Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Schutterij Sint Pancratius

Uit Berghapedia
(Doorverwezen vanaf Eensgezindheid)
Ga naar: navigatie, zoeken

De oprichting

Hoofdstuk I van de statuten zoals gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant van 25 augustus 1894

Schutterij Sint Pancratius in 's-Heerenberg werd op 31 augustus 1890 opgericht onder de naam Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid. Het was een vereniging voor de werkende stand, en daarmee een tegenhanger van Sociëteit De Vriendschap. De Vriendschap is weliswaar geen schutterij, maar wel een vereniging waar toen alleen mannen uit de hogere maatschappelijke kringen lid van waren.

31 augustus was de dag waarop van 1885 tot en met 1890 Prinsessedag werd gevierd ter ere van de verjaardag van de toenmalige prinses Wilhelmina. Vanaf 1891 werd dit Koninginnedag. Aangenomen kan worden dat de oprichters de oprichtingsdatum bewust hebben laten samenvallen met Prinsessedag. Dat het de laatste Prinsessedag zou zijn, wisten zij niet, want koning Willem III overleed pas in november 1890.

De Schutterij werd in 1890 opgericht, maar pas op 3 juni 1894 besloten de 36 ere- en gewone leden rechtspersoonlijkheid aan te vragen. Dit deden de bestuursleden in hun brief aan koningin-regentes Emma van 2 juli 1894 met de woorden dat zij Uwe Majesteit eerbiedig naderen met het beleefd verzoek, rechtspersoonlijkheid aan hunne Vereeniging te willen verleenen. Als bijlage stuurden zij de statuten mee. De minister van Justitie bracht op 13 juli enkele correcties aan in deze statuten, en liet koningin Emma op 1 augustus weten dat hij akkoord ging. Zij gaf daarna op 8 augustus bij koninklijk besluit goedkeuring aan de vereniging. Op 14 augustus werd een authentiek afschrift van het koninklijk besluit gezonden aan voorzitter Paul Weijers.

De statuten van Eensgezindheid werden gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant no. 198 van 25 augustus 1894. Zij omvatten zes hoofdstukken:
I Doel, II Leden, III Bestuur, IV Algemeene vergaderingen, V Contributie. Boeten, VI Ontbinding.
Hoofdstuk I is hiernaast afgebeeld.

Optochten zonder vergunning

De uitspraak
Uit De Graafschapbode van 28 november 1903

Voor het houden van optochten moesten verenigingen, dus ook Schutterij Eensgezindheid, steeds vergunning aanvragen bij de burgemeester van de gemeente Bergh. Voor de optochten op Koninginnedag in 1903 weigerde burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt zijn toestemming te geven, omdat leden van de schutterij zich bij feesten in de voorgaande vijf, zes jaar onordelijk hadden gedragen. In 1902 hadden zij met stenen naar de politie gegooid, zodat agenten met geweld hadden moeten optreden.

Ondanks de geweigerde toestemming, hield Schutterij Eensgezindheid op Koninginnedag 1903 toch twee optochten (om halfelf en om halfzes) en organiseerde tevens een wedstrijd vogelschieten. De burgemeester had de postcommandant van de Koninklijke Marechaussee bevolen de optochten tegen te houden, maar deze weigerde dit bevel uit te voeren. De gemeentepolitie heeft daarop, in opdracht van de burgemeester, proces-verbaal opgemaakt tegen 39 deelnemers. Zij moesten zich op 11 november 1903 verantwoorden voor de kantonrechter in Terborg. De uitspraak volgde 25 november, zoals te lezen is in het hiernaast afgebeelde bericht uit De Graafschapbode van 28 november 1903.
Klik op onderstaande afbeeldingen voor een vergroting.

Heroprichting en ontbinding

In de statuten die in 1894 koninklijk waren goedgekeurd, staat dat de Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid voor 25 jaar was opgericht. Echter, toen het bestuur op 3 mei 1919 hernieuwing van de goedkeuring aanvroeg, kreeg het ten antwoord dat de termijn van 25 jaar al op 31 augustus 1915 was verstreken. Koningin Wilhelmina telde dus vanaf de oprichting in 1890, niet vanaf de goedkeuring in 1894. Er moest een nieuwe goedkeuring worden aangevraagd door een nieuw te kiezen bestuur.

Of de afgewezen aanvraag te laat was als gevolg van een misverstand bij het bestuur of van de Eerste Wereldoorlog, is niet duidelijk. Wel is het zo dat ook de minister van Oorlog zich met de nieuwe aanvraag bemoeide. Vanwege de zojuist geëindigde oorlog wilde hij meer weten als burgers wilden schieten. Via de officier van justitie in Arnhem kreeg burgemeester Smit op 28 augustus 1919 de vraag voorgelegd wat het schieten van de schutterij behelsde. DE burgemeester antwoordde dat bij het exerceren houten geweren werden gebruikt, en dat de vuurwapens waarmee bij het vogelschieten werd geschoten, niet voor schietoefeningen bedoeld waren, maar ter feestviering.

De ministers gingen met deze uitleg akkoord, en na enkele wijzigingen in de statuten tekende koningin Wilhemina de heroprichting op 19 november 1919 goed. De Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid kon weer 25 jaar vooruit, gerekend vanaf 31 augustus 1915.

De nieuwe termijn van 25 jaar eindigde op 31 augustus 1940 – tijdens de Tweede Wereldoorlog. Alle verenigingen op het gebied van kunst en cultuur, waar schutterijen ook onder geschaard werden, moesten zich aansluiten bij de Nederlandsche Kultuurkamer. Maar de Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid weigerde lid te worden en ontbond zichzelf. De uniformen, petten, trommen, het vaandel en andere bezittingen werden tot betere tijden, opgeborgen.

Wedergeboorte, naamsverandering en opheffing

Na de bevrijding kwam het verenigingsleven weer op gang. In 's-Heerenberg speelden pastoor Gribnau en zijn kapelaan Feijen hierbij een grote rol. De pastoor drukte echter een katholiek stempel op de tot dan toe neutrale schutterij. Op 25 mei 1949 marcheerden de schutters tijdens het eerste schuttersfeest na de oorlog weer door de stad; nu niet als Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid maar als R.-K. Schutterij Eensgezindheid. Die naam was blijkbaar nog niet Rooms genoeg, want bij het 60-jarig bestaan – dat een beetje laat op 28 en 29 juli 1951 werd gevierd – verwees de naam naar de schutspatroon van de parochie: R.-K. Schutterij Sint Pancratius.

Om verder te benadrukken dat de schutterij een rooms-katholieke aangelegenheid was, werd pastoor Gribnau zijn geestelijk adviseur. In die functie trad hij ook op als pr-man. In het programmaboekje van het Groot Federatief Schutters-Concours dat in 1951 werd gehouden, schreef hij:

Veel heeft 'Sint-Pancratius' bijgedragen tot vermaak en opluistering van kerkelijke en burgerlijke vieringen. Tijd noch geld noch moeite hebben de schutters gespaard. Met hun aandacht trekkende uniformen, passende uitrusting en versierselen, trommen en dieptrommen, goede orde en tucht vormen zij, als zij uittrekken, een lust voor oog en oor. … Moge onze schutterij op de ingeslagen weg voortgaan tot in lengte van dagen.

Aan de naoorlogse glorietijd kwam een roemloos einde, waarvan niet eens duidelijk is wanneer dat precies gebeurd is. De vereniging is als het ware in slaap gesukkeld. In 1963 werd het laatste schuttersfeest gevierd. Door onenigheid in het bestuur werd de contributie niet meer opgehaald. Zo waren er meer symptomen die op het einde duidden. De laatste handeling vond plaats op 25 augustus 1981, toen pastoor Simons het standaardvaandel officieel in bewaring nam. Het staat nu nog altijd achterin de Pancratiuskerk.

De vaandels

Het standaardvaandel

St. Pancratiusvaandel (Medium).JPG

De Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid had een standaardvaandel met daarop in geborduurde letters de naam Eensgezindheid. Er wordt verteld dat dit vaandel in de kerk in Kevelaer is terechtgekomen. Wie wil nagaan of dit zo is?

Na de oorlog heeft de Schutterij Sint Pancratius een nieuw standaardvaandel laten maken. Hierop staan Sint Pancratius en de wapens van de gemeente Bergh (links) en van de graven van Bergh (rechts) afgebeeld.

Andere vaandels

Pancratiusvaandel.JPG

Daarnaast had de Schutterij Sint Pancratius vier vaandels met elk een afbeelding van een Berghs monument:

Het vaandel met Huis Bergh is hiernaast afgebeeld. Om het kasteel staan van linksboven met de klok mee de wapens van de gemeente Bergh, Sint Pancratius, de graven van Bergh en (waarschijnlijk) de Vrijwillige Schutterij Eensgezindheid.

Bronnen