Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Dorsthorst, Gradus Johannes te

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 16 dec 2020 om 08:08 (Zijn verdere leven: interne link)
Ga naar: navigatie, zoeken

Gemeenteveldwachter in Azewijn

Gradus te Dorsthorst.JPG

Gradus te Dorsthorst werd geboren op 5 april 1899 te Huissen.

Omstreeks zijn twintigste verjaardag is hij zijn loopbaan bij de politie begonnen. Eerst diende hij bij de militaire politie, en in 1924 kreeg hij een benoeming als gemeenteveldwachter in de gemeente Bergh. Zijn standplaats was Azewijn en tot zijn gebied hoorden ook Vethuizen en Wijnbergen. Zijn voorganger was Theodorus Johannes Thomassen.

Hij trouwde op 2 februari 1926 met Wilhelmine Elisabeth van Diek, geboren op 5 oktober 1900 te Duisburg, met wie hij vier kinderen kreeg. Het gezin woonde in de Marssestraat op het tegenwoordige nummer 33 (naast boerderij de Kapel).

Zijn (enige) zoon Gerard is als dienstplichtig marechaussee in Nederlands-Indië geweest.

De Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog was Te Dorsthorst actief in het verzet. Met een zestal anderen vormde hij de kern van de Escape-groep Azewijn. Deze groep hielp gevluchte dwangarbeiders, neergestorte piloten, Joden en anderen die moesten onderduiken. De piloten en ook Franse krijgsgevangenen heeft hij geholpen om via vluchtroutes te ontsnappen.

Laatstgenoemden, de Franse krijgsgevangenen, zijn waarschijnlijk degenen die Harry Straus in zijn dagboek noemt op 6 december 1943. Die dag, 's morgens om half negen, kwam Teun Hettelaar op Harry's onderduikadres (toen nog bij Frits Beijer) binnenlopen met een Fransman. Samen met drie andere Fransen was hij uit Duitsland gevlucht, maar in dichte mist was hij zijn makkers kwijtgeraakt. Nu was hij doodmoe, en onder het wakende oog van Harry heeft hij de hele verdere dag geslapen.

Onderwijl beraadslaagde de Escape-groep over de te nemen maatregelen. Hierbij kwamen de diensten van pater Gommers, die vloeiend Frans sprak, goed van pas, want 's middags om half zes doken ook de overige drie Fransen op. Het resultaat was dat de vier Fransen, samen met Harry en nog een onderduiker, twee nachten bij Teun Hettelaar sliepen. Op 8 december zijn zij met Berend Geerling en nog een begeleidster in Terborg op de eerste trein gestapt en naar Tilburg gebracht. Gezien de onderscheiding die Te Dorsthorst na de oorlog kreeg, zijn de vier Fransen behouden thuisgekomen.

Bij zijn verzetswerk maakte Te Dorsthorst gebruik van informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie kon beschikken. Wim Tomassen van boerderij het Vossegat aan de Langeboomsestraat in Wijnbergen dicht bij Vethuizen vertelde hierover: "We hadden ook veel onderduikers o.a. de gebroeders Te Boekhorst uit Zeddam. Als er razzia's werden verwacht kregen we een tip van politieagent Te Dorsthorst. Om je te verstoppen was er aan het eind van het weiland in een droge sloot met een brede bramenhaag een schuilplaats gebouwd waarin de onderduikers de nacht doorbrachten."

Te Dorsthorst is de oorlog goed doorgekomen, alleen is hij vlak voor de bevrijding zijn horloge kwijtgeraakt. Samen met Joep Venes heeft daar nog een hele tijd naar lopen zoeken, maar tevergeefs.

Zijn verdere leven

Dankwoord van Te Dorsthorst in Azem's Nieuws bij zijn 25-jarig jublieum als politie te Azewijn

Als Te Dorsthorst een wetsovertreding ter ore kwam, dan reageerde hij met de gevleugelde woorden: "Als ze maar in het dorp blijven, dan krijg ik ze wel."

Jarenlang heeft hij erop toegezien dat er bij toneelvoorstellingen of dansavonden vermakelijkheidsbelasting aan de gemeente werd afgedragen. Hij zat dan bij de ingang en lette erop dat alle entreekaartjes netjes werden afgescheurd. Misschien was hij zo strikt, omdat de toneelvereniging van Azewijn al een keer een boete had gehad.

Op 18 augustus 1949 was het 25 jaar geleden dat hij in Azewijn werd gestationeerd. Hij wilde dit feit eerst niet vieren, omdat zijn zoon Gerard in Nederlands-Indië was, maar heeft het toch gedaan. Het feest werd gehouden in zaal Alofs.

Een indrukwekkende gebeurtenis aan het einde van zijn dienstjaren was het neerstorten op 18 mei 1956 in Wijnbergen van een straaljager van de Koninklijke Luchtmacht. Zoals altijd als er haast geboden was, is waarschijnlijk ook toen een motor met zijspan hem komen ophalen.

Op 30 april 1959, na bijna veertig dienstjaren, nam Te Dorsthorst in verband met zijn pensioen afscheid als groepscommandant van de Rijkspolitie in 's-Heerenberg. Uit handen van majoor W. Bijl ontving hij hierbij de eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau.

In 1966 verhuisde hij met zijn vrouw van Azewijn naar Zeddam. Hij overleed op 16 februari 1991 in het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem. Vier dagen later werd hij begraven op de r.-k. begraafplaats in Zeddam, bij zijn vrouw, die op 7 april 1978 al was overleden.

Zijn onderscheidingen

Te Dorsthorst heeft (mede) voor zijn verzetswerk de volgende onderscheidingen ontvangen:

  1. De eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau
    Deze medaille had hij zowel in de vorm van de modelversiering als in de vorm van een miniatuur. Op onderstaande foto ziet het miniatuur er verbleekt en gebruikt uit. Hij droeg het dan ook op de revers van zijn zondagse pak.
  2. Het Verzetsherdenkingskruis
  3. Een certificaat van de Air Forces Escape and Evasion Society (AFEES),
    een vereniging van Amerikaanse vliegeniers die in bezet gebied zijn neergekomen en, eventueel na ontsnapping uit krijgsgevangenschap, met hulp van de illegaliteit naar geallieerd gebied hebben kunnen terugkeren. De leden zijn zowel de betroffen vliegeniers als de helpers uit het verzet en hun familieleden.
  4. De Médaille des Passeurs,
    met een oorkonde uitgereikt door l'Union Nationale des Evadés de Guerre, een Franse vereniging van ontsnapte krijgsgevangenen. Nadere gegevens hierover ontbreken nog.
1. De eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau. Rechts het veelgedragen miniatuur.
2. Het Verzetsherdenkingskruis
4. De Médaille des Passeurs

Bronnen