Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Boetselaersborg: verschil tussen versies
Regel 17: | Regel 17: | ||
Niet ver van het machtige kasteel Bergh staat wat achteraf in het zuid westelijke deel van het stadje ’s-Heerenberg, de Boetselaarsborg. | Niet ver van het machtige kasteel Bergh staat wat achteraf in het zuid westelijke deel van het stadje ’s-Heerenberg, de Boetselaarsborg. | ||
− | Het Huis Bergh had al een eerbiedwaardige leeftijd, toen het nieuwe kasteeltje in 1550 onder de rook van zijn schoorstenen verrees. Het werd gebouwd door de broers Daem (Adam) en Hector van den Bergh, waarschijnlijk ter gelegenheid van het huwelijk van de oudste broer, de toen vijftigjarige Daem. De broers stonden in nauwe familiebetrekking tot de bezitters van het Huis Berg. Hun vader was Willem lll, graaf van den Bergh, hij verwekte de jongens en daarna ook nog een meisje bij de ‘s-Heerenbergse waardin Lyse Poer en huwde uiteindelijk toen hij 37 was, met de 17 jarige Anna van Egmondt. De nakomeling uit dit huwelijk, Hector en scheelde respectievelijk acht en vier jaar met hen. Daem en Hector die in 1520 , negen jaar na de dood van de vader gewettigd werden, bleven | + | Het Huis Bergh had al een eerbiedwaardige leeftijd, toen het nieuwe kasteeltje in 1550 onder de rook van zijn schoorstenen verrees. Het werd gebouwd door de broers Daem (Adam) en Hector van den Bergh, waarschijnlijk ter gelegenheid van het huwelijk van de oudste broer, de toen vijftigjarige Daem. De broers stonden in nauwe familiebetrekking tot de bezitters van het Huis Berg. Hun vader was Willem lll, graaf van den Bergh, hij verwekte de jongens en daarna ook nog een meisje bij de ‘s-Heerenbergse waardin Lyse Poer en huwde uiteindelijk toen hij 37 was, met de 17 jarige Anna van Egmondt. De nakomeling uit dit huwelijk, Hector en scheelde respectievelijk acht en vier jaar met hen. Daem en Hector die in 1520 , negen jaar na de dood van de vader gewettigd werden, bleven sterk verbonden met het wel en wee van hun familie. Daem was o.a. vertrouwens man van zijn broer Oswald en werd bovendien met vele andere betrokken bij de van diens zoon Willem, die als jong wees werd. Tussen 1534 3n 1536 was Daem Drost (plaatsvervangend Graaf) van het land van Bergh. |
Hem was het bestuur van de Graafschap Bergh opgedragen en tevens was hij daar de hoogste justitiële ambtenaar. Hierdoor was hij bekend als Drost Daem. Hij verbleef er regelmatig vandaar de naam Drost Daemenhuis. | Hem was het bestuur van de Graafschap Bergh opgedragen en tevens was hij daar de hoogste justitiële ambtenaar. Hierdoor was hij bekend als Drost Daem. Hij verbleef er regelmatig vandaar de naam Drost Daemenhuis. | ||
− | De | + | De actieve deelname aan het leven van hun halfbroer en later ook van diens zoon Willem, legde Daem en Willem bepaald geen windeieren. |
In 1543 was Daem degene die zijn broer Oswald het verdrag van Venlo bezegelde, waarbij het Hertogdom Gelderland zijn zelfstansigheid verloor, maar de rechten van Oswald als bannerheer gewaarborgd bleven. | In 1543 was Daem degene die zijn broer Oswald het verdrag van Venlo bezegelde, waarbij het Hertogdom Gelderland zijn zelfstansigheid verloor, maar de rechten van Oswald als bannerheer gewaarborgd bleven. | ||
Toen Daem al lang en breed op het Daemenhuis woonde, riep zijn twaalfjarige neefje Oswald, zoon van zijn halfbroer, zijn hulp in.Deze neef ging toen hij zeven jaar was samen met zijn oudste broer Willem naar Leuven om te studeren.Na enige jaren werden beiden voorgesteld aan keizer Karel in | Toen Daem al lang en breed op het Daemenhuis woonde, riep zijn twaalfjarige neefje Oswald, zoon van zijn halfbroer, zijn hulp in.Deze neef ging toen hij zeven jaar was samen met zijn oudste broer Willem naar Leuven om te studeren.Na enige jaren werden beiden voorgesteld aan keizer Karel in | ||
− | Brussel, Oswald keerde terug naar Leuven. Hij voelde zich echter zo alleen, dat hij zijn oom Daem schreef en hem | + | Brussel, Oswald keerde terug naar Leuven. Hij voelde zich echter zo alleen, dat hij zijn oom Daem schreef en hem verzorgd of deze bij zijn voogd zou willen bewerkstelligen dat zijn zes jaar jongere Frederik bij hem mocht komen. Dat werd niet toegestaan maar wel werden beide jongens kort daarna samen naar Keulen gebracht om daar verder hun opvoeding te voltooien. In 1525 erfden de beide jongens een aardige sommetje van hun moeder en ook hun tante Heilken Poer liet de jongens het een en ander na. Het is niet precies bekend wanneer deze zuster van hun moeder overleed. Ruim 400 jaar na de dood kwam namelijk uit de gracht van kasteel Bergh een grafkruis tevoorschijn, daarop stond te lezen dat ,, 22 maart 1531 Heilken Poer starf”. |
Versie van 13 jul 2023 om 11:29
Inhoud
De eerste jaren
De havezate De Boetselaersborg, Het Kattenburg 6 in 's-Heerenberg, is sinds 31 januari 1967 een rijksmonument (monumentnummer 9272).
Het huis werd in 1550 gebouwd op fundamenten uit de 14e eeuw door Daem en Hector van den Bergh, bastaardzonen van Willem III van den Bergh en Liese Poer, herbergierster. Naar Daem, die landdrost van Bergh was, werd het huis Dorst Daemenhuis genoemd.
Aan de bouwheren herinnert de gevelsteen boven de oorspronkelijke ingang in de traptoren.
- so men schreff MVC ende L in 't Gulden Jaer hebben Daem ende Hector van den Berghe b[astaard] gebrueder dyt werck doen maecken verwaer.
Psalm CXXVII: Waert dat die Here dat huys nyet en tymmerden soe arbeyden sy tevergeiffs dey daer an tymmeren.
- so men schreff MVC ende L in 't Gulden Jaer hebben Daem ende Hector van den Berghe b[astaard] gebrueder dyt werck doen maecken verwaer.
Hector overleed in 1552, Daem in 1555. Volgens verschillende bronnen werd graaf Oswald II toen de eigenaar, maar aangezien hij in 1546 was overleden, kwam het huis in handen van graaf Willem IV.
Geschiedenis over de Boetselaersborg of Daemenhuis
Boetselaersborg of Drost Daemen Huis.
Niet ver van het machtige kasteel Bergh staat wat achteraf in het zuid westelijke deel van het stadje ’s-Heerenberg, de Boetselaarsborg. Het Huis Bergh had al een eerbiedwaardige leeftijd, toen het nieuwe kasteeltje in 1550 onder de rook van zijn schoorstenen verrees. Het werd gebouwd door de broers Daem (Adam) en Hector van den Bergh, waarschijnlijk ter gelegenheid van het huwelijk van de oudste broer, de toen vijftigjarige Daem. De broers stonden in nauwe familiebetrekking tot de bezitters van het Huis Berg. Hun vader was Willem lll, graaf van den Bergh, hij verwekte de jongens en daarna ook nog een meisje bij de ‘s-Heerenbergse waardin Lyse Poer en huwde uiteindelijk toen hij 37 was, met de 17 jarige Anna van Egmondt. De nakomeling uit dit huwelijk, Hector en scheelde respectievelijk acht en vier jaar met hen. Daem en Hector die in 1520 , negen jaar na de dood van de vader gewettigd werden, bleven sterk verbonden met het wel en wee van hun familie. Daem was o.a. vertrouwens man van zijn broer Oswald en werd bovendien met vele andere betrokken bij de van diens zoon Willem, die als jong wees werd. Tussen 1534 3n 1536 was Daem Drost (plaatsvervangend Graaf) van het land van Bergh. Hem was het bestuur van de Graafschap Bergh opgedragen en tevens was hij daar de hoogste justitiële ambtenaar. Hierdoor was hij bekend als Drost Daem. Hij verbleef er regelmatig vandaar de naam Drost Daemenhuis. De actieve deelname aan het leven van hun halfbroer en later ook van diens zoon Willem, legde Daem en Willem bepaald geen windeieren. In 1543 was Daem degene die zijn broer Oswald het verdrag van Venlo bezegelde, waarbij het Hertogdom Gelderland zijn zelfstansigheid verloor, maar de rechten van Oswald als bannerheer gewaarborgd bleven. Toen Daem al lang en breed op het Daemenhuis woonde, riep zijn twaalfjarige neefje Oswald, zoon van zijn halfbroer, zijn hulp in.Deze neef ging toen hij zeven jaar was samen met zijn oudste broer Willem naar Leuven om te studeren.Na enige jaren werden beiden voorgesteld aan keizer Karel in Brussel, Oswald keerde terug naar Leuven. Hij voelde zich echter zo alleen, dat hij zijn oom Daem schreef en hem verzorgd of deze bij zijn voogd zou willen bewerkstelligen dat zijn zes jaar jongere Frederik bij hem mocht komen. Dat werd niet toegestaan maar wel werden beide jongens kort daarna samen naar Keulen gebracht om daar verder hun opvoeding te voltooien. In 1525 erfden de beide jongens een aardige sommetje van hun moeder en ook hun tante Heilken Poer liet de jongens het een en ander na. Het is niet precies bekend wanneer deze zuster van hun moeder overleed. Ruim 400 jaar na de dood kwam namelijk uit de gracht van kasteel Bergh een grafkruis tevoorschijn, daarop stond te lezen dat ,, 22 maart 1531 Heilken Poer starf”.
Bezits- en bewoningsgeschiedenis
Hieronder volgt een lijst van eigenaren sinds de dood van Daem van den Bergh. Enkele bewoners die geen eigenaar waren, zijn door inspringen van de eigenaren onderscheiden. Zijn waren familieleden van de eigenaar of huurder.
- 1555–1586: Willem IV van Bergh. In 1570, kort na het begin van de Tachtigjarige Oorlog, werd het huis bij de inval van de Geuzen ernstig beschadigd.
- 1586–1599: Maria van Nassau
- 1599–1602: Herman van den Bergh. Hij schonk het huis aan zijn hofmeester Henrick van Zuylen.
- 1602–1617: Hendrick van Zuylen. Het huis verviel na zijn dood in 1617 aan de graven van Bergh, die Willem Jacob van Boetselaer, landdrost van Bergh, in 1620 toestemming gaven het te kopen.
- 1621–1646: Willem Jacob van Boetselaer. Hij liet het huis geheel vernieuwen en gaf het in 1632 in leen aan de graaf Albert, die het teruggaf met de rechten van een havezate. Van Boetselaer gaf zijn naam aan de havezate.
- 1646–1649: Oswald van Boetselaer
- 1649–...:Reyner Palmer
- ...–1667: Friedrich Wilhelm Palmer
- 1662: Arnold van Appelthorn huurde de havezate tot hij het in 1667 kocht.
- 1667–1690: Arnold van Appelthorn, en na zijn dood zijn weduwe Catharina Elisabeth d'Hartaing de Marquette
- 1690–1696: Willem Hoochwant, burgemeester van Emmerik
- 1696–1707: Otto Henrick Hoevel
- 1707–1732: ...
- 1732–1750: Oswald Petrus Hoevel
- 1751–1771: Bernardina Richarda Hoevel
- 1771–1801:Johan Nepomucenus Streuff
- 1801–1811: Pierre Jean Joseph Berhard de Stuers
- 1801–1848: Petronella Jeanne Louise de la Court
- 1801–1866: Theresia Maria Antonetta Josephina de Stuers
- 1801–1867: Aleida Helena Alouisa de Stuers
- 1801–1868: Isabella Louisa Paulina de Stuers
- 1811–1881: François Vincent Henri Antoine de Stuers. Bij een grote verbouwing liet hij de ingang verplaatsen naar de zuidgevel. In het metselwerk van de traptoren is de plaats van de oorspronkelijke ingang nog te zien.
- 1881–1919: Alphonse Lambert Eugène de Stuers
- 1919–1927: Hubert Victor Arthur Auguste de Stuers
- 1920–1922: Gerrit Kelder
- …–…: J.C. van der Heijden
- 1927–heden: Stichting Huis Bergh. Na de aankoop werd de Boetselaersborg gerestaureerd.
- …– 1930: W. Wever
- 1930–1935: Sigurd Otto Georg Freiherr von Hammerstein Equord
- 1935–...: Xaver Wilhelm Matthias Fassin
- Christine Frederike Louise van Heek, dochter van Jan Herman van Heek heeft er met haar gezin gewoond.
- Rond 1988: Exit Ticket Service, die het gebouw voor 400.000 gulden heeft laten restaureren.
- 2007–heden: Montferland Cultuurfonds
Beeldmateriaal
Boetselaersborg, Emmerich werd in april 1945 gebombardeerd. Claus en Helmut Fassin zaten in de toren, gingen naar beneden om een verrekijker te halen om het beleg van Emmerich te volgen. Eenmaal beneden werd de Boetselaer geraakt door een granaat. De familie Fassin zie je op de foto. Bron F. van Pul
circa 1900, tekening
door A.L. Koster
Bronnen
- Historische stadswandeling 's-Heerenberg
- Old Ni-js nr. 97, blz. 19–21
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 467-468
- Kastelenlexicon
- Foto plaquette: Benny Schuurman
- Ansichtkaarten: Thiemo Kaaf
- Algemeen Dagblad van 25 juni 1988 op Delpher