Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Karel Eugenius van Arenberg

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit portret van Karel Eugenius van Arenberg door een onbekende schilder heeft veel weg van de portretten van Hendrik van den Bergh. Het belangrijkste verschil is de allongepruik die de hertog hier draagt.

Korte levensloop

Karel Eugenius van Arenberg was een zwager van Albert van den Bergh door zijn huwelijk op 16 juni 1660 met Maria Theresia Henriëtte de Cusance, een jongere zus van graaf Alberts tweede vrouw Madeleine de Cusance.

Hij werd op 8 mei 1633 geboren in Brussel als zoon van Filips Karel van Arenberg (15871640) en diens derde vrouw Maria Cleopha van Hohenzollern-Sigmaringen (15991685). De latere graven van Bergh uit het Huis Hohenzollern-Sigmaringen stamden af van Maria Cleopha's halfbroer Johan van Hohenzollern-Sigmaringen (15781638).

Karel Eugenius' oudere halfbroer Filips Frans volgde in 1640 hun vader op als hertog van Arenberg, een gebied in de huidige bondsstaat Rijnland-Palts. Omdat hij als jongere broer niet voorbestemd was voor de opvolging, trad Karel Eugenius als kanunnik toe tot het kapittel van de Dom in Keulen. Toen echter Filips Frans' kinderen jong stierven, werd het Karel Eugenius' taak om als enige andere stamhouder voor nageslacht te zorgen. Hij verliet daarom het domkapittel en trouwde, zoals hierboven al vermeld, in 1660 met Maria Theresia Henriëtte de Cusance. Uit dit huwelijk werden twee zoons en een dochter geboren. Toen zijn halfbroer in 1674 op 49-jarige leeftijd overleed, volgde Karel Eugenius hem op als hertog van Arenberg.

Als hertog van Arenberg was Karel Eugenius tevens hertog van Aarschot. Hij diende als militair in de Zuidelijke Nederlanden, die toen nog onder Spaanse bewind stonden. De koning van Spanje benoemde hem in 1675 tot stadhouder van Henegouwen. Hij overleed op 25 juni 1681 in Bergen (Henegouwen), 48 jaar oud.

Zijn gebrandschilderde raam

Het gebrandschilderde raam dat mogelijk door Karel Eugenius van Arenberg is geschonken aan het karmelietenklooster in Boxmeer

Hertog Karel Eugenius was mogelijk degene die het gebrandschilderde raam in het karmelietenklooster in Boxmeer heeft geschonken dat gewijd is aan de Heilige Gerardus. Zijn zwager Albert en diens vrouw (zijn schoonzus) Madeleine hadden dit klooster in 1653 gesticht.

Volgens de geraadpleegde bronnen is niet bekend wie dit raam geschonken heeft. Inderdaad staat er geen naam op dit raam, en ook geen jaartal, maar de volgende details wijzen naar Karel Eugenius van Arenberg als de onbekende gever.

  • In de betreffende muur zijn vier ramen, waarvan de middelste twee van de gezusters De Cusance zijn. Aan de andere kant van Madeleine de Cusances raam is dat van haar man graaf Albert. Daarom kan verondersteld worden dat het raam van Maria Theresia Henriëtte de Cusance geflankeerd wordt door dat van háár (weliswaar tweede) echtgenoot – Karel Eugenius van Arenberg.
  • Het wapen ziet eruit als een combinatie van de wapens van de geslachten De Cusance en Arenberg. Het is gedekt met een markiezenkroon
    • De gouden adelaar op een rood veld is dezelfde als die in het raam van Madeleine de Cusance en komt ook meermaals voor in het zeer samengestelde wapen in Maria Theresia Henriëttes raam. Voor de afwijkende kleuren van dit wapen wordt verwezen naar de Inleiding op de pagina over het karmelietenklooster.
    • Het andere wapen toont drie gestileerde mispelbloemen (vijfbladen), in dit geval rode mispelbloemen op een zilveren veld. Dit is het wapen van de graven van Hatzfeld, die verwant waren aan de hertogen van Arenberg. Het wapen van de Arenbergs is hetzelfde, maar dan met drie gouden mispelbloemen op een rood veld. Beide kleurvarianten komen dus voor. Met het wapen in dit raam kunnen de graven van Arenberg bedoeld worden, omdat aan de kleuren van de Boxmeerse ramen geen absolute waarde kan worden toegekend. Het is namelijk niet zeker dat zij bij de restauratie na de Tweede Wereldoorlog hun oorspronkelijke kleurenpatroon hebben (terug)gekregen. Zo wordt het wapen in het raam van Madeleine de Cusance in het Limburg's Jaarboek van 1896 (zie bronnen) beschreven als "een zwarte adelaar op gouden grond", terwijl het nu een gouden adelaar op een rood veld is.

Dit gebrandschilderde raam kan dus aan Karel Eugenius van Arenberg worden toegewezen. Het raam kan echter ook door iemand van de familie De Cusance zijn geschonken, want het toeval wil dat het wapen met de mispelbloemen – in de Arenbergse variant van goud op rood – óók het wapen is van het Huis van Vergy. Nu waren Beatrice de Vergy en Vaudelin-Simon de Cusance de grootouders van hertog Karel Eugenius' vrouw Maria Theresia Henriëtte. Haar vader Claude-François de Cusance, die de wapens van zijn ouders gecombineerd kan hebben, kan de schenker echter niet zijn geweest, want hij overleed al in 1633, ruim voor de stichting van het klooster. In het kleurenschema rood op wit kan het wapen dus in verband worden gebracht met het Huis Arenberg, maar (nog) niet met het Huis van Vergy. Bovendien komt het in geen van beide kleurstellingen voor in het zeer samengestelde wapen van Maria Theresia Henriëtte de Cusance. Daarom is het vooralsnog het waarschijnlijkst dat de schenker een Arenberg was. De eerste die dan in aanmerking komt is Karel Eugenius van Arenberg.

Bronnen