Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Maria Margaretha van den Bergh

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 17 jan 2018 om 14:48 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Maria Margaretha van den Bergh''' was het eerste kind van Herman van den Bergh en Maria Mencia van Wittem. Het meisje werd…')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Maria Margaretha van den Bergh was het eerste kind van Herman van den Bergh en Maria Mencia van Wittem. Het meisje werd op 17 juni 1608 geboren in Venlo.

Haar vader schreef aan zijn zwager Floris van Culemborg (de man van Catharina van den Bergh) dat haar moeder s'accoucha, une mois devant son terme, au soir environ les 10 heures d'une fille d'entière disposition, que après avoir reçue le St. Baptesme tréspassa le lendemain (een maand te vroeg, 's avonds rond tien uur beviel van een perfecte dochter, die na ontvangst van het heilig doopsel de volgende dag overleed).

Van Maria Margaretha is een rouwbord bewaard gebleven. Het bestond althans nog in 1896, toen het werd beschreven in een aflevering van het Limburgse tijdschrift De Maasgouw. Het maakte toen deel uit van een collectie rouwborden die waren gevonden in een kerk in Venlo. De collectie bevond zich in 1896 in het museum van het Venlose oudheidkundige genootschap. Onduidelijk is of het ook nu nog bestaat.

Het wapen op Maria Margaretha's rouwbord is dat van de graven van Bergh, maar het was in 1896 slechts ten dele en onduidelijk zichtbaar. De beschrijving in De Maasgouw luidt:

Ruitenschild met naar rechts gewenden leeuw van keel, getongd en gekroond van goud op een zilver veld met rand van sabel, beladen met 11 gouden penningen.


Het opschrift luidt:

Maria Margarita geboren gravin
zu dem Bergh Markgravin zu Bergh
op Zoom gravin zu Walhain
etc. Obyt anno 1608

Bronnen

  • Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 57
  • Wapenschilden als obitoria op het Raadhuis te Venlo door A.J. Flament in: De Maasgouw. Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde, 15 januari 1896, nr. 2, blz. 1