Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Levenswerk Smeenk.C Deel 3

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Verhalen en reacties van patiënten en oud-collega's aan dokter Smeenk

V.a. 015.jpg

Kundig Arts

We zagen u oproep in de krant voor verhalen van dokter Smeenk.

Dokter Smeenk was een kundige kinderarts.

Onze tweeling (geboren 24-06-1959) werd onverwacht thuis geboren. Ze kwamen acht weken te vroeg. Wij woonden in Dinxperlo, dat is ongeveer 20 km. van Doetinchem, waar het ziekenhuis was, en de kinderen moesten hier met spoed naartoe gebracht worden.

De huisarts verpakte ze in de wasmand, en zo zijn ze met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Dokter Smeenk wachtte ze daar op en ze werden met z'n tweeën in een couveuse gelegd. Iedere avond moest mijn man de borstvoeding naar het ziekenhuis brengen.

Op een avond was zijn vader mee, en ze keken met z'n tweeën door het raampje van de deur naar de couveusekamer. Op dat moment kwam dokter Smeenk de hoek om zetten en ze werd heel boos. "Zo kan ik niet werken", zei ze. Mijn man vroeg hoe het met zijn kinderen was, maar dat wilde ze niet zeggen. "Maak daar maar een afspraak voor", zei ze.

De volgende dag heeft hij dat gedaan. Toen was ze heel rustig en nam de tijd voor hem. Ze vertelde mijn man dat ze iedere nacht (al tien dagen) speciaal voor de tweeling naar het ziekenhuis kwam, en dat ze nu 10 gram waren gegroeid. Dat vond ze een goed teken. Zes weken na de geboorte zijn we nog voor controle geweest, en ze was zeer tevreden over de kinderen.

Een van onze kinderen zat heel erg onder de eczeem, en we waren bij dokter Smeenk onder behandeling. Deze had echter een héle grote hond onder haar bureau liggen, die opeens tevoorschijn kwam. Ons dochtertje schrok hier heel erg van, ze begon te huilen. Hier had ze totaal geen begrip voor. Ook snapte ze niet dat mijn dochtertje geen plasje op commando kon doen.

Dit alles accepteerden we allemaal, omdat ze een echte kundige arts was.

vriendelijke groet,

mevr. J. ter Horst

Gedegen opleiding

Ik ben de dochter met de eczeem, die zo bang was voor de grote hond. Het toeval wil dat ik dokter Smeenk weer tegenkwam toen ik met mijn opleiding tot kraamverzorgster begon in Barchem. Hier gaf dokter Smeenk les is kinderhygiëne, een vak waar alle aangeboren afwijkingen van pasgeborenen bestudeerd werden.

Mijn zussen de tweeling wist ze zich nog heel goed te herinneren, en weer vertelde ze dat ze voor die tweeling tien nachten lang naar het ziekenhuis was geweest.

In mijn herinnering was ze toen al een oude dame, ik ben nu al 26 jaar kraamverzorgster. Ze kwam met de trein en liep de resterende afstand naar de school. Als ze een grote kaart aan het bord wilde hangen, klom ze zelf bovenop een stoel. Na herhaaldelijk aandringen van ons dat wij dat voor haar wilden doen, werd ze erg geïrriteerd, ze kon het wel zelf! Ook herinner ik me dat ze altijd duivenpoep aan haar schoenen had.

Dankzij haar kundigheid heb ik een gedegen opleiding gehad, waar ik nu nog veel plezier van heb.

vriendelijke groet,

R.J. Wassink- ter Horst

Dol op dieren

In september 1959 begonnen tien meisjes aan de leraressenopleiding Nxx aan de Doetinchemse Huishoudschool.

Wij waren toen de derde lichting.

  • Alice Becking
  • Tineke Bruens
  • Joke van Herpen
  • Ireen Horstmeier
  • Carin van der Kamp
  • Femy van der Kamp
  • Ali Loois
  • Annet Schnitzler
  • Thea Sweers (Bergevoet)
  • Annie Vegter

Wij kregen les van o.a. mejuffrouw dokter Smeenk, kinderarts te Doetinchem.

Zij was heel bijzonder. Zij sprak ons aan met 'U' en met onze achternaam. Daar zat een filosofie achter: wij waren volwaardige studenten – en daar moesten wij even aan wennen.

Wij moesten wel gniffelen, als zij een zakdoek nodig had en die kwam onder haar rok vandaan uit een zak op haar onderjurk, of uit een broekspijp.

Toen wij in het tweede jaar op stage gingen, gaf zij ons een gedichtje mee:

Door schade en schande
wordt men wijs.
Alleen met dien verstande -
dat men de schade stelle op prijs
en god dankt voor de schande.
Maar wie de scha zichzelf verheelt,
van schande niet wil horen,
wordt door de scha, hem toebedeeld,
nog dommer dan tevoren."

Sommigen van ons hebben hier letterlijk houvast aan gehad tijdens dat praktijkjaar.

Het leek wel, of dokter Smeenk het een lust vond om iets "dat in de les gebruikt" moest worden, te vergeten. Het was in haar Volkswagen Kever achtergebleven. Daarin zat echter haar hond. Een aardig beest, dat in een monster veranderde, zodra een vreemde de auto probeerde aan te raken. De student, die het betreffende voorwerp even uit de auto zou halen, keerde dan onverrichter zaken terug in de klas, waar dokter Smeenk, die dit wel verwachtte, in lachen kon uitbarsten.

Dokter Smeenk werkte zeer hard. Dat verwachtte ze ook van haar studenten. Mede daardoor hebben wij heel veel van haar geleerd. Soms kregen wij een paar uur vrij, b.v. omdat het 5 december was. Dokter Smeenk vond dat totaal niet nodig. Zulke futiliteiten wekten haar woede op. Dan gooide ze, om haar frustratie te tonen, haar leskoffer door de gang van de school. Toen begrepen we dat niet, nu hebben we daar meer inzicht in.

Mijn vriendins oudste dochter was een bloeiende baby: gezonde kleur, dikke-bolle-hapsnoet. Moeder en kind zaten in de wachtkamer van het consultatiebureau. Dokter Smeenk kwam binnen, zag dit kind, griste het uit de handen van de moeder en toonde deze baby aan de overige moeders, die ook zaten te wachten. "Kijk", zei dokter Smeenk tegen de aanwezigen, terwijl zij de baby duidelijk voor ieders neus hield, "zo hoort een gezonde baby er uit te zien."

Als student had ik door, dat je van dokter Smeenk niets te vrezen had, als je maar niet bang was voor haar. Ik had mijn huiswerk geleerd. Het ging over de spijsvertering. Er kwam een begrip in voor: peristaltische beweging. Ter overhoring moest ik voor het bord komen, daar bleek, dat ik het toch niet zo goed begrepen had. Op de vragen antwoordde ik steeds met "peristaltische beweging". FOUT! Tot mijn verbazing ging dokter Smeenk door met vragen en zij werkte het hele spijsverteringskanaal af, totdat de vraag kwam bij het onderdeel waarop mijn antwoord wel goed was.

Volgens mij was dit een hele goede en moderne didactische methode.

Dokter Smeenk nam ons mee - de school uit - naar het ziekenhuis. Daar liet ze ons op de parkeerplaats belangwekkende dingen zien: een hart of een placenta. Misschien waren wij toch wat te jong om dit op zijn waarde te schatten.

Zij hield veel van kinderen en van dieren. Als zij in het bos mensen (die ze kende) met een hond (die ze ook kende) tegenkwam, werd de hond gegroet - bij naam - de mensen werden genegeerd.

Voeding

Een herinnering aan dokter Smeenk

In oktober 1959 werd mijn dochter Lucy geboren. Ze woog 7 pond en 100 gram. Na vier weken begon ze over te geven en dat hield maar niet op. Ook na elke keer een andere voeding geprobeerd te hebben, want borstvoeding was niet aanwezig, woog ze na zes weken net zo veel als bij haar geboorte. We werden door onze huisarts dr. Keyzer verwezen naar dr. Smeenk.

Bij het eerste bezoek werd een spervuur aan vragen op ons afgevuurd. Ze vroeg hoe en wat er gegeven was en hoe Lucy spuugde. Lucy werd opgenomen in het ziekenhuis en daar werd ze om de twee uur gevoed met speciale voeding met groentenat. Dit groentenat werd verwerkt met flesvoeding van Nutricia: Farilacid 11, gesteriliseerde gecondenseerde karnemelk met verhoogd vetgehalte met rijstebloem Fantomalt. Na een week was het spugen opgelost en kon ze weer met ons naar huis.

Met heel veel dankbaarheid kijken we terug op het resultaat. Met zekerheid kan ik niet zeggen of haar een of andere vloeistof of medicijn in een prik is toegediend. Wel werd ons later op controle verteld dat wat ze aan voeding moest hebben, ook een soort proef was als voor een proefkonijn. Gelukkig was alles ten goede en is ze nu een blozende meid van 48 jaren.

Als er nog belangstelling is voor een door dr. Smeenk geschreven recept dan kan dat natuurlijk opgestuurd worden.

Met hartelijke groeten en dank voor de goede zorgen.

Mevr G.H. Elburg-Grievink,

Bezoekje

Dinsdag jl. was ik bij mijn moeder op bezoek. Zij woont in zorgcentrum "het Weerdje" in Doetinchem, en gaf mij het stukje dat jij in de Gelderlander schreef over dr. Smeenk.

Bij mijn moeder en mij kwamen vele mooie en fijne herinneringen boven. Wij besloten een bos bloemen te kopen en dat bij dr. Smeenk te brengen omdat zij die dag 97 jaar werd.

Mijn moeder, die 92 jaar is, ging mee naar de bloemist. We hebben samen een mooi boeket uitgezocht en zijn naar de Prins Alexanderstraat gereden. Ik belde aan en hoorde echter niets, net toen ik de bloemen voor de deur legde, zag ik binnen wat beweging. Dr. Smeenk opende de deur, en ik vertelde wie ik was. Zij nodigde me uit naar binnen te komen, maar ik vertelde dat moeder in de auto zat. Zij zei: "Dan ga ik even mee naar de auto om mevrouw Dietz te begroeten." Het weerzien van de twee hoogbejaarde dames was bijzonder hartelijk. Er werden ook nu herinneringen opgehaald en na tien minuten hebben we afscheid genomen.

Het was voor moeder en mij een heel bijzondere ontmoeting.

Ida Kuipers Dietz

Amandelen

Wilt u namens mij uw tante van harte feliciteren met haar 97e verjaardag en haar toewensen dat ze een hele fijne levensavond mag hebben. Ik bewaar hele fijne herinneringen aan haar.

Onze dochter Christien heeft een bloeding gekregen na het knippen van haar amandelen in het jaar 1971. Het was zondagmiddag en we gingen hals over kop naar het ziekenhuis. De dokter heeft het dicht geschroeid en in de loop van de middag kwam dokter Smeenk ook om even naar haar te kijken. Ze vond dat we het maar zo moesten proberen zonder bloedtransfusie. Dit omdat ze dacht dat ze het wel op deze manier halen zou. 's Avonds sliep ze en de zuster schrok zo toen ze even binnen kwam ze zei: "Oh ze leeft nog."

Enige weken later moest ik op controlebezoek bij dokter Smeenk aan huis. We zaten in de huiskamer met nog een moeder en een dochter. Ze vroeg aan mij hoe het ging en keek Christien meteen aan. "Eet ze goed, ook groente en fruit?" Dat kon ik met ja beantwoorden, want we hebben een groentetuin. Toen zei ze tegen Christien: "Je bent een lief meisje. Pak maar een kaart."

Kinderen mochten na het consult een kaart pakken met een of ander dier of popje erop. Maar de andere moeder kreeg onder uit de zak. Wat was er namelijk: "Wat scheelt u dochter?" "Ze wil niet eten, dokter. Maar ik geef haar maar een flink stuk melkchocola, dan krijgt ze tenminste wat melk binnen." Toen ontplofte ze bijna en kreeg de moeder de volle laag over zoveel stommiteit. Maar kunt u zich voorstellen dat wanneer je als arts zulke patiënten krijgt, je er een punthoofd van krijgt?

Ik hoop dat u nog vele verhalen krijgt over de oorlog. Ze heeft toen heel veel voor kinderen gedaan. Maar het precieze ervan weet ik niet. Ze had ook een spreekuur in Ruurlo, waar ze dan op de fiets heen ging. Onder barre omstandigheden heeft ze haar werk gedaan.

Hartelijke groet,

Annie Maalderink- Reindsen

Geen hekel aan ouders

Graag wil ik reageren op uw verzoek aangaande kinderarts Smeenk.

Ik bewaar zeer goede herinneringen aan haar.

Onze dochter Renate werd in 1974 geboren in het ziekenhuis in Doetinchem en had slechts een gewicht van 1470 gram. Zij kwam onder de hoede van dr. Smeenk. Meteen kreeg ik van haar de verzekering, het kind is klein, maar gezond. Het is een meisje, en die hebben meer vechtlust dan jongens. Geen zorgen dus.

Na veertien dagen, ze had toen een gewicht van 1700 gram zei dr. Smeenk tot ieders verbazing: "Het kind mag naar huis." Hier in het ziekenhuis loopt ze meer gevaar van infecties dan thuis (het was december, dus velen waren verkouden). Maar niemand thuis erbij laten, en monddoekjes voor. Duidelijk instructies gingen mee.

Ik kreeg het volste vertrouwen van haar. En gelukkig ging alles goed. Ze schreef in een later stadium, toen het kolven en voeden van borstvoeding over was, de voeding molenaars kindermeel voor. Onze dochter groeide er goed op, maar als ik op het consultatiebureau hier ter plaatse kwam, dan schudde men het hoofd over deze ouderwetse voeding. Maar ik hield me aan de voorschriften van dokter Smeek en onze dochter groeide voorspoedig op.

Ik persoonlijk heb nooit gemerkt dat dokter Smeenk een hekel aan ouders had. Van anderen wel eens gehoord dat men het anders ervoer. Ze was zeer betrokken bij de kinderen en kon niet tegen gejammer van ouders. Maar ik heb wel gemerkt, dat als je duidelijk kenbaar maakte waarom iets niet mogelijk was, ze voor rede vatbaar was.

Tien dagen na de geboorte ging ik naar huis en toen droeg ze mij op 's morgens met de bus van 's-Heerenberg te komen om het kind te voeden. Het was voor mij alleen mogelijk om dat 's middags te doen en dat accepteerde ze dan wel. Het kind kreeg gekolfde voeding en 's middags had ik een auto ter beschikking.

Al met al, ik heb een goede ervaring met dr. Smeenk en denk nog altijd met een goed gevoel aan haar terug.

Marie van der Linde

Difterie

Ik wil graag reageren op jou stukje over dr. Smeenk in de Gelderlander van 29-01-08.

Ik ben geboren in november 1945 en werd na een paar weken ziek. De huisarts wilde het nog aanzien, maar de familie vond het daar te ernstig voor en ik werd naar het ziekenhuis in Doetinchem gebracht. Daar ontfermde dr. Smeenk zich over mij en zag meteen dat het ernstig was. Difterie! Ik ging in een couveuse en zij waakte dag en nacht over mij en andere zieke kinderen. Het leek wel of zij altijd aanwezig was hoorde ik later.

Na drie maand was ik beter en mocht ik weer naar huis. Mijn moeder die mij nooit had kunnen bezoeken omdat er thuis nog drie andere kinderen waren, herkende mij niet, nog zo bleek en klein. Met dr. Smeenk hebben ze altijd een goede verstandhouding gehad. Ze was resoluut maar vriendelijk naar hun toe.

Dat heb ik goed onthouden, want 27 jaar later had ik problemen met borstvoeding geven en kon ik naar dr. Smeenk de kinderarts, terwijl we normaal op de huisarts aangewezen waren. Een extraatje dus. Iedereen raadde mij af naar haar toe te gaan, want geen borstvoeding geven, daar kon ze niet goed tegen. Ik kwam bij haar en ze zei alleen maar: "Dat kind is veel te mager, je moet pap koken."

Ik ben nog een aantal keren bij haar geweest, maar heb nooit iets vervelends van haar te horen gekregen. Het mooie vind ik dat ik eerst zelf als baby bij haar terechtkwam en later als moeder met onze dochter.

Dit verhaal wilde ik je niet onthouden. Zoals je zelf al schreef: ze werd alom gerespecteerd om haar kennis, maar was "berucht" om haar uitspraken als iets haar niet beviel.

Hartelijke groet,

Roelie Eggink-Hogeweg.

Samen door een deur

Naar aanleiding van uw stukje in de Gelderlander uit de Achterhoek (van een collega gekregen ).

Mijn zus Anny was zeer verbaasd dat dokter Smeenk nog leeft. Wat een mooie leeftijd! Zij is bij haar in de opleiding geweest. (Ze is op latere leeftijd met de opleiding begonnen). Ze zit vol met herinneringen met haar, te veel om op te schrijven, maar verhalen te over. Zij was namelijk haar babyzuster en kon zeer goed met haar door een deur.

Door omstandigheden op haar afdeling is zij van afdeling veranderd, wat dokter Smeenk heel erg vond.

Zij is ook nog bij haar een aangeklede boterham wezen eten. Zelf zegt ze: "Ik kan van die tijd wel een boek schrijven."

Misschien zou het leuk zijn als zij haar nog eens kan bezoeken (indien dit nog mogelijk is) met U erbij komen de verhalen zeker los! Ik schrijf u dit namens mijn zus. Wij wonen namelijk bij elkaar en ik ben beter met de computer.

Vriendelijke groeten Anny en Ria Heezen

Mejuffrouw Smeenk is een levende legende

Er doen veel verhalen over haar de ronde, over haar betrokkenheid bij de kinderen maar ook over haar "eigenaardigheden".

Zo was mijn moeder met mij als bijna 2-jarige, in 1948, bij haar omdat ik kromme beentjes had. Dokter Smeenk zei tegen mijn moeder: "U hebt dit kindje verwaarloosd. Hebt u een groentetuin? Geef haar de groenten zo uit de tuin. Heeft u een zandbak? Zet haar met de blote voetjes in de zandbak." Mijn moeder had vier kinderen, een baby en drie kinderen van 1 jaar, 3 jaar en 5 jaar. Maar toen ze op de afgesproken tijd weer terug moest komen, stonden mijn beentjes weer kaarsrecht.

Een kennis van mijn moeder had vijf of zes zoontjes en kreeg toen een dochtertje, dat op een gegeven moment ernstig ziek werd. Toen ze, na behandeling door dokter Smeenk, weer opgeknapt was, zei ze uit de grond van haar hart: "Godzijdank is ze weer beter." Toen zei mej. Smeenk: "Wat, heeft God dat gedaan of heb ik dat gedaan?"

Mijn buurvrouw was met haar kindje onder behandeling van dokter Smeenk. Nadat er wat vragen gesteld werden zei mijn buurvrouw: "Van Breukelen zei ook al dat............." Waarop ze boos reageerde door te vragen: "Heb jij bij Van Breukelen op school gezeten, heb je met hem gespeeld?" Mijn buurvrouw begreep er niets van en was totaal overdonderd. Ze voegde er nog aan toe; "Het is voor u altijd nog DOKTER Van Breukelen." Dokters verdienen ons respect.

Hopelijk heb ik u hier mee geholpen. Mocht er een boek uitkomen, dan zou ik het graag willen kopen. Ik wens u veel succes!

Mevr. L. Maarse-Heister,

Molenaars kindermeel

Graag wil ik reageren op het artikel betreffende dr. Smeenk, met twee wetenswaardigheden.

Na de geboorte van onze zoon Pascal moest mijn vrouw een keer op bezoek bij dr. Smeenk. Onze zoon was normaal (dus niet dik), maar ze vroeg toch: "Wat krijgt dat kind te eten?" Mijn vrouw antwoordde; "Molenaars kindermeel!". Dat was toen een heel bekend product. Mw. Smeenk zei: "Alleen Molenaars kindermeel dus." "Ja, alleen Molenaars kindermeel", antwoordde mijn vrouw. Dus antwoordde mw. Smeenk: "U stopt dat kind zo dat meel in zijn mond?" "Neen, natuurlijk niet", zei mijn vrouw, "Natuurlijk aangemaakt met melk!". Conclusie: je moest DIRECT heel duidelijk en volledige informatie geven.

Een zus van mijn vrouw kwam met haar dochter ook op visite bij dr. Smeenk. Dat kind was, kun je wel zeggen, niet dik, maar een flinke stoere baby. Dr. Smeenk reageerde direct met: "Daar komt weer een moeder met een pafferig kind, wat geeft U dat kind in godsnaam allemaal te eten?" De moeder antwoordde: "Alleen maar borstvoeding!" De reactie van dr. Smeenk was: "Oh, wat geweldig, alleen maar borstvoeding, beter kan niet, zo zou iedere moeder zijn kind moeten voeden!" Conclusie: borstvoeding was heilig bij haar, en in dit geval sloeg ze direct om als een blad aan een boom.

Ik hoop dat U er iets aan hebt,

gr, Benny en Agnes Reijntjes

Van borstvoeding tot bondgenoten!

Situatieschets.

Op zaterdag 17 augustus 1974 werd onze zoon geboren in het St. Jozefziekenhuis. Het was een stuitbevalling met daarop volgend wat complicaties (een zgn. kokkeninfectie). Moeder en zoon moesten daarom blijven tot maandag 26 augustus. De borstvoeding kwam wat moeizaam op gang.

De totale situatie bleek achteraf kritieker dan wij ons toen realiseerden. Gedurende de laatste dagen van de periode 17- 26 augustus kwam dr Smeenk in beeld. Er vond toen een overdracht plaats van de behandelend gynaecoloog naar de kinderarts. De overgang naar huis deed onze zoon overigens goed. Meer rust en regelmaat. Hij moest nog helemaal op krachten komen. Dat gebeurde gelukkig zienderogen. Hij groeide als kool.

Borstvoeding, dan is het goed.

De eerst volgende controle vond bij dr. Smeenk thuis plaats aan de Prins Alexanderstraat in Doetinchem op dinsdag 3 september. Wij gingen er samen naar toe: moeder, vader en zoon.

Dr. Smeenk bekeek onze zoon en vroeg ondertussen aan mijn vrouw: "Wat geef je hem eigenlijk ?" De vraag verraste haar. Aarzelend gaf zij aan dat niet precies te weten. Dat antwoord wekte de woede van dr. Smeenk op. "Hoor je dat nou?", schamperde zij richting de tevens aanwezige verpleegkundige, "een moeder die niet eens weet wat zij haar eigen kind te drinken geeft."

"Ja, maar...", probeerde mijn vrouw alsnog, "ik geef hem borstvoeding..." Op slag veranderde dr. Smeenk qua benadering, toon en woordkeus. Ah, juist ja, geweldig, prima, zeven maal voeding in een etmaal, zo moet het en gebeurt het. Zij noteerde dat demonstratief met grote letters op haar kaart. Achteraf vermoeden wij dat een type als mijn vrouw, voor haar toentertijd niet harmonieerde met het beeld dat ze had van een moeder die borstvoeding geeft. Bondgenoten dankzij een routinecheck.

Dr. Smeenk vervolgde: "Het was een stuitligging, is het niet? Dan moet ik nog even achter zijn oren voelen." Het was voor haar een routinecheck. "Ja kijk maar, er zit een knobbeltje achter zijn rechter oor, dat is een soort bloedstolsel. Het leidt ertoe dat hij zijn halsspieren aan die kant niet spontaan zal gaan gebruiken. Dat leidt vervolgens tot scheefgroei en bij het opgroeien tot allerlei noodzakelijke correctieve operaties. Jullie kunnen dat als ouders voorkomen door hem steeds voor de voeding te dwingen die kant wel te gebruiken."

Vervolgens deed zij voor hoe het hoofdje enkele minuten gedraaid diende te worden. Onze zoon schreeuwde het daarbij uit van de pijn. Dat laatste was de eerste dagen en weken daarna ook steeds het geval. Dr. Smeenk tilde daar niet zo zwaar aan. Het is beter dus doe je het. Later zal je zoon je er dankbaar voor zijn. Zo werden wij bondgenoten.

Terzijde merk ik op dat onze toenmalige huisarts bij een huisbezoekje kort voor 3 september alles nog in orde had bevonden. Die kende die routinecheck bij een stuitbevalling op dat punt blijkbaar nog niet.

Zeker is dat onze zoon door het bovenstaande heel veel leed op latere leeftijd is bespaard. Bij een vervolgcontrole door dr. Smeenk, een maand later, op donderdag 3 oktober, bleek het knobbeltje al nagenoeg verdwenen te zijn !

Han Kuijper,

Doetinchem, 1 februari 2008

Ooievaars-speldje

De Gelderlander van 29 januari jl. had mijn extra aandacht toen ik het stukje over Juffr. Smeenk las.

Mijn herinnering aan haar betreft o.a. het volgende:

Als leerling-kraamverzorgende, wat je toen (in 1963) na je basisopleiding nog een jaar lang was, nam zij als kinderarts een onderdeel van het afsluitende examen af.

Ik kan mij nog goed herinneren dat zij met een vraag over kunst-/flesvoeding kwam, waar ik het antwoord op schuldig moest blijven en ik antwoordde toen: "Dat ik het niet wist, omdat ik in dat jaar in mijn werk geen baby's met flesvoeding ben tegengekomen." Ze stond op en riep vol trots naar een andere examinator dar at ze nu een leerling-kraamverzorgster had, die het afgelopen jaar geen flessenkind had gehad! Het niet weten van deze vraag werd me ruimschoots vergeven en ik was geslaagd!

In die tijd stopte je nog met je werk als je ging trouwen (1970). Ik kreeg in 1987 echter de gelegenheid om weer te gaan werken en ik draag, tot de dag van vandaag, met trots mijn ooievaars-speldje!

Ik wens u veel succes met het bundelen, en weet zeker dat, dat wel zal lukken.

Hartelijke groeten, ook aan juffr. Smeenk (zo noemden wij haar vroeger), u zegt maar van een kraamverzorgster die er nog steeds veel plezier aan beleeft om aan het begin van een kinderleven te mogen staan!

Wilna Huitink-Willink

Zie ook

Bronnen