Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Tency, Petronella Jacoba
Inhoud
Geboren in Nederlands-Indië
Petronella Jacoba Tency was mogelijk de eerste Indische inwoonster van de gemeente Bergh.
Zij werd geboren in Batavia, Nederlands-Indië, als dochter van Petrus Tency. Akten uit haar latere leven vermelden als haar geboortedatum 21 mei 1808 en haar moeder zou Maria van Stralen hebben geheten. Uit ouder archiefmateriaal blijkt echter dat zij de buitenechtelijke dochter was van een Indonesische huishoudster van haar vader.
Haar vader, landmeter in dienst van het Indische gouvernement, is nooit getrouwd geweest, maar had wel twee dochters: Petronella Jacoba en Jacoba Petronella. Hun moeders waren respectievelijk de "slavinnen" Nortjaija en Poulina. Na hun vaders overlijden in 1812 werden zij geadopteerd door Jacoba Henrica Knaap, weduwe van Willem Diederik Pielat. De data van Tency's overlijden en de adoptie zijn niet gevonden, maar het zal stiefmoeder Pielat-Knaap zijn geweest die de twee halfzusjes op 23 augustus 1812 in Batavia heeft laten dopen.
Haar huwelijk met Gerrit van de Kasteele
Op 18 augustus 1822 trouwde Petronella Jacoba in Batavia met Gerhardus (Gerrit) van de Kasteele, zoon van de predikant Reinier Pieter van de Kasteele en Maria Regista Scholten. Hij was eerste commies bij het departement van financiën in Nederlands-Indië. In maart 1823 kreeg Van de Kasteele eervol ontslag en vertrok, naar we moeten aannemen met zijn vrouw, aan het eind van dat jaar of begin 1824 naar Nederland.
Na aankomst in Nederland duurde het zo'n tien jaar voor Petronella Jacoba in 's-Heerenberg belandde. Aan de hand van de archieven van de burgerlijke stand en andere bronnen is in grote lijnen na te gaan waar zij in die jaren heeft gewoond. Naar het zich laat aanzien was het een onrustige tijd voor haar.
Na aankomst in Nederland is Petronella Jacoba in Den Haag gaan wonen. Haar man was daar tot onderdirecteur benoemd van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden. Haar schoonvader, toen predikant in Den Haag, was directeur van dit kabinet. Op 9 mei 1825 werd een zoon geboren, die kort na zijn geboorte overleed. Al in 1826 moest Gerrit van de Kasteele zijn functie van onderdirecteur om gezondheidredenen neerleggen.
Twee jaar later woonden Petronella Jacoba en haar man op de buitenplaats Westrust in de Utrechtse gemeente Abcoude-Proostdij. Daar werd op 20 januari 1827 hun dochter Anna Maria Petronella geboren. Als leeftijd van Petronella Jacoba vermeldt de geboorteakte negentien jaar, wat overeenstemt met het bovenvermelde geboortejaar 1808. Als Van de Kasteele's leeftijd werd dertig jaar genoteerd.
Bij de geboorteaangifte gaf Van de Kasteele op dat hij rentenier was, maar hij was in die tijd ook lid van het vredegerecht in het kanton Baambrugge. Daar werd in juni 1828 een opvolger voor hem benoemd, omdat hij "metterwoon" naar elders was vertrokken. De nieuwe woonplaats was waarschijnlijk Haarlem, want daar werd op 24 december van dat jaar een dochter geboren. Dit meisje heeft niet lang geleefd, want het wordt verder niet meer genoemd. Lang hebben Petronella Jacoba en haar gezin niet in Haarlem gewoond, want op 16 mei 1830 kwam in Leuvenheim bij Brummen een doodgeboren dochter ter wereld.
De opeenvolgende verhuizingen en de slechte gezondheid van haar man kunnen betekenen dat Petronella Jacoba geen goed huwelijk had. Een verdere aanwijzing hiervoor is de overlijdensakte van haar dochter Anna Maria Petronella, die op 26 mei 1835 op achtjarige leeftijd in 's-Heerenberg overleed. In de overlijdensakte staat dat zij en haar moeder "zich ophielden" in 's-Heerenberg en dat haar vader in Amsterdam woonde. Hier kunnen verschillende verklaringen voor worden bedacht, maar het feit is dat Petronella Jacoba's huwelijk op 24 november 1836 in Amsterdam werd ontbonden.
Haar huwelijk met dominee Van Gelder
Na het overlijden van haar dochter bleef Petronella Jacoba in 's-Heerenberg. Als gescheiden vrouw zonder kinderen huurde zij het pension In den Swaen naast het gemeentehuis in de Marktstraat en ging als pensionhoudster aan de slag.
In 1839 kreeg 's-Heerenberg een nieuwe predikant in de persoon van Johannes van Gelder. Hij was nog vrijgezel en omdat er nog geen pastorie was, woonde hij een tijdlang in het pension In den Swaen. De kennismaking met pensionhoudster Petronella Jacoba leidde ertoe dat zij op 17 november 1841 met elkaar trouwden. Een huwelijk tussen een dominee en een gescheiden vrouw is opmerkelijk, maar Van de Kasteele was op 5 september 1837 – "na een langdurig en smartelijk lijden" – in Amsterdam overleden, zodat de bruid nu weduwe was. Hoe dan ook, Van Gelders vader was bij het huwelijk aanwezig en gaf zijn toestemming.
Petronella Jacoba en haar man moeten een opvallende verschijning zijn geweest in het 's-Heerenbergse straatbeeld. Zij vanwege haar Indische afkomst en hij vanwege zijn lengte: op een halve centimeter na was hij 1 meter 90.
Kort na haar huwelijk verhuisde zij met haar man naar de Kattenburg tegenover de synagoge. Dit monumentale pand was vanaf 1842 de woning van de predikant van 's-Heerenberg.
Haar huwelijk met dominee Van Gelder is kinderloos gebleven. Zij overleed op 9 oktober 1863, 55 jaar oud. Haar man was al op 20 mei van dat jaar overleden, 49 jaar oud. Zij delen een graf op het protestantse kerkhof in 's-Heerenberg.
Haar nalatenschap
Kort na Petronella Jacoba's overlijden werd bekend dat zij forse gedragen had gelegateerd aan de protestantse gemeenschap van 's-Heerenberg, te weten 2500 gulden aan de kerk, 2500 gulden aan de diaconie, 8000 gulden voor een bewaarschool en 3000 gulden voor een tijdelijke predikant. Dit alles onder bepaalde voorwaarden. Waarom er sprake is van een "tijdelijke" predikant is niet duidelijk.
Op 15 maart 1864 liet Jan Willem Vertholen, luitenant-kolonel der cavalerie wonende te Zutphen, een memorie van successie opmaken door notaris Van Voorst tot Voorst in 's-Heerenberg. Hieruit blijkt nogmaals dat Petronella Jacoba een rijke vrouw was. Aan een twaalftal personen, onder wie familie van haar man, liet zij bedragen na van 200 tot 5000 gulden. Een van de begunstigden was luitenant-ter-zee Gneomar van Nispen, die 1000 gulden kreeg.
Daarnaast kende zij in haar testament aan een aantal personen een jaarlijkse uitkering toe. Een van hen was E. van Grotenhuis, oud-burgemeester van Bergh. Hij kreeg jaarlijks een bedrag van 100 gulden, die hem werden uitbetaald daar de diaconie van de protestantse kerk in 's-Heerenberg.
Van haar twee echtgenoten zijn geen memories van successie bekend, zodat niet direct duidelijk is hoe zij aan haar kapitaal is gekomen. Het grootste deel heeft zij waarschijnlijk geërfd van haar eerste man.
Bronnen
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 460, 463
- Bevolkingsregister Bergh
- Archieven.nl
- Family life onder de VOC. Een handelscompagnie in huwelijks- en gezinszaken, door Carla van Wamelen, uitgeverij Verloren, Hilversum (2014), blz. 460
- Delpher, naast de berichten die op deze pagina zijn afgebeeld ook berichten uit de:
- Java Government Gazette van 26 september 1812
- Bataviasche Courant van 15 maart en 27 december 1823
- 's-Gravenhaagsche Courant van 16 mei 1825
- Oprechte Haarlemsche Courant van 15 januari 1827, 27 december 1828, 2 juni 1835, 9 september 1837 en 27 mei 1863
- Nederlandsche Staatscourant van 5 juni 1828
- Leidsche Courant van 4 november 1863
- CBG Verzamelingen, akten van adoptie, registratiecodes VIBDNI017743 en VIBDNI017745
- Archieven.nl, archieftoegang 476, Rijksmuseum en rechtsvoorgangers te Amsterdam (Noord-Hollands Archief), voorwoord
- Zoekakten.nl, huwelijksbijlagen 1841