Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Oostendorp, Joannes: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
 
k (link Grotenhuis, cat)
 
(14 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Jan Oostendorp''' werd geboren te [[Braamt]] en rk gedoopt te [[Zeddam]] op 5 augustus [[1804]]. Hij was een zoon van Gerrit Jan Oostendorp uit en Johanna Verheij. Joannes trouwde op 35-jarige leeftijd in de [[gemeente Bergh]] op 24 juli [[1840]] met Anna Paulina Kuijper, geboren te Middelburg op 18 mei [[1807. Anna was een dochter van Paulus Kuijper, schoenmaker te Middelburg in de provincie Zeeland en van Everdina Christina Poortvliet.
+
'''Jan Oostendorp''' werd geboren te [[Braamt]] en rk gedoopt te [[Zeddam]] op 5 augustus [[1804]]. Hij was een zoon van Gerrit Jan Oostendorp en Johanna Verheij. Jan trouwde op 35-jarige leeftijd in de [[gemeente Bergh]] op 24 juli [[1840]] met Anna Paulina Kuijper, geboren te Middelburg op 18 mei [[1807]]. Anna was een dochter van Paulus Kuijper, schoenmaker te Middelburg en van Everdina Christina Poortvliet. Bij dit huwelijk werd hun enige zoon Franciscus Bernardus, geboren te Maastricht op 17 april [[1839]], erkend en gewettigd.
<br/>Bij dit huwelijk werd hun enige zoon Franciscus Bernardus, geboren te Maastricht op 17 april [[1839]], erkend en gewettigd.
 
  
Jan Oostendorp was militair, en zodoende voor die tijd dus veel onderweg geweest (zijn vrouw was afkomstig van Middelburg en zijn zoon werd geboren in Maastricht). Hij kwam op 20 september [[1825]] als milicien bij de 13e Afdeling Infanterie. Op 17 december [[1827]] ging hij over naar de Staande Armee van genoemde Afdeling.
+
Jan Oostendorp was militair, en zodoende voor die tijd al veel onderweg geweest (zijn vrouw was afkomstig van Middelburg en zijn zoon werd geboren in Maastricht). Hij kwam op 20 september [[1825]] als milicien bij de 13e Afdeling Infanterie. Op 17 december [[1827]] ging hij over naar de Staande Armee van genoemde Afdeling.
<br/>In [[1831]] vocht hij met het verenigde leger tegen de opstand in België en bij die gelegenheid heeft hij bijzonder uitgemunt. Op 7 augustus 1831 raakte hij gewond bij de “affaire” te Kermt door een geweerkogel over de rechterhand. Voor zijn optreden werd hij op 12 oktober 1831 benoemd tot Ridder der '''Militaire Willemsorde 4e Klasse'''. De Militaire Willemsorde werd in 1815 door koning Willem I ingesteld voor zeer bijzondere verrichtingen in oorlogstijd. Jan Oostendorp, als eenvoudig soldaat, moet dus in krijgsdienst veel moed hebben getoond.
 
<br/>In [[1832]] was hij weer bij het verenigde leger tegen België. Op 28 maart 1832 werd hij versierd met het Metalen Kruis. Dit is een onderscheiding die werd uitgereikt aan iedereen die aan de krijgsverrichtingen tegen de Belgen in 1830 en 1831 hadden deelgenomen
 
  
De strijd tegen de Belgen eindigde officieel in 1839. Het is aannemelijk dat Jan Oostendorp van 1825 tot 1839 (14 jaar) heeft gediend in het leger van koning Willem I. In die periode heeft hij ongetwijfeld zijn vrouw ontmoet in Zeeland. Zij zal hem zijn gevolgd, want zijn enige zoon werd geboren te Maastricht in april 1839. Toen de oorlog tegen de Belgen was afgelopen keerde hij terug naar Braamt, trouwde er, maar overleed kort na het beëindigen van ziijn militaire loopbaan op 37-jarige leeftijd op 29 december [[1841]]. Zijn vrouw en zoon zijn altijd in Braamt blijven wonen.
+
In augustus [[1831]] nam hij deel aan de '''Tiendaags Veldtocht''', waarmee koning Willem I de Belgische Opstand gewapenderhand wilde neerslaan. Hierbij heeft Jan bijzonder uitgemunt. Op 7 augustus 1831 raakte hij gewond door een geweerkogel over de rechterhand in de Slag bij Kermt (een dorp bij Hasselt), waar de Belgen een nederlaag leden. Voor zijn optreden werd hij op 12 oktober 1831 benoemd tot [[Onderscheidingen#Militaire Willemsorde (1815)|'''Ridder der Militaire Willemsorde 4e Klasse''']]. De Militaire Willemsorde werd in 1815 door koning Willem I ingesteld voor zeer bijzondere verrichtingen in oorlogstijd. Jan Oostendorp, als eenvoudig soldaat, moet dus in krijgsdienst veel moed hebben getoond.
  
Op 18 mei 1840 schreef de [[burgemeesters|burgemeester]] van [[gemeente Bergh|Bergh]], E. van Grotenhuis, een brief aan een Commissaris in Zevenaar, die betrekking had op de Corporaal bij het 3e Bataljon veldartillerie b.d., Joannes Oostendorp, met de volgende inhoud:
+
Op 28 maart [[1832]] werd hij versierd met het [[Onderscheidingen#Metalen Kruis 1830-1831|Metalen Kruis]]. Dit is een onderscheiding die werd uitgereikt aan iedereen die aan de krijgsverrichtingen tegen de Belgen in 1830 en 1831 had deelgenomen. De strijd tegen de Belgen eindigde officieel op 19 april 1839 met de ondertekening van het Verdrag van Londen.  
  
''Ingevolge uw missive d.d. 16 dezer maand nr. 593 heb ik de eer hierbij aan Uhoogwelgeboren te berichten, dat de daarbij vermelde Joannes OOSTENDORP eerstlijk heeft gediend bij de 13e Afdeeling Nat. Infanterie en zulks van januari 1825 tot en met 1834 vervolgens van die laatstgemelde tijd tot en met den 17e januari 1840 als Corporaal bij het 3e bataljon veldartillerie en gedecoreert bij de 10 daagsche veldtocht bij welke gelegenheid hij eene blessure aan de regterhand opliep te Kernt bij Leuven. “Heeft ook een bewijs van het Metalen Kruis ontvangen en eene medaille van 12 jarige dienst”.''
+
Uit een document waarvan de tekst hieronder is weergegeven, blijkt dat Jan Oostendorp een medaille heeft ontvangen bij het volbrengen van twaalf jaar dienst, en dat hij na vijftien jaar dienst het leger op 17 januari 1840 als korporaal heeft verlaten. In die periode heeft hij ongetwijfeld zijn vrouw ontmoet in Zeeland. Zij zal hem zijn gevolgd, want zijn enige zoon werd geboren te Maastricht in april 1839. Dit wijst erop dat Jan na de Tiendaagse Veldtocht in het garnizoen van generaal Dibbets in Maastricht is terechtgekomen. Dat garnizoen heeft Maastricht, toen een enclave in Belgisch gebied, acht jaar lang uit handen van de Belgen gehouden.
  
Op 11 januari [[1842]] schreef burgemeester Van Grotenhuis aan de Kanselier van het Grootkruis der Militaire Willemsorde te ’s-Gravenhage het volgende:
+
Na de oorlog tegen de Belgen keerde Jan terug naar Braamt. Het is aannemelijk dat twee ex-militairen die zich na 1839 in het voormalige [[Land van den Bergh]] hebben gevestigd, maar daar niet geboren waren, met Jan Oostendorp van Maastricht zijn gekomen. Dit waren [[Kinnaer, Jacobus|Jacobus Kinnaer]], een Belg, en [[Somers, Josephus Adrianus|Josephus Adrianus Somers]], een Brabander.
  
''“Op verzoek van Anna Paulina KUIPER, thans weduwe van Joannes OOSTENDORP, Ridder der Militaire Willems Orde 4e klasse, heb ik de eer en neem de vrijheid Uedelgestrenge hiernevens het bewijs van overlijden van derzelver man te doen toekomen met verzoek zoo mogelijk haar het verschenen en tegoed hebbende geld der belooning van haren man te willen doen toekomen, en wel zoo mogelijk door mijne tusschenkomst teneinde kosten voor die weduwe voor te komen.
+
Jan Oostendorp trouwde na terugkeer in Braamt, maar overleed er amper twee jaar na het beëindigen van zijn militaire loopbaan op 29 december [[1841]], 37 jaar oud. Zijn vrouw en zoon zijn altijd in Braamt blijven wonen.
 +
 
 +
Er zijn twee documenten bewaard gebleven die betrekking hebben op Jan Oostendorp. Het eerste schreef de [[Politiek#Burgemeesters|burgemeester]] van [[gemeente Bergh|Bergh]], [[Grotenhuis van Onstein, Engelbertus Tiberius Josephus Arnoldus van|E. van Grotenhuis]], op 18 mei 1840 aan een Commissaris in Zevenaar. Het had betrekking op de Corporaal bij het 3e Bataljon Veldartillerie b.d., Joannes Oostendorp:
 +
 
 +
''"Ingevolge uw missive d.d. 16 dezer maand nr. 593 heb ik de eer hierbij aan Uhoogwelgeboren te berichten, dat de daarbij vermelde Joannes OOSTENDORP eerstlijk heeft gediend bij de 13e Afdeeling Nat. Infanterie en zulks van januari 1825 tot en met 1834 vervolgens van die laatstgemelde tijd tot en met den 17e januari 1840 als Corporaal bij het 3e bataljon veldartillerie en gedecoreert bij de 10 daagsche veldtocht bij welke gelegenheid hij eene blessure aan de regterhand opliep te Kermt bij Leuven. “Heeft ook een bewijs van het Metalen Kruis ontvangen en eene medaille van 12 jarige dienst."''
 +
 
 +
Het tweede schreef burgemeester Van Grotenhuis op 11 januari [[1842]] aan de Kanselier van het Grootkruis der Militaire Willemsorde te ’s-Gravenhage:
 +
 
 +
''"Op verzoek van Anna Paulina KUIPER, thans weduwe van Joannes OOSTENDORP, Ridder der Militaire Willems Orde 4e klasse, heb ik de eer en neem de vrijheid Uedelgestrenge hiernevens het bewijs van overlijden van derzelver man te doen toekomen met verzoek zoo mogelijk haar het verschenen en tegoed hebbende geld der belooning van haren man te willen doen toekomen, en wel zoo mogelijk door mijne tusschenkomst teneinde kosten voor die weduwe voor te komen."
 
<br/>''De Burgemeester van Bergh.''
 
<br/>''De Burgemeester van Bergh.''
  
 +
== Bron ==
 +
*[[Old Ni-js 052|Old Ni-js nr. 52]], blz. 131-133
  
{{Onderwerp|Personen|Militairen|Militairen tijdens de Belgische Revolutie}}
+
[[Categorie:Militairen tijdens de Belgische Revolutie]] [[Categorie:Militaire Willemsorde]] [[Categorie:Metalen Kruis 1830-1831]] [[Categorie:Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst]]

Huidige versie van 12 mei 2017 om 16:41

Jan Oostendorp werd geboren te Braamt en rk gedoopt te Zeddam op 5 augustus 1804. Hij was een zoon van Gerrit Jan Oostendorp en Johanna Verheij. Jan trouwde op 35-jarige leeftijd in de gemeente Bergh op 24 juli 1840 met Anna Paulina Kuijper, geboren te Middelburg op 18 mei 1807. Anna was een dochter van Paulus Kuijper, schoenmaker te Middelburg en van Everdina Christina Poortvliet. Bij dit huwelijk werd hun enige zoon Franciscus Bernardus, geboren te Maastricht op 17 april 1839, erkend en gewettigd.

Jan Oostendorp was militair, en zodoende voor die tijd al veel onderweg geweest (zijn vrouw was afkomstig van Middelburg en zijn zoon werd geboren in Maastricht). Hij kwam op 20 september 1825 als milicien bij de 13e Afdeling Infanterie. Op 17 december 1827 ging hij over naar de Staande Armee van genoemde Afdeling.

In augustus 1831 nam hij deel aan de Tiendaags Veldtocht, waarmee koning Willem I de Belgische Opstand gewapenderhand wilde neerslaan. Hierbij heeft Jan bijzonder uitgemunt. Op 7 augustus 1831 raakte hij gewond door een geweerkogel over de rechterhand in de Slag bij Kermt (een dorp bij Hasselt), waar de Belgen een nederlaag leden. Voor zijn optreden werd hij op 12 oktober 1831 benoemd tot Ridder der Militaire Willemsorde 4e Klasse. De Militaire Willemsorde werd in 1815 door koning Willem I ingesteld voor zeer bijzondere verrichtingen in oorlogstijd. Jan Oostendorp, als eenvoudig soldaat, moet dus in krijgsdienst veel moed hebben getoond.

Op 28 maart 1832 werd hij versierd met het Metalen Kruis. Dit is een onderscheiding die werd uitgereikt aan iedereen die aan de krijgsverrichtingen tegen de Belgen in 1830 en 1831 had deelgenomen. De strijd tegen de Belgen eindigde officieel op 19 april 1839 met de ondertekening van het Verdrag van Londen.

Uit een document waarvan de tekst hieronder is weergegeven, blijkt dat Jan Oostendorp een medaille heeft ontvangen bij het volbrengen van twaalf jaar dienst, en dat hij na vijftien jaar dienst het leger op 17 januari 1840 als korporaal heeft verlaten. In die periode heeft hij ongetwijfeld zijn vrouw ontmoet in Zeeland. Zij zal hem zijn gevolgd, want zijn enige zoon werd geboren te Maastricht in april 1839. Dit wijst erop dat Jan na de Tiendaagse Veldtocht in het garnizoen van generaal Dibbets in Maastricht is terechtgekomen. Dat garnizoen heeft Maastricht, toen een enclave in Belgisch gebied, acht jaar lang uit handen van de Belgen gehouden.

Na de oorlog tegen de Belgen keerde Jan terug naar Braamt. Het is aannemelijk dat twee ex-militairen die zich na 1839 in het voormalige Land van den Bergh hebben gevestigd, maar daar niet geboren waren, met Jan Oostendorp van Maastricht zijn gekomen. Dit waren Jacobus Kinnaer, een Belg, en Josephus Adrianus Somers, een Brabander.

Jan Oostendorp trouwde na terugkeer in Braamt, maar overleed er amper twee jaar na het beëindigen van zijn militaire loopbaan op 29 december 1841, 37 jaar oud. Zijn vrouw en zoon zijn altijd in Braamt blijven wonen.

Er zijn twee documenten bewaard gebleven die betrekking hebben op Jan Oostendorp. Het eerste schreef de burgemeester van Bergh, E. van Grotenhuis, op 18 mei 1840 aan een Commissaris in Zevenaar. Het had betrekking op de Corporaal bij het 3e Bataljon Veldartillerie b.d., Joannes Oostendorp:

"Ingevolge uw missive d.d. 16 dezer maand nr. 593 heb ik de eer hierbij aan Uhoogwelgeboren te berichten, dat de daarbij vermelde Joannes OOSTENDORP eerstlijk heeft gediend bij de 13e Afdeeling Nat. Infanterie en zulks van januari 1825 tot en met 1834 vervolgens van die laatstgemelde tijd tot en met den 17e januari 1840 als Corporaal bij het 3e bataljon veldartillerie en gedecoreert bij de 10 daagsche veldtocht bij welke gelegenheid hij eene blessure aan de regterhand opliep te Kermt bij Leuven. “Heeft ook een bewijs van het Metalen Kruis ontvangen en eene medaille van 12 jarige dienst."

Het tweede schreef burgemeester Van Grotenhuis op 11 januari 1842 aan de Kanselier van het Grootkruis der Militaire Willemsorde te ’s-Gravenhage:

"Op verzoek van Anna Paulina KUIPER, thans weduwe van Joannes OOSTENDORP, Ridder der Militaire Willems Orde 4e klasse, heb ik de eer en neem de vrijheid Uedelgestrenge hiernevens het bewijs van overlijden van derzelver man te doen toekomen met verzoek zoo mogelijk haar het verschenen en tegoed hebbende geld der belooning van haren man te willen doen toekomen, en wel zoo mogelijk door mijne tusschenkomst teneinde kosten voor die weduwe voor te komen."
De Burgemeester van Bergh.

Bron