Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Krabbenborg, Johannes Hendrikus: verschil tussen versies
k (→Bronnen: cat) |
|||
| Regel 2: | Regel 2: | ||
Hij kwam op 11 oktober [[1926]] als neomist van het grootseminarie Driebergen-Rijssenburg naar de [[St. Martinus Beek|parochie Beek]], waar hij was benoemd tot kapelaan. Hij was de opvolger van [[Mets, Franciscus Petrus Maria|kapelaan Mets]] en werkte onder de pastoors [[Angeren, Johannes Martinus van|Van Angeren]] en [[Peters, Hendrikus Josephus|Peters]]. | Hij kwam op 11 oktober [[1926]] als neomist van het grootseminarie Driebergen-Rijssenburg naar de [[St. Martinus Beek|parochie Beek]], waar hij was benoemd tot kapelaan. Hij was de opvolger van [[Mets, Franciscus Petrus Maria|kapelaan Mets]] en werkte onder de pastoors [[Angeren, Johannes Martinus van|Van Angeren]] en [[Peters, Hendrikus Josephus|Peters]]. | ||
| + | [[Bestand:Kapelaan Krabbenborg.jpg|thumb|Kapelaan Krabbenborg in Beek van 1926 - 1930]] | ||
Op 6 november [[1930]] vertrok hij naar [[Groenlo]], waar hij kort tevoren was benoemd als kapelaan. Pas in augustus [[1931]] kwam zijn opvolger, [[Moolen, Theodorus Johannes Maria van der|kapelaan Van der Moolen]], aan in Beek. | Op 6 november [[1930]] vertrok hij naar [[Groenlo]], waar hij kort tevoren was benoemd als kapelaan. Pas in augustus [[1931]] kwam zijn opvolger, [[Moolen, Theodorus Johannes Maria van der|kapelaan Van der Moolen]], aan in Beek. | ||
Versie van 4 jan 2023 om 12:54
Johannes Hendrikus Krabbenborg werd op 9 november 1900 geboren in Lichtenvoorde als zoon van Johannes Bernardus Krabbenborg en Harmina Penterman.
Hij kwam op 11 oktober 1926 als neomist van het grootseminarie Driebergen-Rijssenburg naar de parochie Beek, waar hij was benoemd tot kapelaan. Hij was de opvolger van kapelaan Mets en werkte onder de pastoors Van Angeren en Peters.
Op 6 november 1930 vertrok hij naar Groenlo, waar hij kort tevoren was benoemd als kapelaan. Pas in augustus 1931 kwam zijn opvolger, kapelaan Van der Moolen, aan in Beek.
Kapelaan Krabbenborg kwam op 17 maart 1931 om het leven toen de auto die hij bestuurde op een onbewaakte overweg werd gegrepen door een locomotief. Hij was met zijn Groenlose collega's, pastoor-deken Oosterbaan en kapelaan Van Soest, op weg naar Neede. Zijn collega's hebben het ongeluk overleefd.
Kapelaan Krabbenborg werd in Groenlo begraven. Hij is slechts dertig jaar oud geworden.
