Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Spilker von Jeckel, Johan Julius Gottlieb: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Gotleb --> Gottlieb)
(link en gegevens dochter Sophia toegevoegd)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Beg}}
 
{{Beg}}
'''Johan Julius Gottlieb Spilker von Jeckel''' werd geboren in [[Indiëgangers#West-Indiëgangers|West-Indië]] op 3 augustus [[1790]], waarschijnlijk in Paramaribo. Hij was getrouwd met Anna Jacoba Helena Fransina von Jeckel des Borgnes. Het paar had ten minste één dochter, Sophia Maria Cornelia, die werd geboren op 2 december [[1821]].
+
'''Johan Julius Gottlieb Spilker von Jeckel''' werd geboren in [[Indiëgangers#West-Indiëgangers|West-Indië]] op 3 augustus [[1790]], waarschijnlijk in Paramaribo. Hij was getrouwd met Anna Jacoba Helena Fransina von Jeckel des Borgnes. Het paar had ten minste één dochter, [[Spilker von Jeckel, Sophia Maria Cornelia|Sophia Maria Cornelia]], die werd geboren op 2 december [[1821]].
  
 
Spilker von Jeckel is zich pas na zijn komst naar Nederland zo gaan noemen. In de Surinaamse archieven komt hij althans alleen voor als Spilker. In de Surinaamse Almanak van [[1821]] staat hij vermeld als administrateur van de plantages Killenstein (koffie), Eendragt (suiker), Sardam (suiker), Blitsdorf (katoen) en Jeckelsburg (katoen). De eigenaar van de twee katoenplantages was ene C.W. von Jeckel des Borgnes, waarschijnlijk zijn schoonvader of een zwager.
 
Spilker von Jeckel is zich pas na zijn komst naar Nederland zo gaan noemen. In de Surinaamse archieven komt hij althans alleen voor als Spilker. In de Surinaamse Almanak van [[1821]] staat hij vermeld als administrateur van de plantages Killenstein (koffie), Eendragt (suiker), Sardam (suiker), Blitsdorf (katoen) en Jeckelsburg (katoen). De eigenaar van de twee katoenplantages was ene C.W. von Jeckel des Borgnes, waarschijnlijk zijn schoonvader of een zwager.
Regel 6: Regel 6:
 
In Suriname werd in [[1863]] de slavernij afgeschaft, maar al vanaf [[1832]] was het mogelijk een slaaf vrij te laten, ofwel te ''manumitteren''. Dit laatste was de officiële term voor ''het uit de hand van de meester wegzenden''. De officiële handeling zelf werd ''manumissie'' genoemd.
 
In Suriname werd in [[1863]] de slavernij afgeschaft, maar al vanaf [[1832]] was het mogelijk een slaaf vrij te laten, ofwel te ''manumitteren''. Dit laatste was de officiële term voor ''het uit de hand van de meester wegzenden''. De officiële handeling zelf werd ''manumissie'' genoemd.
  
Om te voorkomen dat een slaaf meteen na zijn vrijlating een beroep op de armenzorg ging doen, moest er bij een manumissie een borgsom betaald worden, of een aantal personen (maar niet de eigenaar) moesten zich borgstellen voor de vrij te laten slaaf. Dat laatste heeft Spilker drie keer gedaan; twee keer in [[1834]] en een keer in [[1836]]. In [[1838]] heeft Spilker zelf een slaaf vrijgelaten. Dat was ene Heyntje, die bij zijn vrijlating de naam Hendrik Weerdt kreeg. Een toelichting vermeldt dat het doel van de manumissie was dat Hendrik Weerdt als bediende met Spilker en zijn gezin meeging naar Nederland. Daar zijn zij op z'n laatst in [[1839]] aangekomen. In dat jaar werd namelijk de ''uitlandige'' Spilker als borg voor de in 1834 en 1836 vrijgelaten slaven, vervangen door anderen.
+
Om te voorkomen dat een slaaf meteen na zijn vrijlating een beroep op de armenzorg ging doen, moest er bij een manumissie een borgsom betaald worden, of een aantal personen (maar niet de eigenaar) moesten zich borgstellen voor de vrij te laten slaaf. Dat laatste heeft Spilker drie keer gedaan; twee keer in [[1834]] en een keer in [[1836]]. In [[1838]] heeft Spilker zelf een slaaf vrijgelaten. Dat was ene Heyntje, die bij zijn vrijlating de naam Hendrik Weerdt kreeg. Een toelichting vermeldt dat het doel van de manumissie was dat Hendrik Weerdt als bediende met Spilker en zijn vrouw meeging naar Nederland. Daar zijn zij op z'n laatst in [[1839]] aangekomen. In dat jaar werd namelijk de ''uitlandige'' Spilker als borg voor de in 1834 en 1836 vrijgelaten slaven, vervangen door anderen.
  
In Nederland heeft het gezin Spilker, althans gedurende enige tijd, ingewoond bij de [[Galliéris, Nicolaas Cornelis de|weduwe De Galliéris]] in [['s-Heerenberg]]. Het lijkt erop dat de Spilkers later teruggegaan zijn naar Suriname. Uit lijsten die bij de afschaffing van de slavernij in 1863 zijn gemaakt, blijkt dat Spilkers echtgenote en dochter in dat jaar in Paramaribo woonden en beide weduwe waren. Dochter Sophia’s overleden echtgenoot was Carel Ernest Hoemann.  
+
In Nederland hebben Spilker en zijn vrouw ingewoond bij de [[Galliéris, Nicolaas Cornelis de|weduwe De Galliéris]] in [['s-Heerenberg]]. Daar was hun dochter Sophia al enige tijd in huis. Na de terugkeer van Spilker en zijn vrouw naar Suriname, is Sophia nog enige tijd in 's-Heerenberg gebleven. Op 25 januari [[1848]] is zij in Amsterdam getrouwd met luitenant J. Brunings.
 +
 
 +
Uit lijsten die bij de afschaffing van de slavernij in 1863 zijn gemaakt, blijkt dat Spilkers echtgenote en dochter in dat jaar in Paramaribo woonden en beide weduwe waren. Dochter Sophia was blijkbaar een tweede keer getrouwd geweest, want als haar overleden echtgenoot wordt Carel Ernest Hoemann vermeld.  
  
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==

Versie van 5 apr 2008 om 15:14

Sjabloon:Beg Johan Julius Gottlieb Spilker von Jeckel werd geboren in West-Indië op 3 augustus 1790, waarschijnlijk in Paramaribo. Hij was getrouwd met Anna Jacoba Helena Fransina von Jeckel des Borgnes. Het paar had ten minste één dochter, Sophia Maria Cornelia, die werd geboren op 2 december 1821.

Spilker von Jeckel is zich pas na zijn komst naar Nederland zo gaan noemen. In de Surinaamse archieven komt hij althans alleen voor als Spilker. In de Surinaamse Almanak van 1821 staat hij vermeld als administrateur van de plantages Killenstein (koffie), Eendragt (suiker), Sardam (suiker), Blitsdorf (katoen) en Jeckelsburg (katoen). De eigenaar van de twee katoenplantages was ene C.W. von Jeckel des Borgnes, waarschijnlijk zijn schoonvader of een zwager.

In Suriname werd in 1863 de slavernij afgeschaft, maar al vanaf 1832 was het mogelijk een slaaf vrij te laten, ofwel te manumitteren. Dit laatste was de officiële term voor het uit de hand van de meester wegzenden. De officiële handeling zelf werd manumissie genoemd.

Om te voorkomen dat een slaaf meteen na zijn vrijlating een beroep op de armenzorg ging doen, moest er bij een manumissie een borgsom betaald worden, of een aantal personen (maar niet de eigenaar) moesten zich borgstellen voor de vrij te laten slaaf. Dat laatste heeft Spilker drie keer gedaan; twee keer in 1834 en een keer in 1836. In 1838 heeft Spilker zelf een slaaf vrijgelaten. Dat was ene Heyntje, die bij zijn vrijlating de naam Hendrik Weerdt kreeg. Een toelichting vermeldt dat het doel van de manumissie was dat Hendrik Weerdt als bediende met Spilker en zijn vrouw meeging naar Nederland. Daar zijn zij op z'n laatst in 1839 aangekomen. In dat jaar werd namelijk de uitlandige Spilker als borg voor de in 1834 en 1836 vrijgelaten slaven, vervangen door anderen.

In Nederland hebben Spilker en zijn vrouw ingewoond bij de weduwe De Galliéris in 's-Heerenberg. Daar was hun dochter Sophia al enige tijd in huis. Na de terugkeer van Spilker en zijn vrouw naar Suriname, is Sophia nog enige tijd in 's-Heerenberg gebleven. Op 25 januari 1848 is zij in Amsterdam getrouwd met luitenant J. Brunings.

Uit lijsten die bij de afschaffing van de slavernij in 1863 zijn gemaakt, blijkt dat Spilkers echtgenote en dochter in dat jaar in Paramaribo woonden en beide weduwe waren. Dochter Sophia was blijkbaar een tweede keer getrouwd geweest, want als haar overleden echtgenoot wordt Carel Ernest Hoemann vermeld.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp