Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Fanfare Sint Joseph: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(Lijst van dirigenten)
(Geschiedenis)
Regel 20: Regel 20:
 
===1921-1930===
 
===1921-1930===
 
Na de Eerste Wereldoorlog leefde de fanfare weer op. Het ledenaantal liep op tot achttien leden en men kreeg in 1920 ook weer een nieuwe dirigent in de persoon van de heer Louis Jansen, de vader van [[Martin Jansen sr.]]. Als repetitielokaal werd een schoollokaal gehuurd voor 30 cent per maand. Van nu af aan ging het met de vereniging bergopwaarts.
 
Na de Eerste Wereldoorlog leefde de fanfare weer op. Het ledenaantal liep op tot achttien leden en men kreeg in 1920 ook weer een nieuwe dirigent in de persoon van de heer Louis Jansen, de vader van [[Martin Jansen sr.]]. Als repetitielokaal werd een schoollokaal gehuurd voor 30 cent per maand. Van nu af aan ging het met de vereniging bergopwaarts.
 +
 +
===1931-1940===
 +
In de jaren na 1930 werd de vereniging lid van de Nationale Federatie van muziek- en blaasgezelschappen en rees het verlangen tot deelname aan muziekconcoursen. In 1932 onderging de fanfare de vuurdoop in Stokkum. Een tweede prijs in de concert en een eerste prijs in de marswedstrijden wordt de beloning van het eerste concour. Het behaalde resultaat stimuleerde om op de ingeslagen weg verder te gaan. In de daarop volgende jaren nam de fanfare St. Joseph aan meerdere concoursen deel zodat in 1937 de eerste afdeling van de Nationale Federatie werd bereikt.
  
 
=== Het 60-jarig jubileum ===
 
=== Het 60-jarig jubileum ===

Versie van 10 feb 2023 om 13:08

De Fanfare Sint Joseph is de enige muziekvereniging van Azewijn, opgericht in 1900.

Geschiedenis

1900-1910

In het begin van de vorige eeuw, in 1900, de exacte datum is tot nu toe niet gevonden, werd de fanfare “St. Joseph” opgericht. Piet Dijker was de initiatiefnemer. Hij was organist in de r.-k. Kerk in Azewijn. De heer Dijker vond medestanders in de heren A. en Th. Hooijman, J. te Boekhorst, J. en W. Gerritsen, H. Berendsen, W. Wicherinck en W. Bultink, B. Rieken, W. Ticheloven en A. Beijer.

De kassier van de Boerenleenbank, Bernard te Wiel, verstrekte een lening van f 600,= om de nodige instrumenten aan te schaffen. Deze lening zou met 25 cent per week en per man worden afgelost.

Toen pastoor Hazelekke zijn fiat gaf, had Azewijn zijn muziekvereniging, die zich op de eerste plaats ten doel stelde de kerkelijke feesten muzikaal op te luisteren. In die dagen had de kerk nog bijna een absolute macht om te kunnen bepalen welke verenigingen wel of niet werden opgericht.

De heer Dijker was niet alleen de promotor voor de oprichting maar ook degene, die de jonge muzikanten door het geven van muzikaal onderwijs, de eerste schreden liet zetten in de kennis van de muziek. Hiervoor kreeg hij een schoolbord ter beschikking die als bladmuziek voor alle muzikanten tegelijk dienst deed.

Om een gezonden financiële basis te krijgen voor de aflossing van de lening maakten de leden bij diverse gelegenheden ook dansmuziek, zoals op de buurtkermissen e feesten/partijen. Ze togen zelfs met een boerenkar naar Angerlo, want in die dagen waren muziekverenigingen dun gezaaid. Hierdoor was niet het niet alleen mogelijk om het geleende geld spoedig terug te betalen, maar ook om de vereniging verdere groeikracht te geven. Hoewel de administratie van de eerste jaren verloren is gegaan, is door overlevering bekend gebleven dat men om lid te worden 6 gulden inleggeld diende te betalen. De contributie bedroeg 6 cent per repetitieavond. In 1904 werd besloten het inleggeld te halveren en de contributie te verdubbelen. Reeds na enkele jaren kon de jonge vereniging zijn levensvatbaarheid aantonen, doordat ze verder was gegroeid en de gehele lening die ze was aangegaan kon terugbetalen.

Toen de fanfare in 1904 zijn eerste dirigent kreeg, de heer P. B. Bisseling, kwam er met recht meer "toon en klank" in de muziek. Voor dirigent Bisseling was dit geen gemakkelijke taak, want de onderwijzer uit Breedenbroek moest wegens gebrek aan vervoer ter voet naar Azewijn lopen. Dit deed hij tot 1907. Hij vertrok toen vanuit Breedenbroek naar elders. Het afscheid van Bisseling betekende voor de fanfare een ware slag, die mede zoor zijn grote enthousiasme dat hij aan de dag had gelegd, zijn weerklank vond. Inmiddels diende als repetitie lokaal de leegstaande boerderij het "Hooyboomsgoed" aan de Passtraat waar ratten en muizen de muzikanten gezelschap hielden.

1911-1920

De Eerste Wereldoorlog, die was uitgebroken in 1914, bracht het voortbestaan van de vereniging in ernstig gevaar. De plicht jegens het vaderland riep verschillende jongens naar elders, waardoor het ledenaantal aanzienlijk verminderde en de muziekkwaliteit in gevaar kwam. Toch wist men de zaak aan de gang te houden en bij de twee jaarlijkse processies wist men nog steeds hun gewaardeerde medewerking te verlenen.

1921-1930

Na de Eerste Wereldoorlog leefde de fanfare weer op. Het ledenaantal liep op tot achttien leden en men kreeg in 1920 ook weer een nieuwe dirigent in de persoon van de heer Louis Jansen, de vader van Martin Jansen sr.. Als repetitielokaal werd een schoollokaal gehuurd voor 30 cent per maand. Van nu af aan ging het met de vereniging bergopwaarts.

1931-1940

In de jaren na 1930 werd de vereniging lid van de Nationale Federatie van muziek- en blaasgezelschappen en rees het verlangen tot deelname aan muziekconcoursen. In 1932 onderging de fanfare de vuurdoop in Stokkum. Een tweede prijs in de concert en een eerste prijs in de marswedstrijden wordt de beloning van het eerste concour. Het behaalde resultaat stimuleerde om op de ingeslagen weg verder te gaan. In de daarop volgende jaren nam de fanfare St. Joseph aan meerdere concoursen deel zodat in 1937 de eerste afdeling van de Nationale Federatie werd bereikt.

Het 60-jarig jubileum

Hoewel het oprichtingsjaar niet precies bekend is, vierde de fanfare op 14 en 15 mei 1960 zijn 60-jarig jubileum met een muziekfestival. Op zaterdag 14 mei werd er een rondgang gehouden gevolgd door een ere-concert door Harmonie Volharding uit Stokkum en natuurlijk de fanfare St. Joseph. Op zondag 15 mei was er een onderlinge marswedstrijd en wederom een ere-concert door de volgende verenigingen: fanfare St. Joseph Azewijn, harmonie Volharding Stokkum, harmonie St. Gregorius Westervoort, fanfare Concordia Netterden, harmonie St. Jan Kilder, fanfare St. Antonius Breedenbroek, harmonie D.E.S. Nieuw-Dijk, harmonie St. Liborius Dinxperlo en harmonie Crescendo 's-Heerenberg. Aansluitend was er een groot feestbal in twee zalen.

Kort na dit festival, op 28 mei 1960 werd er een jeugdkorps opgericht. De heren A. Roelofs en A. Bekker namen de zorg voor deze jongens en meisjes op zich.

Uniform

De fanfare kreeg haar eerste officiële uniform in 1967. Dit werd later meerdere malen vervangen. De laatste vervanging vond in 2018 plaats Er is hierbij gekozen om met de tijd mee te gaan in de vorm van een softshell jas i.p.v. een traditioneel uniform.

Heden

De fanfare maakt tegenwoordig bij verschillende gelegenheden muziek in Azewijn. Standaardgelegenheden zijn koningsdag, de (kermis)taptoe, de kermisrondgang en de sinterklaasintocht. Daarnaast luistert de fanfare ook serenades in voor o.a. bruiloften en gaat ze regelmatig met Schutterij Wilhelmina mee naar schuttersconcoursen en kermissen.

Lijst van dirigenten

Diverse foto's

Fanfare in 1932
Fanfare in 1960
Fanfare in 1970
Fanfare in 1975
Fanfare in 1980
Fanfare in 1981
Fanfare in 1990
Fanfare in 2018
Fanfare in 2000


Externe link