Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wolsink, Wilhelmus

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 13 jan 2022 om 06:27 (Zijn tweede periode in Indië: opmaak)
Ga naar: navigatie, zoeken

Wilhelmus (Willem) Wolsink was KNIL-militair. Hij werd op 1 april 1892 geboren in Kilder als zoon van Johannes Wolsink (18501925) en Everdina Bosman (18531941). Zijn jongere broer Frans Wolsink heeft ook bij het KNIL gediend.

Zijn jonge jaren

Al heel jong heeft hij zijn geluk op verschillende plaatsen beproefd. Op 5 augustus 1905 verliet hij als 13-jarige zijn ouderlijk huis voor het eerst, en verhuisde naar Steenderen. Op 29 mei 1906 keerde hij weer terug naar Bergh, maar vertrok op 19 september van dat jaar naar Ambt Doetinchem. Op 9 mei 1908 kwam hij weer naar Kilder en ging een maand later, op 3 juni, de grens over naar Kalkar. Daar bleef hij twee maanden, en was op 15 augustus weer terug in Kilder. Op 30 september daaropvolgend ging hij naar Orsoy (aan de Rijn bij Duisburg), waar hij bleef tot 28 december 1908.

Zijn eerste periode in Indië

Op 1 april 1909 meldde hij zich als 17-jarige bij het opleidingscentrum van het KNIL in de Prins Hendrikkazerne in Nijmegen. Hij tekende voor een dienstverband van zes jaar, ingaande op 15 april 1909. Daarbij kreeg hij een premie van 300 gulden, waarvan 50 gulden contant en 250 gulden op zijn spaarbankboekje.

Na zijn opleiding vertrok hij op 5 maart 1910 als tamboer met het stoomschip Rembrandt naar Nederlands-Indië, waar hij op 11 april in Batavia van boord ging. Aanvankelijk was hij ingedeeld bij het 12e Bataljon Infanterie, maar ging in juni 1911 over naar het 20e Bataljon Infanterie. Dit bataljon was gelegerd in de residentie Timor en onderhorigheden, waartoe ook Soemba, Flores, Soembawa en een aantal kleinere eilanden behoorden. Op een of meer van daarvan heeft hij aan oorlogshandelingen deelgenomen.

Op 23 april 1913 begon hij een opleiding tot onderofficier. Aldus was hij tot zijn bevordering tot sergeant op 15 januari 1915 afwisselend op de kaderschool in Magelang, Midden-Java, en bij zijn eigen 20e Bataljon Infanterie. Met het afronden van zijn onderofficiersopleiding zat ook zijn dienstverband van zes jaar er bijna op. Hij gaf toen te kennen niet genegen [te zijn] zich te reëngageeren, zodat hij op 11 februari 1915 met het stoomschip Goentoer naar Nederland vertrok.

Wolsinks KNIL-stamboekgegevens over zijn eerste periode in Indië


Zijn tweede periode in Indië

Aan boord van de Goentoer heeft hij zich blijkbaar bedacht, want na aankomst in Rotterdam op 20 maart heeft hij zich de volgende dag weer aangemeld. Hem was in Indië al te kennen gegeven dat hij de rang van sergeant zou behouden als hij zich binnen twee jaar weer zou aanmelden. Dat heeft hij dus ruimschoots op tijd gedaan. Zijn nieuwe dienstverband was voor drie jaar, ingaande op 15 april 1950. Hij kreeg een premie uitbetaald van 225 gulden, waarvan de helft op zijn spaarbankboekje werd bijgeschreven.

Op 9 oktober 1915 ging hij in Amsterdam aan boord van het stoomschip Oranje, dat op 16 november in Batavia aankwam. De dienst beviel hem blijkbaar goed, want op 15 april 1918 heeft hij voor nog eens twee jaar bijgetekend. Zijn dienstverband eindigde in 1920. Op 10 juli van dat jaar ontving hij een certificaat van goed gedrag, waarna hij de dienst op 19 juli verliet in Bandjemasin op Borneo.

Zijn stamboek vermeldt niet met welk schip hij naar Nederland is teruggekeerd, maar na aankomst ging hij terug naar zijn geboortedorp Kilder.

Wolsinks KNIL-stamboekgegevens over zijn tweede periode in Indië


Terug in Nederland

Op 3 mei 1933 trouwde Wolsink in Ede met Wilhelmina Johanna Strickwolt, op 21 november 1901 geboren in de Silvolde als dochter van Gradus Johannes Strickwolt en Harmina Theodora Kip. Zij was eerder getrouwd met Johannes Cornelis Valies, maar op 1 oktober 1931 van hem gescheiden.

In 1933 vertrok het paar voor korte tijd naar Ede. Na terugkeer nog in datzelfde jaar werd Wolsink hotelhouder van hotel 't Heem in Zeddam. In 1935 kwam het paar naar 's-Heerenberg en verhuisde in 1937 naar het adres Freule van Dorthstraat 31 in Winterswijk. Daar werkte hij als bouwvakker.

Wolsink woonde in de Eelinkstraat in Winterswijk toen hij op 23 december 1955 op 63-jarige leeftijd overleed. Zijn vrouw overleed in Doetinchem op 10 juli 1987, 85 jaar oud. Het paar had vier kinderen.

Bronnen