Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Gezin Van der Heijden

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 8 jun 2023 om 06:21 (Moeder Marie van der Heijden-Fenneman: aanvulling Nationaal Archief)
Ga naar: navigatie, zoeken

Op het oorlogsmonument in 's-Heerenberg staan onder andere drie namen van het gezin Van der Heijden: vader, moeder en zoon. Dochter Wilma heeft de oorlog overleefd en ging naar haar oom en tante Toon van der Heijden en Dina(?) Fenneman (dubbele bruiloft).

Vader Bart van der Heijden

Het gedeelte van een plaquette op het Vlootmonument in Surabaya met de namen van de 27 omgekomen bemanningsleden van de Poelau Bras.
Foto Oorlogsgravenstichting

Engelbertus Theodorus van der Heijden werd geboren op 4 maart 1905 in 's-Heerenberg als zoon van Henricus Johannes Paulus Maria van der Heijden en Aleida Catharina Hunsel. Zijn vader was een halfbroer van de zoeaaf Petrus Christiaan van der Heijden.

Hij nam dienst bij de Koninklijke Marine en bereikte daar de rang van bootsman. In 1938 werd hij in Nederlands-Indië gestationeerd, en daar bevond hij zich bij de Japanse inval in 1942. Toen eind februari de toestand op Java kritiek werd, kreeg Van der Heijdens schip, de Poelau Bras, de opdracht een grote groep Nederlanders te evacueren naar Colombo op Ceylon, het huidige Sri Lanka. De Poelau Bras verliet op 27 februari 1942 de haven van Cilacap en bereikte op 4 maart de Wijnkoopsbaai (thans de Ratubaai) aan de zuidwestkust van Java, waar de evacués aan boord kwamen.

Op de avond van 6 maart 1942 verliet de Poelau Bras de Wijnkoopsbaai op weg naar Colombo. Het schip is een van de laatste die Nederlands-Indië nog konden verlaten voor de capitulatie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op 8 maart 1942. Om zo snel mogelijk buiten het bereik van Japanse vliegtuigen te komen, had de machinekamer opdracht gekregen maximaal vermogen te leveren. Deze inspanning was echter tevergeefs, want voor het middaguur van 7 maart, op 180 mijl ten zuidwesten van de Wijnkoopsbaai, vielen vliegtuigen van het Japanse vliegkampschip Hiryu de Poelau Bras aan. Een bom raakte een sloep aan stuurboord en ontplofte op de waterlijn ter hoogte van de machinekamer. Er stroomde water de machinekamer in waardoor de motor afsloeg. Een voltreffer sloeg recht in de schoorsteen, waarna er brand uitbrak. De lichte bewapening van het schip kon weinig tegen de aanvallende vliegtuigen uitrichten.

Kort voor de Poelau Bras zonk, wist een deel van de opvarenden in sloepen en op reddingsvlotten het schip te verlaten. De schipbreukelingen bereikten na een paar dagen Sumatra, waar ze door de Japanners gevangen werden genomen.

Van der Heijden en 26 andere bemanningsleden van de Poelau Bras (alsmede tientallen evacués) zijn met hun schip ten onder gegaan. Hun namen staan op een van de zes bronzen platen die op 19 januari 2007 zijn onthuld als deel van het Vlootmonument op het Nederlandse ereveld Kembang Kuning te Surabaya, Indonesië. Op de zes platen staan de namen van 356 marinemannen die aan boord van negentien schepen zijn gesneuveld in de periode van 8 december 1941 tot 9 maart 1942, van wie de laatste rustplaats niet aanwijsbaar is en de namen nog niet elders vermeld staan.

Tevens staat Van der Heijden vermeld in Gedenkboek 38 van de Oorlogsgravenstichting. Hierin staan ook H.W. Benen en W.A. Kaak vermeld, die bij het zinken van andere schepen zijn verdronken. Van der Heijden staat bovendien vermeld in de Erelijst van gevallenen 1940-1945.

De vermelding van Van der Heijden op blz. 1575 van de Erelijst van gevallenen 1940-1945


Moeder Marie van der Heijden-Fenneman

Het graf van Marie van der Heijden-Fenneman op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo in Jakarta, Indonesië
Foto Oorlogsgravenstichting

Maria Johanna Theodora van der Heijden-Fenneman, de echtgenote van Engelbertus Theodorus van der Heijden, werd op 1 mei 1909 geboren in 's-Heerenberg als dochter van Hendrikus Johannes Fenneman en Wilhelmina Bronkhorst. Op 16 februari 1932 trouwde zij met Bart van der Heijden. Het echtpaar woonde eerst in het huis van haar ouders in 's-Heerenberg: 't Witte Peert. Op 6 december 1934 werd in Den Helder dochter Wilhelmina Hendrika (Wilma) geboren. Nog juist voor de Duitsers in mei 1940 ons land binnenvielen, is zij met haar dochter naar Nederlands-Indië vertrokken. Zo was het gezin in april 1940 weer herenigd.

Op 30 juli 1942, bijna vijf maanden nadat haar man was omgekomen, schonk zij het leven aan een zoon, die zij naar zijn vader vernoemde. Zij woonde toen nog thuis, maar later werd zij, net als alle blanke vrouwen, met haar twee kinderen opgesloten in het "Jappenkamp" Tjideng in Batavia, het huidige Jakarta. Daar overleed zij op 24 mei 1945 aan beriberi en de gevolgen van de slechte leefomstandigheden.

Zij werd begraven op de gemeentelijke begraafplaats Laanhof. Op 20 oktober 1950 werd zij herbegraven op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo in Jakarta, vak II, graf 457.

Haar zoontje was op 10 januari al overleden. Haar dochter overleefde de oorlog en is teruggekeerd naar Nederland.


Zoon Bart van der Heijden

Engelbertus Theodorus (Bart) van der Heijden is de zoon van bovengenoemd echtpaar. Hij werd geboren in Batavia op 30 juli 1942 en overleed tweeënhalf jaar oud op 10 januari 1945 in het "Jappenkamp" Tjideng in Batavia (Jakarta). Hij ligt niet begraven op een van de Nederlandse erevelden in Indonesië, maar hij staat wel vermeld in Gedenkboek 40 van de Oorlogsgravenstichting.

Bronnen