Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Aanmaken
Aanmaken – 1) aanmaken. “De kachel aanmake”. 2) “Met iemand de kachel aanmake”- iemand gemakkelijk voor de gek kunnen houden. 3) aanbrengen, bevestigen. “Toe, maak dat ding daor is efkes aan”. 4) opschieten. “Kom, maak nów toch is ’n bietje aan”. Zie: veuraan.