Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Boxmeer

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Kasteel Boxmeer in 1742 op een gravure naar een tekening van Jan de Beijer

Boxmeer is een plaats in het oosten van de provincie Noord-Brabant. Het ligt op de westoever van de Maas, 23 kilometer ten zuiden van Nijmegen. Tot 1794 was Boxmeer een heerlijkheid die vanaf het begin van de zestiende eeuw in het bezit is geweest van de graven van Bergh. Tot de heerlijkheid behoorde het dorp Sint Anthonis. De aangrenzende heerlijkheden Beugen en Sambeek waren eveneens Berghs bezit.

Boxmeer was ook de naam van Berghse boerderij in 't Vriesland.

De Berghse geschiedenis van Boxmeer

Graaf Willem III verkreeg Boxmeer in 1506 door zijn huwelijk met Anna van Egmont, vrouwe van Boxmeer. Hij overleed al in 1511, toen hun zoon Oswald pas drie jaar oud was. Het jaar daarop hertrouwde Anna van Egmont met Philips van Vernenburg. Ook uit dit huwelijk werd een zoon geboren, maar Anna van Egmont overleed in 1517.

Er ontstond onduidelijkheid over de opvolging: was de heerlijkheid voor de zoon uit Anna's eerste huwelijk of voor de zoon uit haar tweede huwelijk? Uiteindelijk stelde keizer Karel V Boxmeer in 1533 ter beschikking van het Huis van Egmont, maar graaf Maximiliaan van Egmont verkocht dit bezit in 1545 aan graaf Oswald II. Sindsdien is de heerlijkheid in Berghse handen gebleven tot eind 1794, toen grote delen van het huidige zuiden van Nederland door Franse troepen werden bezet en ingelijfd bij Frankrijk.

Graaf Anton Alois was toen heer van Boxmeer. In 1797 werd de heerlijkheid door de Fransen verbeurd verklaard, waarmee Boxmeer voorgoed verloren ging. Het lag nu immers in Frankrijk. Hieraan veranderde niets toen Frankrijk Boxmeer en andere geconfisqueerde gebieden in 1800 verkocht aan de Bataafse Republiek. Voor het verlies van Boxmeer en andere bezittingen en rechten kreeg graaf Anton Alois in 1803 schadevergoeding.

De Berghse nalatenschap in Boxmeer

In Boxmeer is de Berghse geschiedenis nog op een aantal plaatsen te zien. Graaf Albert en zijn vrouw Madeleine de Cusance stichtten er in 1653 het karmelietenklooster. Boven de poort van dit klooster zijn de wapens van graaf Albert en van zijn vrouw aangebracht. Ook de afbeeldingen op de achttien gebrandschilderde ramen in de kloostergang worden bekroond door het wapen van Bergh.

In de refter (eetzaal) van het klooster hangen geschilderde portretten van graaf Albert en van zijn vrouw Madeleine (twee verschillende), van graaf Oswald III en van zijn vrouw Leopoldina, en van graaf Frans Willem en zijn vrouw Maria Catharina. Verder hangen er portretten van graaf Johan Baptist en van zijn zus Maria Theresia als stiftsdame in de abdij van Remiremont in de Vogezen.

In 1656, het jaar van zijn overlijden, schonk graaf Albert samen met zijn vrouw het karmelietenklooster een draagkist (70 cm hoog en 57 cm breed) van verguld zilver en koper voor de Heilig Bloed-reliek. Op de voorzijde van de draagkist staat onder meer: Anno 1656 chronic duplex tessera fidei comitis Alberti et Magdalenae conjugis (In het jaar 1656 deze dubbele blijk van het geloof van graaf Albertus en zijn echtgenote Magdalena). De Heilig Bloed-reliek ontstond in 1400 bij het Bloedwonder van Boxmeer, toen een priester tijdens de mis bij de consecratie twijfelde aan de transsubstantiatie. Daarop veranderde wijn in bloed en borrelde uit de kelk. De priester kwam tot inkeer en het bloed veranderde weer in wijn, maar op het corporale (het doek waarop de kelk stond) bleef een bloedstolsel achter van ongeveer een centimeter in doorsnede. Het stolsel wordt, met het corporale, bewaard in een 17e eeuwse kristallen cilinder, die is opgeborgen in de draagkist van graaf Albert. De Heilig Bloed-reliek wordt jaarlijks tijdens de Boxmeerse Vaart in een processie door de straten van Boxmeer gedragen.

In de kerk van Boxmeer, de Sint-Petrusbasiliek, zijn meerdere graven van Bergh en hun familieleden begraven. In de Tweede Wereldoorlog is de kerk zwaar beschadigd, en in 1946 afgebroken om vervangen te worden door een nieuw kerkgebouw. Bij de sloop zijn de grafelijke graven geruimd.

Het grafmonument voor graaf Oswald III en van zijn vrouw is bewaard gebleven en is in het nieuwe kerkgebouw geplaatst. Het is gemaakt door de Vlaamse beeldhouwer Jan-Baptist Xavéry (16971742) en stelt een sarcofaag voor met daarboven een obelisk. Hierop zit een treurende kinderfiguur (een putto) met naast zich een schedel. Op de sarcofaag staat een Latijnse tekst; op de obelisk zijn de wapens van het echtpaar aangebracht. Deze wapens zijn ook afgebeeld op de panelen tussen de pilaren die het zangkoor dragen.

De Van den Berghstraat in Boxmeer is naar de graven van Bergh vernoemd.

De wapens van graaf Albert (links) en zijn vrouw boven de poort van het karmelietenklooster.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
De draagkist voor de Heilig Bloed-reliek die graaf Albert en zijn vrouw in 1656 schonken.


Bronnen