Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kets, Henk

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Wiu2.gif Werk in uitvoering.
Aan dit artikel wordt de komende dagen nog (druk) gewerkt.

Oorlogsherinneringen van Henk Kets

Oorlogs herinneringen H.Kets.jpg


Inleiding:

Europa is in de eerste helft van de vorige eeuw van 1914 tot 1945 geteisterd door twee verschrikkelijke wereldoorlogen. Van de laatste oorlog (40-45) weet ik me nog al wat te herinneren. Het gaat om herinneringen die zich op en om onze boerderij, het Hertenbroeksgoed, hebben afgespeeld en in mijn gedachten zijn opgeslagen van af mijn prille jeugd ( ik ben van 29 juni 1932.) tot enkele jaren na 1945. Ik schrijf ze op omdat een oorlog iets heel bijzonders is. Summiere aantekeningen van mijn vader helpen me daarbij. Zelfs vandaag aan de dag wordt er in de media nog de nodige aandacht besteed aan deze periode. Als ik mijn herinneringen nu niet opschrijf, zijn ze weg.


Het Voorspel: Ons gezin bestond uit Vader(1891), Moeder(1895), mijn Zus Joke(1928) en ik(1932). Wij zijn opgegroeid op een boerderij en het leven op een boerenbedrijf uit de jaren dertig is niet te vergelijken met een boerenbedrijf van nu. Er waren knechten en meiden die het werk deden en drie keer per dag in de keuken aten . Daar tussen door scharrelde ik als peuter en verhuisde vaak van de ene knie naar de ander.

Wij woonden in een Katholieke streek. Dat hield in dat het lager onderwijs op katholieke leest geschoeid was. Daarom gingen wij naar de openbare lagere school in Doetinchem. Eerst Joke (1934) en daarna ik(1938). Wij reisden met de bus naar school in Doetinchem. De Openbare Lagere School No 1. De school staat er nog.

Het was in de crisis tijd van de jaren 30. Wij hebben daar niet veel van gemerkt. Alleen toen er een paard dood ging, reageerden Vader en Moeder heel emotioneel. Later hebben Joke en ik samen uitgemaakt dat het een financiële ramp was.

Toen ook ik in 1938 met de bus naar school ging, hoorde ik mensen regelmatig over oorlog spreken. Ik herinner me nog dat er iemand met een bolhoed en een zwarte paraplu op de bus stond te wachten. Iemand riep toen Chamberlain. Chamberlain was de eerste minister van Engeland die door Hitler was bedrogen vanwege de bezetting van Tsjecho-Slowakije. Toen werd Nederland gemobiliseerd. In totaal werden 300.000 mannen opgeroepen. Het werd steeds dreigender. Halfweg Wijnbergen, na de afslag van de Langeboomsestraat en tegenover het transformator huisje van de P.G.E.M. was een wegversperring (een soort “sla- om” met zware ijzeren H- balken) geplaatst. Daar tegenover waren Nederlandse soldaten gelegerd in een barak die al het verkeer controleerden. Er was toen een soldatenliedje “Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad”. Welnu de voorgevel van de soldatenbarak was versierd met een hart van prikkeldraad en als de bus stapvoets de versperring passeerde, zongen wij als kinderen “Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad”.


Nadat de Ministers van buitenlandse zaken van Duitsland (von Ribbentrop) en Rusland( Molotov) een pact met de duivel hadden gesloten om Polen te verdelen, viel Duitsland op 1 September 1939 zonder oorlogsverklaring Polen binnen. Engeland en Frankrijk reageerden onmiddellijk met een oorlogsverklaring op 3 september en de tweede wereldoorlog was uitgebroken. Half november 1939 was de oorlogsdreiging zo groot dat de regering ons leger in opperste paraatheid bracht. De kinderen van Wentink , Kersjes en mijn zus Joke ,die een gymnastiekuitvoering in Doetinchem gaven, moesten bij vriendinnen in de stad blijven omdat ons leger de brug over de Oude IJssel blokkeerde.

De fam. Wentink en de fam. Kets kwamen op zondagen met hun kinderen bijna altijd bij elkaar, zo ook op Zondag 22 maart 1940. Toen hoorden wij hoe boven de Duitse grens door vliegtuigen geschoten werd waarbij een Engels spionagevliegtuig werd getroffen. De brokstukken kwamen in Nederland terecht (Lobith).


Iedereen hield zijn hart vast toen op 9 april 1940 Noorwegen en Denemarken door de Duitsers bezet werden. Nederland, België en Frankrijk waren toen aan de beurt. Oorlog:


Heel vroeg in de ochtend van de 10de mei 1940 trommelde vader ons uit het bed. We hoorden clusters laag vliegende vliegtuigen overtrekken. Vader zei: het is oorlog. Het was vrijdag voor Pinksteren, een prachtige dag. We hadden pinkstervakantie. Iedereen was toen heel zenuwachtig. Vader zat met zijn hoofd in de radio en luisterde naar de Koningin. Mijn moeder maakte zich veel zorgen over haar broer die een boerderij voor de Grebbelinie had. Er waren geruchten dat het Franse leger ons in Zeeland te hulp schoot. Het was een ongelijke strijd. Op 13 mei vluchtte de Koningin naar Engeland. De Duitsers dreigden Rotterdam te bombarderen. Vader en ik stonden onder de grote wilg naast de boerderij en zagen de formaties bommenwerpers overvliegen. Vader zei: die gaan naar Rotterdam. Nog één keer het Wilhelmus op de radio en toen was het afgelopen.


Bezetting: Na een paar weken gingen we weer naar school, maar dan met de fiets. De brug over de Oude IJssel was opgeblazen. Er was een noodbrug bestaande uit planken en we werden daarover begeleid door een volwassene. Maar na enige tijd konden we weer met de bus toen de brug hersteld was. Dat duurde niet lang, brandstofgebrek dwong de Geldersche Tramweg Maatschappij haar oude trammen weer in gebruik te nemen.

Wat me van de schooltijd het meest is bijgebleven, is dat de jongens in de pauze en voor de lessen soldaatje speelden compleet met marcheren en commando’s . Mijn ouders hadden ons nadrukkelijk meegegeven niet te praten hoe er thuis over ouders NSB-ers en Duitsers gedacht werd. Het was een openbare school en dat hield in dat er ook kinderen opzaten waarvan de ouders met de Duitsers sympathiseerden. We wisten wie dat waren. Zij hielden bijeenkomsten in een huis net voor de brug op de hoek Wijnbergseweg, Dichterseweg. Hun kinderen waren lid van de Nationale Jeugdstorm van de NSB .


Er zaten ook joodse kinderen op school. In mei 1942 werden ze verplicht een gele Davidster te dragen. Later moesten zij naar een andere school. Soms zagen we ze nog met hun gele sterren door de stad lopen. Slechts enkelen overleefden de oorlog.


De Engelse premier Churchill werd altijd afgebeeld met een dikke sigaar en de rechter hand omhoog met een V teken (victory). Op een gegeven moment stonden op veel huizen en straten V tekens die ‘s nachts waren aangebracht. De volgende morgen stond er V is VICTORY DUITSLAND WINT OP ALLE FRONTEN. De volgende morgen was de V veranderd in een W (Wilhelmina) en de rest was doorgestreept! Zo was de sfeer in Doetinchem. De diepste indruk maakte op ons uit die tijd waren de nachtelijke bombardementen door de massaal overvliegende Engelse bommenwerpers,die in heldere nachten hun weg zochten naar het Roergebied. Luchtalarm met loeiende sirenes waarschuwden voor het naderende onheil. Duitse nachtjagers probeerden deze bommenwerpers uit de lucht te schieten en als Engelse piloten in het nauw kwamen dan openden ze de bommenluiken. Duitse jagers werden bijgestaan door zoeklichten. Één ervan stond vlakbij (100 meter) onze boerderij. De diesel generator die het zoeklicht van stroom voorzag stond ingegraven op een steenworp afstand van onze boerderij in de perenboomgaard. Oostenrijkse soldaten bedienden de hele installatie. Zij bivakkeerden in een barak vlakbij het zoeklicht. Na een waarschuwing door luisterposten aan de kust startten zij de generator. Wij wisten dan hoe laat het was. Wanneer wij het aanzwellende geluid van de bommenwerpers hoorden, riep vader ons en moesten wij de kelder in. Dat gebeurde vaak meerdere nachten per week. De bombardementen op het Roergebied waren vaak in de verte goed zichtbaar. Zoeklichten (zie pag. 8) tastten de hemel af met daartussen geweldig vuurwerk. In de nacht van 13 juni 1943 (eerste pinksterdag) explodeerde op de terugweg in de lucht een Britse Lancaster bommenwerper boven (zie pag. 8) Braamt. Brokstukken lagen rond de boerderij van de fam. Wentink. Het vliegtuig met twee dode bemanningsleden lag voor Onderlangs nr.3. Ze zijn op 16 juni 1943 begraven op de Hervormde begraafplaats te Zeddam. De Amerikanen bombardeerden overdag . Toen wij op 22 februari 1944 in Doetinchem bij het station op de tram stonden te wachten, zagen wij een formatie bommenwerpers hoog boven ons in zuid westelijke richting overtrekken. Dezen hebben toen Nijmegen gebombardeerd. (meer dan 800 slachtoffers). In de nacht van 16 mei 1943 vertrok een eskader van 19 Lancaster bommenwerpers naar het Ruhrgebied om met een precisie bombardement de stuwdammen te vernietigen. Ze vlogen individueel en heel laag (50 tot 100 meter) naar het doel. Één van hen is met veel lawaai tussen Braamt en Zeddam overgevlogen. De aanval was een succes. Met name de overstromingen door het breken van de stuwdam van de roer (Möhnedam) had grote gevolgen. Ca.1024 dwangarbeiders en geallieerde krijgsgevangenen zijn verdronken waaronder onze buurjongen Antoon Koenders (zie pag. 9). Antoon Koenders is bij mijn weten het enige oorlogsslachtoffer in onze buurt.

Eén van de “dambusters“ is op de terugweg boven Klein Netterden neergeschoten. Alle 7 bemanningsleden zijn omgekomen.


De Joden vervolging:


Mijn Vader had in ‘s Heerenberg relaties met slager Straus. Het was een joodse familie. Hun zoon Max heeft bij ons in 1941 gewerkt. Joden mochten alleen nog in de landbouw werken. Max zat in de zomer van 1942 in concentratie kamp Vught. Eén keer heeft hij ons nog een bericht gestuurd gedateerd 13 mei 1943. zie pag. 10, 11). Op 9 juli 1943 is hij in Sobibor Oost Polen vergast. Hij was nog net geen 23. Bovendien had deze familie Straus bij ons op de hooizolder van alles verstopt aan persoonlijke bezittingen. Kennelijk met het doel dit in betere tijden weer op te halen. Er waren ook brieven bij uit het concentratie kamp Westerbork. (zie laatste brief Jopie, pag. 11). Bij de herdenking van 5 mei 1995 waren nabestaanden van alle Joodse families uit ‘s Heerenberg uitgenodigd om de onthulling van de plaquette van joodse slachtoffers bij te wonen. Bij die gelegenheid hebben we de brieven aan de familie teruggegeven nadat we alles gefotokopieerd hadden. Een zoon heeft ons toen nog toevertrouwd dat hij blij was dat zijn vader en moeder met een gewone passagierstrein en niet met veewagens naar het vernietigingskamp zijn afgevoerd.


Inleveren:

Vanaf 18 juni 1941 moesten alle koperen, tinnen en nikkelen voorwerpen verplicht ingeleverd worden. Zelfs de koperen stroomdraden van de stroomvoorziening langs de wegen werden vervangen door aluminium draden. Ook de kerkklokken van de Roomse kerk in Zeddam moesten er aan geloven. De sloop verliep via vergrote galmgaten. De volgende morgen was er een briefje aangebracht: ”Hij die met kerkklokken schiet, wint de oorlog niet”! Vanaf 13 mei 1943 moesten alle radio toestellen ingeleverd worden. Luisteren naar Radio Oranje was streng verboden.

Melkklanten:

De levensmiddelen werden schaars en dat gold zeker voor melk. Iedere burger had wel relaties met boeren, zodat ze hun levensmiddelen konden aanvullen. Deze relaties hadden wij ook. Niet alleen in Doetinchem, maar ook de buren in Braamt en ook in Zeddam, b.v. de schoenmaker. Ik denk dat er tussen de 15 en 20 gezinnen waren die één of twee keer per week een litertje melk kwamen halen. Dat was verboden. Daarom werd het vaak verzorgd door kinderen. Bovendien namen mijn zus en ik bijna dagelijks melk mee naar school., D. Day de landing in Normandië:

De grootste militaire operatie die ooit heeft plaats gevonden. Iederéén voelde dat dit het begin van het einde was. Toch duurde het nog tot 31 augustus voordat Parijs bevrijd was. Toen stortte het Duitse Front in. Dinsdag 5 september 1944 was het Dolle Dinsdag en daarna hoefden we niet meer naar school. De schoolgebouwen werden gevorderd door de Wehrmacht. Als kinderen vonden we het prachtig. Het werd een hele lange vakantie. Tot Juni 1945.

17 september 1944 Market Garden.

Het was een prachtige zondagmorgen, mijn vader en moeder waren naar de kerk. Ik was met hout aan het spelen toen ik in de verte het aanzwellende geluid van bommenwerpers hoorde. Ik hield op met spelen en ging kijken wat er aan de hand was. Ik zal het nooit vergeten. Een niet te schatten aantal vliegtuigen zag ik tergend langzaam van west naar oost ten noorden van mij overkomen. Hoeveel waren het er 250 of 500? Het duurde wel een kwartier. Toen mijn ouders thuis kwamen en mijn Moeder wilde koken, was er geen stroom. Dat was vreemd. Niemand in Braamt had nog stroom! ‘ s Middags was er weer de gebruikelijke familie bijeenkomst van de Wentinks en de Ketsen, nu bij ons. Ook Wim Keuper uit Megchelen was er. Deze liep met zijn ziel onder de arm, omdat hij een prille relatie had met Gerda Wijers (nichtje) uit Heteren. Wim Keuper gaf nog een demonstratie met een wichelroede. Het was erg onrustig in de lucht zonder dat we begrepen wat er precies was. Wij stonden op het erf onder de grote kastanje boom, toen we bij een gerucht hoorden dat er bij Renkum luchtlandingen plaats vonden. Telefoon was er niet meer, maar Joke en Wim Keuper pakten de fiets om in Zeddam naar de fam. Wijers in Heteren te bellen. Op dat moment brak er hoog boven onze hoofden een luchtgevecht los tussen tientallen Duitse en Engelse jagers. Ze cirkelden al schietend met hun mitrailleurs als gekken om elkaar heen. Het was zeer sensationeel! Totdat er één geraakt werd en met een brullende motor van grote hoogte neerstortte en rechtop ons afkwam. PANIEK ,GROTE PANIEK. We vielen over elkaar heen om zo snel mogelijk in de kelder te komen. Te laat, toen we halverwege de deel waren, raasde het toestel over ons in oostelijke richting en rakelings over het dak van de boerderij heen. Vier honderd meter verder sloeg het over de kop te pletter tegen een walkant van een sloot. De piloot lag nog een dertig meter verder en had een gaatje in zijn hoofd. Het is een groot wonder dat het voor ons zo is afgelopen. Het toestel had naast de Korenmolen al een complete vleugel met wiel verloren. De benzinetank lag achter de boerderij, waar nu de kunstmest silo staat. De piloot is begraven op het Hervormde kerkhof in Zeddam. Met Market Garden waren de geallieerde grondtroepen voor het eerst hoorbaar . Ook vonden er dagelijks luchtgevechten plaats. In de schemer van dinsdagavond 26 september waren we getuige van een luchtgevecht hoog boven ons, waarbij een Duits vliegtuig een Messerschmitt Me 109G brandend neerstortte ook voor Onderlangs 4, op een steenworp afstand waar in 1943 de Britse bommenwerper was neergestord.

Inkwartiering;

Vanaf 1 oktober 1944 werden groepen Duitse soldaten regelmatig bij ons ingekwartierd. De soldaten verbleven in het achterhuis. De officieren in de keuken. Er kwamen laag vliegende vliegtuigen over. Een Duitse officier kwam naar buiten stormen en riep PRIMA, Prima, Deutsche JÄGER!! Helaas werd hij achterna gezeten door Engelse Mosquito’s. Mijn vader stikte bijna in zijn ingehouden lach. Vaak bleven zij maar een paar dagen en dan vertrokken ze weer.