Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wellink, Nout

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

De roots van APA-voorzitter Nout Wellink liggen in Kilder.

Onderstaand artikel van Jennifer Faasen stond in Dagblad de Gelderlander van 7 november 2008.

Bij kleine straatjes horen kleine huisjes

De winnaars van de Architectuur Prijs Achterhoek (APA) krijgen vrijdagavond hun prijs uit handen van Nout Wellink, voorzitter van de gelijknamige stichting en ‘groot fan’ van de kleinschaligheid in de Achterhoek. ‘Kleine dingen kunnen parels zijn.’

Twee prijzen reikt Nout Wellink vrijdagavond uit in Het Gietelinck in Ulft: de vakjuryprijs en de publieksprijs. Het is de derde maal dat de President van de Nederlandsche Bank afreist naar zijn geboortestreek, om daar zijn steentje bij te dragen aan de stimulering van de kwaliteit van de architectuur in de regio Achterhoek. Hij is zeer benieuwd naar het stemgedrag van het publiek. "Heeft u al enig idee welke kant het opgaat? "

De afgelopen twee jaar gingen de vak- en publieksprijzen naar respectievelijk de Tricotfabriek in Winterswijk en een villa in Laren (2006) en naar het Schaersvoorde College in Aalten en een stadswoning in Doetinchem (2007). Staaltjes van durf en originaliteit, maar of dat ook geldt voor de 28 nieuwbouwprojecten die dit jaar meedingen?

" Het valt me niet in alle opzichten mee", zegt Wellink met de nodige nuance. "Er zitten wel interessante inzendingen bij, maar geen spectaculaire, full swing bouwprojecten. Het zijn dit keer vooral de wat kleinere bouwprojecten, uit particulier budget. In tegenstelling tot vorige jaren geen enkel schoolgebouw, dus dan mis je toch de grotere gebouwen. Je bent daardoor wat meer afhankelijk van kleinschalige projecten."

Dat is duidelijk af te lezen aan het grote aantal woonhuizen en - vooral - appartementen, al dan niet ondergebracht in bestaande panden. De laatste categorie is een duidelijke weerspiegeling van de huidige trend in bouwen. Wellink: "Dat zie je niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Het is mooi dat oude gebouwen zo een nieuwe functie krijgen en er geen kaalslag wordt gepleegd. Maar het lijkt mij dat de mogelijkheden in een gebied als de Achterhoek relatief beperkt zijn. Bovendien: de gemiddelde Nederlander wil toch grond onder de voeten als hij zijn huis uitloopt. Als ik terug zou gaan naar de Achterhoek, wil ik niet naar een appartement."

Al met al ziet Wellink aan de hand van de inzendingen een verschuiving naar wat kleinschaliger bouwprojecten. "En kleine dingen kunnen kleine parels zijn. Ik hoop van harte dat de inzendngen volgend jaar weer wat spannender zijn. Al moet ik zeggen dat deze bouwprojecten wel heel zorgvuldig zijn gebeurd. Ik zou het zelf wel iets exuberanter willen zien, maar het past wel bij de Achterhoek. Bij kleine straatjes horen kleine huisjes."

Dat de prijsuitreiking dit keer in de voormalige DRU-fabriek plaatsheeft, doet Wellink als liefhebber van het industriële erfgoed plezier. "Ik ken de DRU uit het verleden en heb er vorig jaar nog rondgelopen. Fijn dat het complex in de toekomst een nuttige nieuwe functie krijgt."

In zijn spaarzame vrije tijd (vanavond Ulft, morgen Brazilië en pas na een tussenstop in Frankfurt weer naar huis) werkt Wellink stukje bij beetje aan zijn hobby, het verzamelen van Achterhoekse familienamen. Het begon met het spitten naar de wortels van de families van zijn vader en zijn moeder, een 'Lamers', maar gaandeweg breidde de cirkel zich steeds verder uit. "Ik ben bijvoorbeeld ook aan het zoeken geweest naar de namen van mijn schoonfamilie. Nee, ik discrimineer niet. Ik heb inmiddels al 35.000 namen in de computer gestopt. In hoofdzaak Achterhoekse namen, de oudste uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Alles wat ik tegenkom stop ik in mijn computer. Daar ben ik al tien, vijftien jaar mee bezig. Wat de registers betreft doet de Achterhoek goed werk. Door dingen goed uit te zoeken kun je het allemaal vinden."

De stortvloed aan namen is deels te danken aan de verschillende schrijfwijzen. " Wellink bijvoorbeeld begon als Wellingh, maar ik heb het ook met een 'x' en een 'ch' gezien, of als 'Willink'. Mijn moeders familie, Lamers, blijkt oorspronkelijk uit Dinxperlo te komen. Die naam zie je weer verbasterd tot Lammers. Ik wil ook graag nog eens in het naburige Suderwick archiefonderzoek doen, maar daar heb ik nog geen tijd voor gehad. Iemand anders heeft over de Wellinks al allerlei takken uitgezocht en daar een dik boek over geschreven. Vorig jaar is er ook een reünie geweest, maar daar kon ik helaas niet bij zijn."

Zelf wil Nout Wellink toewerken naar een mix van familie- en regiogeschiedenis. Het oudst bekende spoor tot nog toe leidt naar De Rozenpas in Kilder. "Vroeger een bar land met een stuk of tien, twintig boerderijen. Op een van die boerderijen hebben mijn verre voorouders gewoond, in een harde en moeilijke tijd. Wat ik wil is een beschrijving geven van de regio en de familie die daar gewoond heeft, met dingen die mensen aangaan. De regio is geteisterd door oorlogen en overstromingen. Ja, mijn voorouders hadden een betere plek kunnen zoeken om te wonen. Je komt tijdens het onderzoek een hoop ellende tegen hoor. In de oude doopboeken bijvoorbeeld zie je hoeveel kinderen er zijn overleden en besef je hoe dun het draadje is, dat jij er bent. Wat dat betreft mogen we echt blij zijn dat wij nu leven en niet toen."

Wellink heeft geen idee wanneer zijn werk-in-wording klaar zal zijn. "Ik doe het in brokstukken, als ik niks te doen heb. Om twaalf uur 's nachts kruip ik vaak nog even achter de computer. Dan zegt mijn vrouw: 'Moet jij niet nog wat aan je werk doen?' Maar ik vind het leuk om mijn gedachten even te verzetten. Even leidt het af."

Bron