Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Ditshuizen, Theodorus Jacobus van

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Theodorus Jacobus van Ditshuizen was architect en betonfabrikant in Zeddam. Daarnaast is hij gemeenteraadslid en wethouder van de gemeente Bergh geweest, en statenlid van de Provinciale Staten van Gelderland. Hij werd op 11 februari 1885 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Hendricus Antonius van Ditshuizen en Johanna Berendina Winterink.

Architect en betonfabrikant

Van Ditshuizens vrachtwagen in de jaren dertig

Van Ditshuizen had zijn architectenkantoor en handel in bouwmaterialen aan Oude Doetinchemseweg 51 in Zeddam, tegenover de r.-k. begraafplaats.

Een deel van de bouwmaterialen produceerde Van Ditshuizen in zijn eigen betonfabriek. Hiermee is hij in 1932 in opspraak gekomen, omdat hij op oneigenlijke wijze betonbuizen zou hebben geleverd voor de aanleg van wat nu de N335 is. De levering van bouwmaterialen voor deze weg, die werd aangelegd in het kader van de Werkverschaffing, was gegund aan aannemer Hansen en Zoon in Beek. Toen Hansen de betonbuizen met een vrachtwagen van Van Ditshuizen kwam brengen, wekte dit argwaan. Toezichthouders van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM), een overheidsinstelling, bevestigden deze gang van zaken, waarop burgemeester Smit aangifte deed bij Gedeputeerde Staten van Gelderland.

Het politieke spel dat zich hierop ontspon was vooral ingegeven door het feit dat het College van B&W geen groot voorstander van de Werkverschaffing was, terwijl Van Ditshuizen als gemeenteraadslid én als producent van betonbuizen juist een groot pleitbezorger was. Deze belangenverstrengeling keurde B&W af, maar een poging om Van Ditshuizen door Gedeputeerde Staten uit de gemeenteraad te zetten mislukte door onvoldoende bewijs. De politieke en persoonlijke tegenstellingen tussen de conservatieve burgemeester Smit en de ondernemende Van Ditshuizen waren hiermee niet verdwenen. Van Ditshuizen hield daarom de eer aan zichzelf en trad op 12 november 1932 af.

Zijn bouwprojecten

Van Ditshuizen woonhuis in Zeddam.
Het is in 2012 vervangen door nieuwbouw.

De Graafschapbode vermeldde in de jaren voor de oorlog meerdere bouwprojecten waarvan Van Ditshuizen de architect was. Vaak, met name waar het een woonhuis of een [Boerderijen|boerderij]] betreft, is zonder nader onderzoek niet duidelijk om welk woonhuis of welke boerderij het gaat. Wel direct te identificeren zijn de volgende bouwprojecten.

  • Het eigen woonhuis aan de Oude Doetinchemseweg 51 in Zeddam (inmiddels afgebroken)
  • Het afbreken, herbouwen en verbouwen van een veeschuur van het Sint Rosa Gesticht in Wehl (1924–1928]])
  • Het fabrieksgebouw van de N.V. Chemische Fabriek v.h. Langenberg en Co. aan de Lengelseweg 43 in 's-Heerenberg (1929). Dit complex werd in 2023 gesloopt.
  • De bijbouw van een leslokaal aan de r.-k. bijzondere school in Nieuw-Wehl (1929)
  • De bouw van een tweeklassige meisjesschool in Nieuw-Wehl (1931)
  • Een aanbouw aan de zuivelfabriek in Zeddam (1932)
  • De uitbreiding en verbouw van het Sint Jozefgebouw in Ulft tot parochiehuis en conciërgewoning (1932)
  • Het woonhuis aan de Emmerikseweg 6 in 's-Heerenberg (1933)

Politicus

Van Ditshuizens politieke loopbaan verliep als volgt:

  • 19141919: gemeenteraadslid van de gemeente Bergh
  • 1917–1919: wethouder van de gemeente Bergh
  • 19231935: lid van de Provinciale Staten van Gelderland
  • 1931–1932: gemeenteraadslid
  • 1935–1939: wethouder
  • 19451946: wethouder

Na zijn eerste termijn als gemeenteraadslid en wethouder heeft hij enige tijd in Zutphen gewoond. Daar werd hij op 14 juni 1920 als industrieel ingeschreven in het bevolkingsregister. Bij zijn huwelijk in 1924 woonde hij weer in de gemeente Bergh. Zijn tweede termijn als gemeenteraadslid was, zoals hierboven beschreven, van korte duur.

In 1935 werd Van Ditshuizen na drie termijnen niet herkozen in de Provinciale Staten van Gelderland. Datzelfde jaar ging burgemeester Smit met pensioen en werd opgevolgd door burgemeester Nederveen. Van Ditshuizen kwam toen als wethouder terug in de Berghse politiek, hoewel slechts vijf van de twaalf katholieke gemeenteraadsleden hem steunden. Hij had voor zijn verkiezing ook de stem van het socialistische raadslid Vermeulen nodig. Al na de gemeenteraadsverkiezingen van 1939 keerde hij niet terug in het college van B&W. Wel is hij na de bevrijding nog tot 1946 wethouder geweest.

Persoonlijk leven

Uit De Tijd van 11 augustus 1970

Van Ditshuizen trouwde op 22 september 1924 in 's-Heerenberg met Johanna Gerharda Maria Bruins, geboren in Zeddam op 20 april 1901 als dochter van Gerhardus Arnoldus Bruins, hotelhouder van hotel Montferland en Aleida Johanna Booms. Uit dit huwelijk werden geboren:

  • Aleida Hendrica Antonia Maria (Lidy, 1925–…)
  • Johanna Gerharda Maria (Hanny, 1927–…)
  • Zoon, levenloos geboren op 18 december 1929
  • Maria Hendrina Francisca (Ria, 19302017)
  • Wilhelmina Maria Remigia (Mientje, 1932–…)
  • Dorothea Gerharda Maria (Dorothé, 1933–…)
  • Zoon, levenloos geboren op 17 oktober 1935
  • Theodorus Alphonsus Antonius Maria (Theo, 19382001)
  • Irenea Johanna Aleida (Ireen, 1941–…)

Zijn zus Johanna Maria trouwde in 1918 met Gerrit Miedema, directeur van de Coöperatieve Zuivelfabriek Bergh in Zeddam.

Hij had een tapvergunning die overging op Van Uhm.

Hij was drager van de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice.

Van Ditshuizen overleed in Zeddam op 9 augustus 1970, 85 jaar oud, en werd begraven op de r.-k. begraafplaats aldaar. Zijn vrouw overleed op 8 augustus 1974, 73 jaar oud, en werd ook daar begraven.

Bronnen