Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Janning, Johannes Hendrikus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Johannes Hendrikus (Hein) Janning werd op 15 juli 1914 geboren in het Drentse Nieuw-Schoonebeek.

Hij studeerde aan het kleinseminarie in Culemborg en vervolgens aan het grootseminarie Rijsenburg in Driebergen. Na zijn priesterwijding op 11 mei 1940 (een dag na de Duitse inval) werd hij kapelaan in Vianen.

Kapelaan in 's-Heerenberg

Op 2 augustus 1942 werd hij kapelaan van de Pancratius-parochie in 's-Heerenberg. Hij was er de opvolger van kapelaan Van Rooijen, die kort daarvoor, op 16 juni, in het concentratiekamp Dachau was omgekomen. Jannings pastoor was pastoor Horsthuis, die iets eerder, op 24 juli, naar 's-Heerenberg was gekomen als opvolger van pastoor Galama. Pastoor Galama was net als kapelaan Van Rooijen in het concentratiekamp Dachau omgekomen, en wel pop 20 juni.

Vanaf zijn komst in 1942 tot januari 1946 was Janning de enige kapelaan in 's-Heerenberg. In die maand keerde kapelaan Hegge terug naar 's-Heerenberg. Deze was toen genoeg aangesterkt om weer te kunnen werken, na zijn bevrijding in mei 1945 uit het concentratiekamp Bergen-Belsen.

De kapelaans Janning en Hegge werkten zij aan zij tot Hegge's overplaatsing op 23 augustus 1946 naar Hengelo (O). Jannings nieuwe collega werd toen kapelaan Carree.

In de eerste naoorlogse jaren heeft kapelaan Janning, samen met zijn collega-kapelaans, veel gedaan om het 's-Heerenbergse verenigingsleven nieuw leven in te blazen. Een van de nieuw op te richten verenigingen was Harmonie Crescendo. Het gerucht ging dat er in de oorlog muziekinstrumenten in de pastorie verborgen waren, waarop de kapelaans Janning en Carree op onderzoek uitgingen. Hierbij stuitte Janning niet op instrumenten, maar op een grote voorraad sigaren van pastoor Galama. Nu was er bepaald dat alles wat nog van pastoor Galama werd aangetroffen, aan de armen moest worden uitgedeeld. Om te voorkomen dat iedereen in 's-Heerenberg zich plotseling arm zou vinden, werd besloten dat pastoor Horsthuis de sigaren zou kopen en dat de aankoopsom aan het armenbestuur zou worden gegeven. Zo gezegd, zo gedaan. Nog lange tijd konden er tijdens de wekelijkse kaartavond op de pastorie vooroorlogse sigaren gerookt worden.

Overgeplaatst naar Friesland

Jannings overlijdensadvertentie in
de Leeuwarder Courant van 20 mei 1980

Op 22 augustus 1947 vertrok kapelaan Janning naar Friesland en werd opgevolgd door kapelaan Teuben.

In Friesland had Janning drie standplaatsen, waarvan Sneek de eerste was. Ook daar was hij een centrale figuur in het verenigingsleven.

Na negen jaar Sneek volgde in augustus 1956 zijn benoeming tot pastoor in Heeg. Voor de oorlog was Wybo Overmeer, oud-kapelaan van Zeddam, hier vele jaren pastoor geweest.

In 1965 werd hij pastoor in Workum, waar hij in de ochtend 18 mei 1980 onverwacht overleed aan de gevolgen van een hartinfarct. Hij was zich aan het klaarmaken voor de Heilige Mis van acht uur. De kerk zat al vol, maar de parochianen wachtten vergeefs op hun pastoor. Hij werd 65 jaar.

Kunstschilder en kunstverzamelaar

Janning genoot bekendheid als amateur-kunstschilder en verzamelaar van kerkelijke kunst. Hij heeft van jongs af aan getekend en geschilderd, en op den duur kreeg hij zo veel erkenning dat er meerdere exposities van zijn schilderijen zijn gehouden.

Met de opbrengst uit de verkoop van zijn schilderijen kocht Janning kerkelijke kunst, waaronder misgewaden en kerkelijke gebruiksvoorwerpen. Na zijn dood is de Pastoor Janning Stichting opgericht, die de pastorie van Workum omvormde tot het Museum Kerkelijke Kunst. Hier werden van 1985 tot 2019 Jannings schilderijen en kunstverzameling tentoongesteld. In laatstgenoemd jaar verhuisde het museum naar Jannings geboorteplaats Nieuw-Schoonebeek.

Bronnen