Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Meijer, Wilhelmus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (redactie)
 
(19 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
  
Franciscus Meijer, geboren op de Linthorst te Stokkum in 1796, kreeg een zoon, gedoopt te Zeddam Wilhelmus, roepnaam Willem Meijer in 1838.
+
[[Bestand:W_Meijer_1.png|thumb|right|300px]]
Deze Willem, halfbroer van Laurens, studeerde wijsbegeerte op het Kleinseminarie te Culemborg vanaf 1855 en daarna theologie op het Grootseminarie te Rijssenburg.
+
[[Bestand:Binnen-Mongolië.svg.png|thumb|right|300px|<center>'''China met daarin aangegeven<br>Binnen-Mongolië</center>]]
Hij vertrok na de priesterwijding naar China en daarna naar Oost-Mongolië als pater-missionaris.  
+
'''Wilhelmus Meijer''', roepnaam Willem, was [[Religieuzen|missionaris]]. Hij werd op 6 oktober [[1838]] geboren bovenop het [[Motte Montferland|Montferland]] in [[Zeddam]] als zoon van Franciscus Meijer en Berndina Bolder. Zijn vader was [[Boswachters, houtvesters, jachtopzieners|bosbeheerder]] en [[Administrateurs en Rentmeesters Huis Bergh|rentmeester]] op [[Huis Bergh]]. [[Meijer, Laurentius|Laurens Meijer]], die later ook rentmeester op Huis Bergh werd, was een halfbroer van hem.
  
Hij was onder anderen leraar in Hsi-Wan-Tzu en Sung-Shu- Tsui-Tzu. Hij was een belangrijk figuur in die streken en had zitting in verschillende belangrijke overlegorganen in die tijd.
+
Hij studeerde vanaf [[1855]] wijsbegeerte op het kleinseminarie te Culemborg en daarna theologie op het grootseminarie te Rijssenburg. Hier kwam hij in aanraking met pater Theophiel Verbist, de stichter van de congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria, beter bekend als de [[:Categorie:Missionarissen van Scheut|congregatie van Scheut]] (genoemd naar een wijk in Anderlecht,Brussel). Deze congregatie richt zich op het bekeren van niet-Christenen en heeft China als voornaamste missiegebied.
Deze werden Kapittels genoemd, met daarin vertegenwoordigers van kerk en Chinese keizerrijk.
+
 
In 1868 overleefde hij een tyfusepidemie. Hij genas.
+
Na zijn priesterwijding vertrok Willem naar Binnen-Mongolië in China als pater van Scheut. Hij kwam aan in november [[1866]] in de centrale missiepost Xiwanzi. (Si-wantzeu) het huidige Chongli. In [[1868]] vertrok hij naar West-Mongolië en leidde aanvankelijk te Che Peul t`ai ten noorden van de missiepost in Songshuzuizi genaamd Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen, een tehuis voor weeskinderen dat wil zeggen afgewezen kinderen. Meisjes werden vaak gedood of verstoten. Nonnen en paters ontfermden zich over deze kinderen, dus ook Willem Meijer. Toen dit tehuis moest sluiten werd hij overgeplaatst naar Mao Chang Toung.
Hij werd rond 1908 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
+
 
 +
Willem verbleef dus lange tijd in de vallei van de zogenaamde “Zwarte Wateren” gelegen ten noorden van de stad Hata, Tse Feng Hien. Van hieruit ondernam hij diverse tochten in het omliggende gebied, met name naar andere missieposten.
 +
 
 +
Ook verving hij gedurende enige tijd rond [[1890]] Mgr. Abels als leidinggevende in dit gebied.
 +
 
 +
Het katholieke dagblad “De Tijd” publiceerde in [[1892]] in twee artikelen enkele brieven van pater Meijer. Aan de hand van enkele concrete voorbeelden vertelde hij hierin op een fascinerende, goed geschreven wijze over de vele veranderingen in China.
 +
 
 +
Willem overleefde vele ontberingen: een tyfusbesmetting in 1868, de Bokseropstand van [[1899]–[[1901]], vele zeer strenge winters en zijn vele reizen. Die reizen maakte hij vooral later door Oost-Mongolië vanuit de missiepost in Songshuzuizi genaamd Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen, veelal te voet of te paard door de uitgestrekte woeste omgeving.
 +
 
 +
De missiepost van Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen, inclusief kerk, is in [[1947]] totaal vernield.Een moeilijke, lange speurtocht naar de huidige naam van de locatie langs onder andere Chinese websites leidde uiteindelijk naar Shyi Cun (士毅村).
 +
 
 +
Hij was verder onder andere leraar in Hsi-Wan-Tzu en Sung-Shu-Tsui-Tzu. Hij was een belangrijk figuur in die streken en had zitting in verschillende belangrijke overlegorganen, kapittels genoemd. Daarin hadden vertegenwoordigers van de Kerk en van het Chinese keizerrijk zitting. Rond [[1908]] werd hij benoemd tot [[Onderscheidingen#Orde_van_Oranje-Nassau (1892)|ridder in de Orde van Oranje-Nassau]].
 +
 
 +
Pater Meijer overleed in november [[1909]] in Sung-Shu-Tsui-Tzu, Mongolië, 71 jaar oud.
 +
{|
 +
|- valign=top
 +
|[[Bestand:OLV der Pijnbomen.jpg|600px|thumb|'''<small>SUONG-CHOU-TSOEI-TZE</small> (Songshuzuizi), waar de missiepost Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen was]]
 +
|[[Bestand:W Meijer de Tijd 1900.jpeg|thumb|300px|'''Een gedeelte van het artikel met Willems brieven in ''De Tijd'' van 26 mei 1892]]
 +
|}
 +
 
 +
<br clear=all/>
 +
== Externe link ==
 +
*[https://www.scheut.be/ Missionarissen van Scheut]
 +
 
 +
[[Categorie:Meijer]] [[Categorie:Religieuzen Zeddam]] [[Categorie:Missionarissen van Scheut]] [[Categorie:Orde van Oranje-Nassau]]

Huidige versie van 20 apr 2024 om 07:39

W Meijer 1.png
China met daarin aangegeven
Binnen-Mongolië

Wilhelmus Meijer, roepnaam Willem, was missionaris. Hij werd op 6 oktober 1838 geboren bovenop het Montferland in Zeddam als zoon van Franciscus Meijer en Berndina Bolder. Zijn vader was bosbeheerder en rentmeester op Huis Bergh. Laurens Meijer, die later ook rentmeester op Huis Bergh werd, was een halfbroer van hem.

Hij studeerde vanaf 1855 wijsbegeerte op het kleinseminarie te Culemborg en daarna theologie op het grootseminarie te Rijssenburg. Hier kwam hij in aanraking met pater Theophiel Verbist, de stichter van de congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria, beter bekend als de congregatie van Scheut (genoemd naar een wijk in Anderlecht,Brussel). Deze congregatie richt zich op het bekeren van niet-Christenen en heeft China als voornaamste missiegebied.

Na zijn priesterwijding vertrok Willem naar Binnen-Mongolië in China als pater van Scheut. Hij kwam aan in november 1866 in de centrale missiepost Xiwanzi. (Si-wantzeu) het huidige Chongli. In 1868 vertrok hij naar West-Mongolië en leidde aanvankelijk te Che Peul t`ai ten noorden van de missiepost in Songshuzuizi genaamd Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen, een tehuis voor weeskinderen dat wil zeggen afgewezen kinderen. Meisjes werden vaak gedood of verstoten. Nonnen en paters ontfermden zich over deze kinderen, dus ook Willem Meijer. Toen dit tehuis moest sluiten werd hij overgeplaatst naar Mao Chang Toung.

Willem verbleef dus lange tijd in de vallei van de zogenaamde “Zwarte Wateren” gelegen ten noorden van de stad Hata, Tse Feng Hien. Van hieruit ondernam hij diverse tochten in het omliggende gebied, met name naar andere missieposten.

Ook verving hij gedurende enige tijd rond 1890 Mgr. Abels als leidinggevende in dit gebied.

Het katholieke dagblad “De Tijd” publiceerde in 1892 in twee artikelen enkele brieven van pater Meijer. Aan de hand van enkele concrete voorbeelden vertelde hij hierin op een fascinerende, goed geschreven wijze over de vele veranderingen in China.

Willem overleefde vele ontberingen: een tyfusbesmetting in 1868, de Bokseropstand van [[1899]–1901, vele zeer strenge winters en zijn vele reizen. Die reizen maakte hij vooral later door Oost-Mongolië vanuit de missiepost in Songshuzuizi genaamd Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen, veelal te voet of te paard door de uitgestrekte woeste omgeving.

De missiepost van Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen, inclusief kerk, is in 1947 totaal vernield.Een moeilijke, lange speurtocht naar de huidige naam van de locatie langs onder andere Chinese websites leidde uiteindelijk naar Shyi Cun (士毅村).

Hij was verder onder andere leraar in Hsi-Wan-Tzu en Sung-Shu-Tsui-Tzu. Hij was een belangrijk figuur in die streken en had zitting in verschillende belangrijke overlegorganen, kapittels genoemd. Daarin hadden vertegenwoordigers van de Kerk en van het Chinese keizerrijk zitting. Rond 1908 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Pater Meijer overleed in november 1909 in Sung-Shu-Tsui-Tzu, Mongolië, 71 jaar oud.

SUONG-CHOU-TSOEI-TZE (Songshuzuizi), waar de missiepost Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen was
Een gedeelte van het artikel met Willems brieven in De Tijd van 26 mei 1892


Externe link