Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Höpink, Andreas Gerrit: verschil tussen versies
k (link spionage) |
k (→Kruis van Verdienste: Kelly) |
||
| (15 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | ''' | + | == De Tweede Wereldoorlog == |
| + | '''Andreas Gerrit Höpink''' was tijdens de [[Militairen van mei 1940|meidagen]] van [[1940]] als reservekapitein commandant van 1-IV Bat. Pag., een compagnie pantserafweergeschut die deel uitmaakte van de reserve-eenheden van de IV Divisie. De compagnie werd ingezet bij de strijd op de Grebbeberg. Bij 1-IV Bat. Pag. diende [[Berntsen, Wilhelmus Henricus|Wim Berntsen]] uit [[Beek]], die op 13 mei 1940 is gesneuveld. | ||
| − | + | Kapitein Höpink werd op 15 mei door de Duitsers krijgsgevangen genomen en overgebracht naar ''Oflag V-A''. Zijn gevangenennummer was 226. ''Oflag'' is een afkorting van ''Offizierslager'', een krijgsgevangenenkamp voor officieren. ''Oflag V-A'' bevond zich in Weinsberg in het noorden van de huidige [[Bundesland|deelstaat]] Baden-Württemberg. Van 20 mei tot 4 juni 1940 werd Höpink verpleegd in het kamphospitaal voor een gekneusde knie met een bloeduitstorting. Hij is vrij snel teruggekeerd uit krijgsgevangenschap, want al op 15 oktober 1940 schreef hij in Giesbeek een verslag van zijn belevenissen tijdens de meidagen. | |
| − | + | Tijdens [[Tweede Wereldoorlog|de oorlog]] was Höpink directeur van een dakpannenfabriek in Giesbeek, maar hij was ook commandant van de Ordedienst in [[Doesburg]] en de [[Liemers]]. De Ordedienst was een verzetsorganisatie die voor een groot deel bestond uit officieren van het verslagen Nederlandse leger. Na de oorlog is de Ordedienst opgegaan in de [[Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten]]. | |
| − | Höpink | + | Als verzetsman leidde Höpink [[Verzet_in_WO_II#Spionage|militair inlichtingenwerk]] voor de geallieerden. Een van de mensen die voor hem werkten, was [[Berntsen, Clemens Stephanus|Clemens Berntsen]], een broer van de gesneuvelde Wim Berntsen. Het feit dat Höpink commandant van Wim was geweest, staat helemaal los van het contact dat hij later met Clemens heeft gehad. |
| − | + | Clemens was met stomheid geslagen toen Höpink bij hun eerste ontmoeting een bidprentje van Wim tevoorschijn haalde. Hij zei toen: "Ik zal je na de oorlog wel zeggen hoe ik daaraan kom", maar al een paar weken later vertelde hij hem hoe de vork in de steel zat. | |
| − | |||
| − | |||
| − | |||
| − | { | + | Höpink was een van de mensen die bij de begrafenis van de gefusilleerde [[Verzet_in_WO_II#Beek_en_Loerbeek|verzetsstrijder]] [[Moorman, Wilhelmus|Wim Moorman]] in Beek het woord hebben gevoerd. |
| + | |||
| + | == Onderscheidingen == | ||
| + | === Bronzen Leeuw === | ||
| + | Aan Höpink werd bij Koninklijke Besluit nr. 23 van 29 mei [[1947]] de [[Onderscheidingen#Bronzen Leeuw|Bronzen Leeuw]] toegekend. De toelichting op deze toekenning luidde als volgt: | ||
| + | [[Bestand: Höpink 19471210 Grfschppr.jpg|thumb|right|400px|<center>'''Uit ''De Graafschapper'' van 10 december 1947</center>]] | ||
| + | ---- | ||
| + | <div style="background:Khaki"> | ||
| + | Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden, door op 11 en 12 Mei 1940 tijdens de gevechten op de Grebbeberg als Commandant van een compagnie pantserafweergeschut deze op voorbeeldige wijze aan te voeren. | ||
| + | <br/>Voorts door op 13 Mei 1940 op onverschrokken wijze onder zwaar vijandelijk vuur van nagenoeg alle zijden, persoonlijk met mitrailleur en geweer, onder leiding van de Commandant van het 1e Bataljon van het 8e Regiment Infanterie, deel te nemen aan het tot het uiterste verdedigen van een, achter de stoplijn de aanvalsas des vijands beheersend gebouw. Teneinde de uitwerking van een verwachte eigen tegenaanval te bevorderen, gedurende vier uren tot de laatste patroon tegenover een overmachtige vijand stand te houden, waarbij tenslotte het, nagenoeg geen dekking biedend, gebouw vlam vatte en instortte. | ||
| + | </div> | ||
| + | ---- | ||
| + | De onderscheiding werd hem op 9 december 1947 uitgereikt door Prins Bernhard tijdens een plechtigheid op het Vrijthof in Maastricht. Hierbij ontving ook een groot aantal andere gedecoreerden hun onderscheiding. | ||
| + | |||
| + | === Kruis van Verdienste === | ||
| + | Bij Koninklijke Besluit nr. 15 van 26 mei [[1952]] werd hem het [[Onderscheidingen#Kruis van Verdienste|Kruis van Verdienste]] toegekend. Hij was inmiddels als reservemajoor eervol uit de dienst ontslagen. De toelichting op deze toekenning luidde als volgt: | ||
| + | ---- | ||
| + | <div style="background:Khaki"> | ||
| + | Heeft zich in verband met vijandelijke actie door moedig en beleidvol optreden onderscheiden en daarmede het belang van het Koninkrijk gediend als districtscommandant van de Ordedienst, later Binnenlandse Strijdkrachten van Doesburg en de Lijmers gedurende de periode van Juni [[1944]] tot de [[bevrijding]] begin April [[1945]].<br> | ||
| + | Hij fungeerde als centraal post voor alle binnenkomende meldingen van militair belang, die door koeriersters uit de [[Achterhoek]] werden gebracht, dan wel door spionage van onder hem werkende personen werden verkregen en gaf deze over de IJssel door, waarna ze per telefoon Nijmegen en daarmee het Geallieerde opperbevel bereikten.<br> | ||
| + | Aan het onderbrengen, het verzorgen en verder zenden van ontsnapte geallieerde krijgsgevangenen en leden van vliegtuigbemanningen had hij een werkzaam aandeel. | ||
| + | </div> | ||
| + | ---- | ||
| + | Een van die leden van vliegtuigbemanningen was ''Flight Sergeant'' [[Kelly, George|George Kelly]], boordschutter van [[Lancaster LM212|Britse bommenwerper]] die op 23 september [[1944]] bij [[Doetinchem]] werd neergeschoten. Kelly, de enige overlevende, heeft in de schuilplaats van Clemens Berntsen in [[Loerbeek]] ondergedoken gezeten. | ||
| + | |||
| + | == Zijn levensloop == | ||
| + | Andreas Gerrit Höpink werd op 3 juni [[1895]] geboren in [[Twente|Enschede]] als zoon van Joan Höpink en Titia Arnolda Fabius. | ||
| + | |||
| + | Op 9 april [[1919]] werd hij, komend uit Enschede, ingeschreven in het bevolkingsregister van Geldermalsen. Zijn beroep werd niet vermeld, maar toen hij op 17 februari [[1920]] werd ingeschreven in [[Zutphen]], werd als zijn beroep kantoorbediende genoteerd. Al op 24 juni 1920 werd hij uitgeschreven naar Amsterdam, waar hij bij de Amsterdamsche Bank werkte. Op 29 november [[1922]] werd hij uitgeschreven naar Brussel, waar hij tot 1 augustus [[1924]] heeft gewoond. | ||
| + | |||
| + | Onderwijl was zijn loopbaan als reserveofficier al begonnen. Op 14 maart [[1914]] meldde hij zich als aspirant-vaandrig vrijwillig aan bij het 16e Regiment Infanterie. Toen het Nederlandse leger in verband met de [[Eerste Wereldoorlog]] mobiliseerde, werd hij op 1 augustus 1914 in actieve dienst geroepen. Pas op 1 december [[1919]] zwaaide hij af. | ||
| + | |||
| + | In actieve dienst werd hij op 15 mei [[1915]] bevorderd tot korporaal en ruim een maand later, op 26 juni, tot sergeant. Daarna volgde op 23 juni [[1916]] zijn bevordering tot vaandrig. Op dezelfde dag ging hij van het 16e Regiment Infanterie over naar het 19e Regiment Infanterie. Daar was hij van 3 tot 22 september [[1923]] (toen hij in Brussel woonde) weer kort in actieve dienst. Het stamregiment van het 19e Regiment Infanterie was het [[8e Regiment Infanterie]]. Zo kon het dat hij tijdens de meidagen van 1940 commandant was van 1-IV Bat. Pag., dat bestond uit personeel van het 8e Regiment Infanterie. | ||
| + | |||
| + | Zijn benoemingen in de officiersrangen volgden bij koninklijk besluit (KB): | ||
| + | *Bij KB nr. 26 van 16 november [[1916]] benoemd tot reserve-2e-luitenant: | ||
| + | *Bij KB nr. 66 van 29 oktober [[1920]] benoemd tot reserve-1e-luitenant. | ||
| + | *Bij KB nr. 40 van 23 oktober [[1935]] benoemd tot reservekapitein. | ||
| + | *Bij KB nr. 14 van 21 april [[1949]] benoemd tot reservemajoor. | ||
| + | *Bij KB nr. 27 van 5 juni [[1950]] per 1 juli 1950 eervol uit de dienst ontslagen. | ||
| + | |||
| + | Na de oorlog was Höpink actief in de Binnenlandse Strijdkrachten tot die in augustus 1945 werden opgeheven. Daarna werd hij bij koninklijk besluit nr. 55 van 16 februari [[1946]] benoemd tot lid van het tribunaal in [[Arnhem]], waar oorlogsmisdadigers en collaborateurs werden berecht. Bij koninklijk besluit nr. 25 van 22 januari [[1947]] werd hij benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van dit tribunaal, dat bestond uit twaalf kamers. | ||
| + | {| | ||
| + | |- valign=top | ||
| + | |[[Bestand:Höpink 19450811 Grfschppr.jpg|thumb|400px|<center>'''Uit ''De Graafschapper'' van 11 augustus 1945</center>]] | ||
| + | |[[Bestand:Höpink 19470930 GB.jpg|thumb|400px|<center>'''Uit [[Graafschapbode|De Graafschapbode]] van 30 september 1947</center>]] | ||
| + | |} | ||
| + | [[Bestand: Höpink 19640817 Tubantia.jpg|thumb|right|400px|<center>'''Uit ''Tubantia'' van 17 augustus 1964</center>]] | ||
| + | Toen in april [[1948]] het ''Nationaal Instituut Steun Wettig Gezag'' (NISWG) werd opgericht, werd Höpink gewestelijk commandant bij deze organisatie. De NISWG gaf voorlichting en propaganda voor de werving van vrijwilligers voor de Nationale Reserve (vroeger de Vrijwillige Landstorm), de [[Korps Grensbewaking|Reserve Grensbewaking]] en de reserve [[Politie|Rijks- en Gemeentepolitie]]. Dit werd nodig geacht om het opkomende "communistisch gevaar" te keren, temeer daar een groot deel van het Nederlandse leger zich [[Vorige eeuw|eind jaren 40]] in [[Deelnemers Politionele Acties|Nederlands-Indië]] bevond. Höpink heeft vaak gesproken op propaganda-avonden van de NISWG in de Achterhoek en Liemers maar voor zover kon worden nagegaan niet in [[gemeente Bergh|Bergh]]. De NISWG raakte al in de loop van 1950 in een crisis, maar werd pas in [[1958]] opgeheven. | ||
| + | |||
| + | Op 29 mei [[1948]] kwam bij Beek-Ubbergen het eerste transport de [[grens]] over met stoffelijke resten van Nederlanders die in de oorlog in [[Duitsland]] waren omgekomen. Höpink was namens de voormalige Binnenlandse Strijdkrachten een van de sprekers bij deze plechtigheid. | ||
| + | |||
| + | Höpink overleed in [[Zevenaar]] op 16 augustus [[1964]], 69 jaar oud. Op 19 augustus werd hij begraven op de Oosterbegraafplaats in zijn geboortestad Enschede. | ||
| + | <br clear=all/> | ||
| + | |||
| + | == Bronnen == | ||
| + | *[https://www.archieven.nl/ Archieven.nl] | ||
| + | *[https://www.nationaalarchief.nl/ Nationaal Archief], 2.13.04 Inventaris van de dienststaten en stamboeken der Officieren van de Koninklijke Landmacht en van de koloniale troepen in Nederland, (1750) 1814-1945 (1964), inventarisnummer 522, blz. 80 | ||
| + | *[http://www.grebbeberg.nl Stichting De Greb] | ||
| + | *[[Berntsen, Clemens Stephanus|Clemens Berntsen]] | ||
| + | *[[Er op of er onder]], blz. 549 | ||
| + | *[[Old Ni-js 061|Old Ni-js nr. 61]], blz. 26 | ||
| + | *Op Wikipedia: | ||
| + | **''[https://de.wikipedia.org/wiki/Lager_Weinsberg Lager Weinsberg]'' | ||
| + | **[https://nl.wikipedia.org/wiki/Nationaal_Instituut_Steun_Wettig_Gezag Nationaal Instituut Steun Wettig Gezag] | ||
| + | * [http://www.onderscheidingen.nl Nederlandse Ridderorden en Onderscheidingen] | ||
| + | *Op [http://www.delpher.nl Delpher]: | ||
| + | **De getoonde berichten | ||
| + | **''Nederlandsche Staatscourant'' van 26 oktober 1935, 11 maart 1946, 3 februari 1947, 5 mei 1949 en 27 juni 1950 | ||
| + | **''Trouw'' van 9 december 1947 | ||
| + | **''De Graafschapper'' van 31 mei 1948 | ||
| + | *[https://www.online-begraafplaatsen.nl Online-begraafplaatsen] | ||
| + | |||
| + | [[Categorie:Militairen van mei 1940 buiten Bergh]] [[Categorie:8e Regiment Infanterie]] [[Categorie:Krijgsgevangenen in WO II]] [[Categorie:Verzet in WO II buiten Bergh]] [[Categorie:Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten]] [[Categorie:Bronzen Leeuw]] [[Categorie:Kruis van Verdienste]] [[Categorie:Directeuren]] | ||
Huidige versie van 7 nov 2025 om 11:01
Inhoud
De Tweede Wereldoorlog
Andreas Gerrit Höpink was tijdens de meidagen van 1940 als reservekapitein commandant van 1-IV Bat. Pag., een compagnie pantserafweergeschut die deel uitmaakte van de reserve-eenheden van de IV Divisie. De compagnie werd ingezet bij de strijd op de Grebbeberg. Bij 1-IV Bat. Pag. diende Wim Berntsen uit Beek, die op 13 mei 1940 is gesneuveld.
Kapitein Höpink werd op 15 mei door de Duitsers krijgsgevangen genomen en overgebracht naar Oflag V-A. Zijn gevangenennummer was 226. Oflag is een afkorting van Offizierslager, een krijgsgevangenenkamp voor officieren. Oflag V-A bevond zich in Weinsberg in het noorden van de huidige deelstaat Baden-Württemberg. Van 20 mei tot 4 juni 1940 werd Höpink verpleegd in het kamphospitaal voor een gekneusde knie met een bloeduitstorting. Hij is vrij snel teruggekeerd uit krijgsgevangenschap, want al op 15 oktober 1940 schreef hij in Giesbeek een verslag van zijn belevenissen tijdens de meidagen.
Tijdens de oorlog was Höpink directeur van een dakpannenfabriek in Giesbeek, maar hij was ook commandant van de Ordedienst in Doesburg en de Liemers. De Ordedienst was een verzetsorganisatie die voor een groot deel bestond uit officieren van het verslagen Nederlandse leger. Na de oorlog is de Ordedienst opgegaan in de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten.
Als verzetsman leidde Höpink militair inlichtingenwerk voor de geallieerden. Een van de mensen die voor hem werkten, was Clemens Berntsen, een broer van de gesneuvelde Wim Berntsen. Het feit dat Höpink commandant van Wim was geweest, staat helemaal los van het contact dat hij later met Clemens heeft gehad.
Clemens was met stomheid geslagen toen Höpink bij hun eerste ontmoeting een bidprentje van Wim tevoorschijn haalde. Hij zei toen: "Ik zal je na de oorlog wel zeggen hoe ik daaraan kom", maar al een paar weken later vertelde hij hem hoe de vork in de steel zat.
Höpink was een van de mensen die bij de begrafenis van de gefusilleerde verzetsstrijder Wim Moorman in Beek het woord hebben gevoerd.
Onderscheidingen
Bronzen Leeuw
Aan Höpink werd bij Koninklijke Besluit nr. 23 van 29 mei 1947 de Bronzen Leeuw toegekend. De toelichting op deze toekenning luidde als volgt:
Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden, door op 11 en 12 Mei 1940 tijdens de gevechten op de Grebbeberg als Commandant van een compagnie pantserafweergeschut deze op voorbeeldige wijze aan te voeren.
Voorts door op 13 Mei 1940 op onverschrokken wijze onder zwaar vijandelijk vuur van nagenoeg alle zijden, persoonlijk met mitrailleur en geweer, onder leiding van de Commandant van het 1e Bataljon van het 8e Regiment Infanterie, deel te nemen aan het tot het uiterste verdedigen van een, achter de stoplijn de aanvalsas des vijands beheersend gebouw. Teneinde de uitwerking van een verwachte eigen tegenaanval te bevorderen, gedurende vier uren tot de laatste patroon tegenover een overmachtige vijand stand te houden, waarbij tenslotte het, nagenoeg geen dekking biedend, gebouw vlam vatte en instortte.
De onderscheiding werd hem op 9 december 1947 uitgereikt door Prins Bernhard tijdens een plechtigheid op het Vrijthof in Maastricht. Hierbij ontving ook een groot aantal andere gedecoreerden hun onderscheiding.
Kruis van Verdienste
Bij Koninklijke Besluit nr. 15 van 26 mei 1952 werd hem het Kruis van Verdienste toegekend. Hij was inmiddels als reservemajoor eervol uit de dienst ontslagen. De toelichting op deze toekenning luidde als volgt:
Heeft zich in verband met vijandelijke actie door moedig en beleidvol optreden onderscheiden en daarmede het belang van het Koninkrijk gediend als districtscommandant van de Ordedienst, later Binnenlandse Strijdkrachten van Doesburg en de Lijmers gedurende de periode van Juni 1944 tot de bevrijding begin April 1945.
Hij fungeerde als centraal post voor alle binnenkomende meldingen van militair belang, die door koeriersters uit de Achterhoek werden gebracht, dan wel door spionage van onder hem werkende personen werden verkregen en gaf deze over de IJssel door, waarna ze per telefoon Nijmegen en daarmee het Geallieerde opperbevel bereikten.
Aan het onderbrengen, het verzorgen en verder zenden van ontsnapte geallieerde krijgsgevangenen en leden van vliegtuigbemanningen had hij een werkzaam aandeel.
Een van die leden van vliegtuigbemanningen was Flight Sergeant George Kelly, boordschutter van Britse bommenwerper die op 23 september 1944 bij Doetinchem werd neergeschoten. Kelly, de enige overlevende, heeft in de schuilplaats van Clemens Berntsen in Loerbeek ondergedoken gezeten.
Zijn levensloop
Andreas Gerrit Höpink werd op 3 juni 1895 geboren in Enschede als zoon van Joan Höpink en Titia Arnolda Fabius.
Op 9 april 1919 werd hij, komend uit Enschede, ingeschreven in het bevolkingsregister van Geldermalsen. Zijn beroep werd niet vermeld, maar toen hij op 17 februari 1920 werd ingeschreven in Zutphen, werd als zijn beroep kantoorbediende genoteerd. Al op 24 juni 1920 werd hij uitgeschreven naar Amsterdam, waar hij bij de Amsterdamsche Bank werkte. Op 29 november 1922 werd hij uitgeschreven naar Brussel, waar hij tot 1 augustus 1924 heeft gewoond.
Onderwijl was zijn loopbaan als reserveofficier al begonnen. Op 14 maart 1914 meldde hij zich als aspirant-vaandrig vrijwillig aan bij het 16e Regiment Infanterie. Toen het Nederlandse leger in verband met de Eerste Wereldoorlog mobiliseerde, werd hij op 1 augustus 1914 in actieve dienst geroepen. Pas op 1 december 1919 zwaaide hij af.
In actieve dienst werd hij op 15 mei 1915 bevorderd tot korporaal en ruim een maand later, op 26 juni, tot sergeant. Daarna volgde op 23 juni 1916 zijn bevordering tot vaandrig. Op dezelfde dag ging hij van het 16e Regiment Infanterie over naar het 19e Regiment Infanterie. Daar was hij van 3 tot 22 september 1923 (toen hij in Brussel woonde) weer kort in actieve dienst. Het stamregiment van het 19e Regiment Infanterie was het 8e Regiment Infanterie. Zo kon het dat hij tijdens de meidagen van 1940 commandant was van 1-IV Bat. Pag., dat bestond uit personeel van het 8e Regiment Infanterie.
Zijn benoemingen in de officiersrangen volgden bij koninklijk besluit (KB):
- Bij KB nr. 26 van 16 november 1916 benoemd tot reserve-2e-luitenant:
- Bij KB nr. 66 van 29 oktober 1920 benoemd tot reserve-1e-luitenant.
- Bij KB nr. 40 van 23 oktober 1935 benoemd tot reservekapitein.
- Bij KB nr. 14 van 21 april 1949 benoemd tot reservemajoor.
- Bij KB nr. 27 van 5 juni 1950 per 1 juli 1950 eervol uit de dienst ontslagen.
Na de oorlog was Höpink actief in de Binnenlandse Strijdkrachten tot die in augustus 1945 werden opgeheven. Daarna werd hij bij koninklijk besluit nr. 55 van 16 februari 1946 benoemd tot lid van het tribunaal in Arnhem, waar oorlogsmisdadigers en collaborateurs werden berecht. Bij koninklijk besluit nr. 25 van 22 januari 1947 werd hij benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van dit tribunaal, dat bestond uit twaalf kamers.
Toen in april 1948 het Nationaal Instituut Steun Wettig Gezag (NISWG) werd opgericht, werd Höpink gewestelijk commandant bij deze organisatie. De NISWG gaf voorlichting en propaganda voor de werving van vrijwilligers voor de Nationale Reserve (vroeger de Vrijwillige Landstorm), de Reserve Grensbewaking en de reserve Rijks- en Gemeentepolitie. Dit werd nodig geacht om het opkomende "communistisch gevaar" te keren, temeer daar een groot deel van het Nederlandse leger zich eind jaren 40 in Nederlands-Indië bevond. Höpink heeft vaak gesproken op propaganda-avonden van de NISWG in de Achterhoek en Liemers maar voor zover kon worden nagegaan niet in Bergh. De NISWG raakte al in de loop van 1950 in een crisis, maar werd pas in 1958 opgeheven.
Op 29 mei 1948 kwam bij Beek-Ubbergen het eerste transport de grens over met stoffelijke resten van Nederlanders die in de oorlog in Duitsland waren omgekomen. Höpink was namens de voormalige Binnenlandse Strijdkrachten een van de sprekers bij deze plechtigheid.
Höpink overleed in Zevenaar op 16 augustus 1964, 69 jaar oud. Op 19 augustus werd hij begraven op de Oosterbegraafplaats in zijn geboortestad Enschede.
Bronnen
- Archieven.nl
- Nationaal Archief, 2.13.04 Inventaris van de dienststaten en stamboeken der Officieren van de Koninklijke Landmacht en van de koloniale troepen in Nederland, (1750) 1814-1945 (1964), inventarisnummer 522, blz. 80
- Stichting De Greb
- Clemens Berntsen
- Er op of er onder, blz. 549
- Old Ni-js nr. 61, blz. 26
- Op Wikipedia:
- Nederlandse Ridderorden en Onderscheidingen
- Op Delpher:
- De getoonde berichten
- Nederlandsche Staatscourant van 26 oktober 1935, 11 maart 1946, 3 februari 1947, 5 mei 1949 en 27 juni 1950
- Trouw van 9 december 1947
- De Graafschapper van 31 mei 1948
- Online-begraafplaatsen