik van de materialen, dat het ruim vier eeuwen geleden is gebouwd  als een voornaam patriciërshuis. Het bezat toen aan de westzijde dezelfde kenmerkende puntgevel als het nu nog aan de oostzijde heeft.
 +
<br/>Deze westgevel stond verder naar binnen, dan nu het geval is. Het gedeelte wat nu nog in beslag wordt genomen door keuken en woonkamer fungeerde vroeger als koetshuis met stallen. Zeer oude 's-Heerenbergenaren kunnen zich de inrit daarvan, op de plaats waar nu de keuken is, nog herinneren
  
Over de eerste bewoners is niets bekend. In een van de zijgevels bevindt zich een wapen dat misschien iets van de eerste bewoners kan vertellen. In de Franse tijd rond [[1800]] werd het huis bewoond door [[Dominees|dominee]] Van Woelderen en dat het ca. [[1860]] in het bezit is gekomen van een zeer welgestelde familie van Barneveldt.  
+
<big>'''Branden'''</big><br/>
 +
In oude  archiefstukken, o.a. van [[1585]] en [[1615]], wordt vaak de naam genoemd van het huis [[Lantscroon|"De Landts Croon"]] liggende aan de [[Molenpoortstraat]]. De archivaris van de gemeente, [[Kremer, 'meester'|de heer Kremer]], neemt aan, dat hiermee dit pand bedoeld is. De huidige [[Molenstraat]] is nl. de vroegere eigenlijke Molenpoortstraat. Dat dit pand niet aan de andere kant van de straat gelegen heeft, kan men vaststellen aan de hand van de stukken over de branden die er gewoed hebben in [[1846]] en [[1868]] en waarbij grote gedeelten van de [[Kellenstraat]], de zuidzijde van de Molenpoortstraat en zelfs het Johan van Esserenhuis verloren gingen. Het Johan van Esserenhuis werd in [[1847]] weer herbouwd door Willem van Ditshuizen [[Administrateurs en rentmeesters|rentmeester]] van [[Huis Bergh|het kasteel]] en tevens gemeente-ontvanger, en het is dus echt niet zo oud als sommigen menen.
  
Daarna is het een kostschool geweest voor meisjes die geleid werd door drie gezusters Rueff. Omdat in deze school Frans de voertaal was werd het in de volksmond de Franse school genoemd. Daarvoor had ’s-Heerenberg een kostschool voor jongens op de plaats waar nu de [[Pancratiuskerk|Rooms Katholieke kerk]] staat.
+
<big>'''Franse tijd'''</big><br/>
 +
Over de eerste bewoners is niets bekend. Wel bevindt zich in één van de zijgevels een wapen, dat misschien iets zou kunnen onthullen van de bouwer. In de Franse tijd, dus rond [[1800]], werd het huis bewoond door [[Dominees|dominee]] Van Woelderen. Verder weet men ook, dat het ca. [[1860]] in het bezit is gekomen van de zeer welgestelde familie Van Barneveldt.
 +
<br/>Daarna is het een kostschool geweest voor meisjes, die geleid werd door drie gezusters, de dames Rueff. Omdat in deze school Frans de voertaal was, werd zij in de volksmond "de Franse school" genoemd.
 +
<br/>Daarvoor had ’s-Heerenberg [[Kostschool van Bastiaan Kouwenberg|een kostschool]] bezeten voor jongens in een ongeveer gelijk gebouwd huis, dat gestaan heeft op de plaats waar nu de [[Pancratiuskerk|r.-k. kerk]] staat. Het peil van deze school was zo hoog, zo vertelt de heer Kremer, dat de afgestudeerde jongens zonder meer werden aangenomen op de Militaire Academie in Breda.
  
Volgens [[Kremer, 'meester'|de heer Kremer]] was het peil van deze school zo hoog dat de jongens zonder meer aangenomen werden op de Militaire Academie in Breda. Toen de dames Rueff waren gestorven werd de kostschool opgeheven. Wie toen eigenaar is geworden valt niet na te gaan. De heer Kremer vermoedt dat dit de zeer vermaarde dokter Roding is geweest, die woonde op de plaats waar nu de nieuwe pastorie staat. Wel is bekend dat er rond [[1900]] een [[Kunst|kunstschilder]] heeft gewoond met de naam Koster; daarna heeft het een tijd leeg gestaan.
+
Toen de dames Rueff gestorven waren, werd de kostschool opgeheven. Wie toen eigenaar geworden is, valt niet na te gaan. De heer Kremer vermoedt, dat dit de toen zeer vermaarde [[Roding, Theodorus Wilhelmus Bernardus|dokter Roding]] is geweest, die woonde op de plaats waar nu de nieuwe pastorie staat.
 +
<br/>Wel is bekend dat er rond [[1900]] een [[Kunst|kunstschilder]] met de naam Koster in gewoond heeft. Daarna heeft het gebouw een tijd leeg gestaan.
  
In die tijd werd er ook een vereniging opgericht, De St. Joseph Vereniging, die onderdak had in een houten gebouw aan de [[Stokkumseweg]] en later in het pad waar nu [[Witte kruidenier|Witte’s zelfbediening]] staat aldus de krant, thans Klarenaars-zoethandel. Dankzij de toenmalige [[Pastoors en Kapelaans|kapelaan]] en verschillende giften en wel de belangrijkste gift van een mevrouw Meyer werd het mogenlijk om het leegstaande pand te kopen, dat omgebouwd werd tot het Vereniging Huis St.Jozeph. Later werd het uitgebreid met een toneelzaal en kegelbaan Het was meestal ’s avonds en in de weekenden geopend en het werk werd verricht door een conciërge; de eerste en bekendste was Manus ten Hunzel. De St.Jozeph vereniging leidde in [[1915]] tot de oprichting van de Werklieden Vereniging en in [[1919]] werd de Bouwvakbond in het leven geroepen.
+
<big>'''Giften'''</big><br/>
 +
'''In die tijd was er in 's-Heerenberg ook de St.-Joseph-vereniging opgericht. Deze had eerst onderdak in een houten gebouw gevonden aan de [[Stokkumseweg]] en later in het pand waar nu [[Witte kruidenier|Witte’s zelfbediening]] staat. Dank zij het werk van de toenmalige [[Pastoors en Kapelaans|kapelaan]] en verschillende giften, de belangrijkste kwam van ene mevrouw Meyer, werd het mogelijk om het leegstaande pand te kopen, dat toen omgebouwd werd tot het verenigingshuis "St.-Jozeph".'''
  
Exploitatiemoeilijkheden leidden ertoe dat het gebouw werd overgedragen aan het kerkbestuur met als voorwaarde dat het zou voortbestaan als verenigingsgebouw. Na Manus ten Hunzel kwam Bart Hebing als conciërge, daarna Theet te Booy, die er ook ging wonen. Zijn werk  werd na zijn dood voortgezet door Anna te Booy. Zij werd opgevolgd door H. Jansen, de vader van de huidige eigenaar. Daarna nog Th. Wissink en Th. Wissenburg tot dat de heer H. Jansen in [[1968]] het pand van de kerk kocht. Alhoewel er met deze koop een einde was gekomen aan de eigenlijke functie van het verenigingsgebouw, werd deze koop met vreugde begroet door de verenigingen van ’s-Heerenberg. Architect is [[Rutten, Wiet|Wiet Rutten]]. Er werden shows gehouden, avonden van de carnavalsvereniging, toneel en muziek. Na de heer H. Jansen heeft de heer [[De Strieker Cornielje | Cornielje]] het St. Jozef over genomen en thans is het in handen van de Familie W. Bosch.</tt>
+
Het werd later uitgebreid met een toneelzaal en kegelbaan Het was meestal 's avonds en in de weekeinden geopend en het werk werd verricht door een conciërge; waarvan Manus ten Hunzel de eerste en een zeer bekende was. De St.-Jozeph-vereniging leidde in [[1915]] tot de oprichting van de werkliedenvereniging en in [[1919]] werd de bouwvakbond in het leven geroepen.
 +
 
 +
Exploitatiemoeilijkheden leidden ertoe, dat het gebouw werd overgedragen aan het kerkbestuur, onder de voorwaarde dat het zou voortbestaan als verenigingsgebouw. Na Manus ten Hunzel kwam Bart Hebing als conciërge, daarna Theet te Booy, die er ook ging wonen. Zijn werk  werd na zijn dood voortgezet door Anna te Booy. Zij werd opgevolgd door H. Jansen, de vader van de huidige eigenaar. Daarna nog Th. Wissink en Th. Wissenburg, totdat de heer H. Jansen het pand in [[1968]] van de kerk kocht. Alhoewel hiermede een eind gekomen is aan de eigenlijke functie van het verenigingsgebouw, mogen we toch aannemen, dat alle verenigingen in 's-Heerenberg de voorgenomen uitbreiding van de zaalruimte met vreugde zullen begroeten.
 +
<br/> Het werk zal worden uitgevoerd daar de firma Lovink uit [[Wijnbergen]]. Architect van de verbouw, alsmede van het interieur, is [[Rutten, Wiet|Wiet Rutten]] uit 's-Heerenberg.</tt>
  
 
== Beeldmateriaal ==
 
== Beeldmateriaal ==

Versie van 4 apr 2009 om 13:00

Inleiding

Lantscroon.jpg

Pension Sint Jozef was tot in de jaren 90 van de vorige eeuw aanvankelijk eens soort dorpshuis, alwaar onder andere culturele activiteiten plaats konden vinden. Te denken valt aan pronkzittingen van de carnavalsvereniging D' Olde Waskupen, fancyfairs van Harmonie Crescendo en voorstellingen voor de schooljeugd in 's-Heerenberg (culturele jeugdvorming). Later was er ook het pension van paranormaal genezer Cornielje gehuisvest. Het gebouw is gelegen in de Molenstraat te 's-Heerenberg. Thans is er in het pand een 3-sterren hotel annex restaurant, genaamd de Lantscroon, gevestigd.

Jansen (Large).JPG

De Gelderlander

Uit de Gelderlander van donderdag 10 juli 1969


Uitbreiding en modernisering St.Jozefzaal ’s-Heerenberg

's-HEERENBERG - Als alles volgens plannen verloopt zal 's-Heerenberg eind dit jaar over iets meer zaalaccommodatie beschikken dan tot nu toe het geval was. De nieuwe eigenaar van het voormalige parochiehuis "St. Joseph", de heer H. Jansen, gaat nl. de zaalruimte van dit pand uitbreiden en het cafégedeelte drastisch moderniseren.

Verbouw wordt in fasen uitgevoerd

De nieuwe zaal heeft een oppervlakte van 18 x 13 m en kan eventueel uitgebreid worden met de daarachterliggende vergaderzaal van 10 x 6 m. Op de lange zijde van de zaal is het toneel geprojecteerd (63 m2) met daarachter twee kleedlokalen.
De bouw zal waarschijnlijk in twee fasen verlopen; allereerst zal de huidige zaal grotendeels worden gesloopt om de bouw van de nieuwe mogelijk te maken. De streefdatum is 11 november, de dag van de eerste carnavalszitting. Daarna zal begonnen worden met de verbouw van het voorpand in een restauratie- en cafégedeelte.

Alhoewel over de geschiedenis van het pand in tegenstelling tot andere oude gebouwen in 's-Heerenberg, vrij weinig met zekerheid bekend is, mag men toch aannemen, gezien de stijl en het gebruik van de materialen, dat het ruim vier eeuwen geleden is gebouwd als een voornaam patriciërshuis. Het bezat toen aan de westzijde dezelfde kenmerkende puntgevel als het nu nog aan de oostzijde heeft.
Deze westgevel stond verder naar binnen, dan nu het geval is. Het gedeelte wat nu nog in beslag wordt genomen door keuken en woonkamer fungeerde vroeger als koetshuis met stallen. Zeer oude 's-Heerenbergenaren kunnen zich de inrit daarvan, op de plaats waar nu de keuken is, nog herinneren

Branden
In oude archiefstukken, o.a. van 1585 en 1615, wordt vaak de naam genoemd van het huis "De Landts Croon" liggende aan de Molenpoortstraat. De archivaris van de gemeente, de heer Kremer, neemt aan, dat hiermee dit pand bedoeld is. De huidige Molenstraat is nl. de vroegere eigenlijke Molenpoortstraat. Dat dit pand niet aan de andere kant van de straat gelegen heeft, kan men vaststellen aan de hand van de stukken over de branden die er gewoed hebben in 1846 en 1868 en waarbij grote gedeelten van de Kellenstraat, de zuidzijde van de Molenpoortstraat en zelfs het Johan van Esserenhuis verloren gingen. Het Johan van Esserenhuis werd in 1847 weer herbouwd door Willem van Ditshuizen rentmeester van het kasteel en tevens gemeente-ontvanger, en het is dus echt niet zo oud als sommigen menen.

Franse tijd
Over de eerste bewoners is niets bekend. Wel bevindt zich in één van de zijgevels een wapen, dat misschien iets zou kunnen onthullen van de bouwer. In de Franse tijd, dus rond 1800, werd het huis bewoond door dominee Van Woelderen. Verder weet men ook, dat het ca. 1860 in het bezit is gekomen van de zeer welgestelde familie Van Barneveldt.
Daarna is het een kostschool geweest voor meisjes, die geleid werd door drie gezusters, de dames Rueff. Omdat in deze school Frans de voertaal was, werd zij in de volksmond "de Franse school" genoemd.
Daarvoor had ’s-Heerenberg een kostschool bezeten voor jongens in een ongeveer gelijk gebouwd huis, dat gestaan heeft op de plaats waar nu de r.-k. kerk staat. Het peil van deze school was zo hoog, zo vertelt de heer Kremer, dat de afgestudeerde jongens zonder meer werden aangenomen op de Militaire Academie in Breda.

Toen de dames Rueff gestorven waren, werd de kostschool opgeheven. Wie toen eigenaar geworden is, valt niet na te gaan. De heer Kremer vermoedt, dat dit de toen zeer vermaarde dokter Roding is geweest, die woonde op de plaats waar nu de nieuwe pastorie staat.
Wel is bekend dat er rond 1900 een kunstschilder met de naam Koster in gewoond heeft. Daarna heeft het gebouw een tijd leeg gestaan.

Giften
In die tijd was er in 's-Heerenberg ook de St.-Joseph-vereniging opgericht. Deze had eerst onderdak in een houten gebouw gevonden aan de Stokkumseweg en later in het pand waar nu Witte’s zelfbediening staat. Dank zij het werk van de toenmalige kapelaan en verschillende giften, de belangrijkste kwam van ene mevrouw Meyer, werd het mogelijk om het leegstaande pand te kopen, dat toen omgebouwd werd tot het verenigingshuis "St.-Jozeph".

Het werd later uitgebreid met een toneelzaal en kegelbaan Het was meestal 's avonds en in de weekeinden geopend en het werk werd verricht door een conciërge; waarvan Manus ten Hunzel de eerste en een zeer bekende was. De St.-Jozeph-vereniging leidde in 1915 tot de oprichting van de werkliedenvereniging en in 1919 werd de bouwvakbond in het leven geroepen.

Exploitatiemoeilijkheden leidden ertoe, dat het gebouw werd overgedragen aan het kerkbestuur, onder de voorwaarde dat het zou voortbestaan als verenigingsgebouw. Na Manus ten Hunzel kwam Bart Hebing als conciërge, daarna Theet te Booy, die er ook ging wonen. Zijn werk werd na zijn dood voortgezet door Anna te Booy. Zij werd opgevolgd door H. Jansen, de vader van de huidige eigenaar. Daarna nog Th. Wissink en Th. Wissenburg, totdat de heer H. Jansen het pand in 1968 van de kerk kocht. Alhoewel hiermede een eind gekomen is aan de eigenlijke functie van het verenigingsgebouw, mogen we toch aannemen, dat alle verenigingen in 's-Heerenberg de voorgenomen uitbreiding van de zaalruimte met vreugde zullen begroeten.
Het werk zal worden uitgevoerd daar de firma Lovink uit Wijnbergen. Architect van de verbouw, alsmede van het interieur, is Wiet Rutten uit 's-Heerenberg.

Beeldmateriaal

St.Jozef0003 (Medium).JPG
Eventuele verkoop Jozef door H. Jansen, eigenaar van St.Jozef
Willy en Willeke Alberti Show bij de heer H. Jansen, eigenaar van St.Jozef
Cornielje eigenaar


Bouwtekening de heer H. Jansen, vorige eigenaar
Bouwtekening de heer H. Jansen, vorige eigenaar
Carnaval in de tent op de Bleek
Carnaval tent.JPG





Bronnen

  • Archief Benny Schuurman
  • Gelderlander 1969
  • H.G.W Jansen junior, zoon vorige eigenaar.

Sjabloon:Onderwerp