Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Heerlijke rechten
Heerlijke rechten waren rechten die een landsheer in zijn gebied kon laten gelden. Ze zijn in West-Europa ontstaan in het feodale systeem van de vroege middeleeuwen en werden in Nederland in 1798 afgeschaft toen de grondwet van de Bataafse Republiek in werking trad. Enkele rechten werden in 1814, na de Franse tijd, hersteld als zakelijk recht, maar bij de grondwetswijziging van 1848 definitief afgeschaft.
De graven van Hamaland en de abdissen van het Stift Elten beschikten net als de heren en graven van Bergh over heerlijke rechten. Laatstgenoemden bezaten hun rechten in het Land van den Bergh en in hun andere bezittingen. Ze hadden niet overal dezelfde rechten en soms hadden zij rechten in een gebied dat niet van hen was. De rechten bleven door vererving in de familie, maar konden verkocht worden. Omgekeerd konden rechten ook gekocht worden, maar uiteindelijk werden ze verleend door een hogere leenheer. De hoogste van hen was de Duitse keizer of, zoals zijn officiële titel was, de Rooms-Duitse keizer of keizer van het Heilige Rooms Rijk. Direct of indirect waren alle wereldlijke en kerkelijke heersers verantwoording verschuldigd aan de Duitse keizer.
Op grond van hun heerlijke rechten konden heren, abdissen, graven en andere feodale heersers de macht in hun gebied uitoefenen. Het belangrijkste recht was dat op rechtspraak. Andere rechten waren, in alfabetische volgorde:
Bronnen
- Heerlijkheid op Wikipedia
- Heerlijkheden in Nederland , C.E.G. ten Houte de Lange en V.A.M van der Burg, Uitgeverij Verloren, Hilversum (2008)
- De Nederlandse Grondwet over de opheffing van heerlijke rechten