Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Vossenjagers, De: verschil tussen versies
k (redactie) |
k (redactie) |
||
(4 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 147: | Regel 147: | ||
Bij het carnavalsgebeuren speelt het getal "11" een belangrijke rol. Jubilea worden gevierd na 11 jaar of een veelvoud hiervan. Dit jaar ([[1978]]) vierden de Vossenjagers hun 11-jarig bestaan o.l.v. prins Rudi I (Rudi Klein Obbink). De pronkzitting stond in het teken van de riolering, een gemak dat aan Azewijn jarenlang onthouden was. Alle prinsen van de afgelopen jaren kwamen tijdens de prinspresentatie in zaal Alofs vanuit het riool tevoorschijn en maakten hun bevindingen als oud-prins bekend. De nieuwe prins kwam echter tot ieders verbazing uit een put. | Bij het carnavalsgebeuren speelt het getal "11" een belangrijke rol. Jubilea worden gevierd na 11 jaar of een veelvoud hiervan. Dit jaar ([[1978]]) vierden de Vossenjagers hun 11-jarig bestaan o.l.v. prins Rudi I (Rudi Klein Obbink). De pronkzitting stond in het teken van de riolering, een gemak dat aan Azewijn jarenlang onthouden was. Alle prinsen van de afgelopen jaren kwamen tijdens de prinspresentatie in zaal Alofs vanuit het riool tevoorschijn en maakten hun bevindingen als oud-prins bekend. De nieuwe prins kwam echter tot ieders verbazing uit een put. | ||
− | Na de installatie van prins Rudi I bracht deze in zijn proclamatie de grote wens tot uiting dat Azewijn de mogelijkheid zou worden geboden via een nieuw bestemmingsplan leefbaar te blijven door eigen groei op te vangen en een paar bejaardenwoningen te bouwen. Na de proclamatie werd door een groot aantal artiesten een zeer geslaagde pronkzitting gebracht. De Moeselbluumkes die voor het eerst optraden onder hun nieuwe naam Jägerwiefkes (deze naam wordt nog steeds gebruikt), brachten een dansnummer met masker achter het hoofd. Verder hadden deze avond hun debuut: Mieke Kobessen en Jos Venus (Jüpke). De dansmarietjes in de nieuwe samenstelling bestaande uit Ans Venus, Monique de Lange, Bernadette Westerveld en Irma Kock o.l.v. Jeannet Tiggelovend (zij nam het over van Gerry Messing). | + | Na de installatie van prins Rudi I bracht deze in zijn proclamatie de grote wens tot uiting dat Azewijn de mogelijkheid zou worden geboden via een nieuw bestemmingsplan leefbaar te blijven door eigen groei op te vangen en een paar bejaardenwoningen te bouwen. Na de proclamatie werd door een groot aantal artiesten een zeer geslaagde pronkzitting gebracht. De Moeselbluumkes die voor het eerst optraden onder hun nieuwe naam Jägerwiefkes (deze naam wordt nog steeds gebruikt), brachten een dansnummer met masker achter het hoofd. Verder hadden deze avond hun debuut: Mieke Kobessen en Jos Venus (Jüpke). De dansmarietjes in de nieuwe samenstelling bestaande uit Ans Venus, Monique de Lange, Bernadette Westerveld en Irma Kock o.l.v. Jeannet Tiggelovend (zij nam het over van Gerry Messing). |
De jeugd van Azewijn kwam op zondag 22 januari bijeen om de nieuwe jeugdprins te kiezen. Tot jeugdprins werd gekozen: prins Robert I (Rob Venus). | De jeugd van Azewijn kwam op zondag 22 januari bijeen om de nieuwe jeugdprins te kiezen. Tot jeugdprins werd gekozen: prins Robert I (Rob Venus). | ||
Regel 156: | Regel 156: | ||
De receptie ter gelegenheid van het 11-jarig bestaan vond plaats op zondag 29 oktober 1978. Alle plaatselijke verenigingen en verscheidene carnavalsverenigingen uit de regio maakten van de gelegenheid gebruik om de jubilerende vereniging te feliciteren. Na de receptie gingen enkele leden van de [[De Ezelsköp|Lengelse carnavalsvereniging]] er met een aanhangwagen vol attributen van de Vossenjagers vandoor. De aanhangwagen werd later ergens tussen Azewijn en [[Lengel]] gehavend in een greppel teruggevonden. Volgens de overlevering heeft Lengel de rekening hiervoor gepresenteerd gekregen. | De receptie ter gelegenheid van het 11-jarig bestaan vond plaats op zondag 29 oktober 1978. Alle plaatselijke verenigingen en verscheidene carnavalsverenigingen uit de regio maakten van de gelegenheid gebruik om de jubilerende vereniging te feliciteren. Na de receptie gingen enkele leden van de [[De Ezelsköp|Lengelse carnavalsvereniging]] er met een aanhangwagen vol attributen van de Vossenjagers vandoor. De aanhangwagen werd later ergens tussen Azewijn en [[Lengel]] gehavend in een greppel teruggevonden. Volgens de overlevering heeft Lengel de rekening hiervoor gepresenteerd gekregen. | ||
+ | |||
+ | === 1979: Het twaalfde carnavalsjaar === | ||
+ | Op 17 november 1978 werd Appie Hendriksen gekozen tot prins van het jaar [[1979]]. Dit was de eerste keer dat bij een stemming een kandidatenlijst van vijf personen werd gevormd waaruit bij een tweede stemming de prins werd gekozen. Op de pronkzittingsavonden van 13 en 14 januari 1979 werden tijdens de prinspresentatie vijf kandidaten voorgesteld: Sieb de Lange, Jozef Welling, Wim Soeter, Alex Gerritzen en Appie Hendriksen. In de sketch die als thema "Heidi" had, kwam uiteindelijk de prins tevoorschijn. Hierna werd de prins geïnstalleerd door de prins van het afgelopen jaar, Rudi Klein Obbink. Het was de eerste keer dat een oud-prins zijn opvolger installeerde. In voorgaande jaren gebeurde dit altijd door de voorzitter van de Raad van Elf. | ||
+ | |||
+ | Na het voorlezen van de proclamatie, waarin prins Appie I beloofde voor kinderaanwas te zorgen, boden de D-pupillen (waarvan Appie leider was) een cadeau en een bos bloemen aan. Verder waren er in de loop van de avond optredens van: De Zwaantjes, Striekdeuske, De Achterklep, Vrouw Jansen Klets & Co, De Lijsters, Dirk en Mina, Natje en Dreugje, Striekhöltje, De Fienen, De Hofkapel en de Jägerwiefkes. De Zwaantjes (buurmannen van de prins) brachten Het Zwanenmeer, waarbij de elfde man vervangen moest worden aangezien de prins altijd had mee geoefend. Hij werd vervangen door zijn vrouw Loes. Prins Appie gaf onder meer onderscheidingen aan medebestuursleden van [[Vv Den Dam]] en aan zijn vader. | ||
+ | |||
+ | Tijdens de pronkzitting ontvingen het bestuur en de Raad van Elf uit handen van de prins hun nieuwe ambtsketen met daarop een Vossekop en het jaartal van de oprichting: [[1967]]. Aan het einde van de avond werd de prins door zijn gevolg voor het eerst naar huis gebracht. In de jaren die volgden werd dit een traditie. | ||
+ | |||
+ | Henk Eefting uit [[Klein-Azewijn]] werd tot jeugdprins gekozen en stond in het middelpunt van de belangstelling tijdens de jaarlijkse kinderoptocht die gehouden werd op zaterdag 24 februari. Na de optocht werden Bart Baars en Franco Huntink door de prins onderscheiden. Op zaterdag en zondag waren de gekostumeerde balavonden bij Wim van Clé weer overvol bezet. | ||
+ | |||
+ | In het kader van [[600 Jaar Stad]] in [['s-Heerenberg]] nam de prins met alle buurtprinsen deel aan de optocht die ter gelegenheid van dit feest in 's-Heerenberg werd gehouden. | ||
+ | |||
+ | === 1980: Het dertiende carnavalsjaar === | ||
+ | In [[1980]] was Gert Welling (Gert II) prins van de Vossenjagers. Tijdens de prinspresentatie stond de buurtbus, die pas het enige openbaar vervoermiddel was geworden, centraal. Jan Raben, Marinus Schoemaker en Jozef Welling brachten een parodie op deze buurtbus. Het zou de laatste keer zijn dat Annie Messing met deze groep de opkomst verzorgde. Ze werd in [[1981]] opgevolgd door de [[Toneelvereniging Ons Genoegen]]. | ||
+ | |||
+ | Na de installatie en de proclamatie van de prins volgde een avond met een keur aan artiesten van eigen bodem. Hein en Josefien Overbeek hadden een eenmalig optreden. Ook de "Waswieven" waren weer present (Annie en Gerry Messing) en brachten het liedje "Azem mien Dörpke" (melodie van Ulft blif Ulft) ten gehore. | ||
+ | |||
+ | Tijdens de pronkzitting nam Wim Soeter afscheid als bestuurslid en Frans Wezendonk als lid van de Raad van Elf. De heren werden opgevolgd door respectievelijke Appie Hendriksen en Wim Wicherink, terwijl Hans Giezenaar als reserve van de Raad van Elf de plaats van Gert Welling mocht innemen. | ||
+ | |||
+ | Tijdens de optocht werd prins Gert II vergezeld door de jeugdprins Nico I (Nico Kobessen) en zijn adjudant Edwin Messing. Prins en jeugdprins waren in nieuwe capes gestoken. De dansmarietjes werden als groep geheel vervangen en het aantal van vier werd uitgebreid tot zes personen: Petra Tiggelovend, Judith Soeter, Anjo Weijers, Ingrid Winters, Miriam Kobessen en Marion Bekker. Na de optocht was er bij Alofs voor het eerst een jeugdpronkzitting. Hier bracht Harm Welling (zoon van prins Gert II) het liedje "Ik ben de enige echte zoon van de prins" ten gehore. Het gekostumeerde bal op de zaterdag- en zondagavond was wederom een groot succes. | ||
== De vereniging == | == De vereniging == |
Versie van 4 apr 2024 om 06:43
Carnavalsvereniging de Vossenjagers is de carnavalsvereniging uit Azewijn.
Inhoud
- 1 Geschiedenis
- 1.1 Voor de oprichting
- 1.2 1967: De oprichting
- 1.3 1968: Het eerste carnavalsjaar
- 1.4 1969: Het tweede carnavalsjaar
- 1.5 1970: Het derde carnavalsjaar
- 1.6 1971: Het vierde carnavalsjaar
- 1.7 1972: Het vijfde carnavalsjaar
- 1.8 1973: Het zesde carnavalsjaar
- 1.9 1974: Het zevende carnavalsjaar
- 1.10 1975: Het achtste carnavalsjaar
- 1.11 1976: Het negende carnavalsjaar
- 1.12 1977: Het tiende carnavalsjaar
- 1.13 1978: Het elfde (jubileum) carnavalsjaar
- 1.14 1979: Het twaalfde carnavalsjaar
- 1.15 1980: Het dertiende carnavalsjaar
- 2 De vereniging
- 3 De prinsen en hun motto's
- 4 Jeugdprinsen
- 5 Externe link
- 6 Bronnen
Geschiedenis
Voor de oprichting
De voorloper van het carnaval in deze regio was vastenavond of vastelavond. Carnaval was tot de vijftiger jaren een feest wat voornamelijk in het Duitse Rijnland en de zuidelijke provincies Noord-Brabant en Limburg werd gevierd. In die jaren drong het carnavalsfeest langzaam naar het katholieke deel van het gebied boven de grote rivieren door. In 1955 werd dan ook in 's-Heerenberg carnavalsvereniging D' Olde Waskupen als eerste carnavalsvereniging van de Achterhoek opgericht.
In Azewijn was er nog geen sprake van carnaval. In die tijd was Azewijn namelijk nog stevig in de ban van de Kerk en vierde tijdens het carnavalsweekend het veertigurengebed als een devote voorbereiding op de vastentijd. Pastoor Heinink wilde toen nog van geen wijken weten, om het veertigurengebed in de ruilen voor het heidense carnavalsfeest. In de ogen van de Kerk, vooral in die van de pastoor, gebeurden er dan allerlei dingen die het daglicht niet konden verdragen. Hij sprak daar vanaf de preekstoel ook openlijk schande van. Echter, voornamelijk bij de jeugd werd de behoefte aan een eigen carnavalsfeest met een bijbehorende vereniging steeds groter.
1967: De oprichting
Alle reeds bestaande Azewijnse verenigingen staken in 1967 de koppen bij elkaar en belegden een bijeenkomst op 12 en 30 oktober 1967 bij Café Wim Berntsen, respectievelijk Café Wim Alofs om tot oprichting van een carnavalsvereniging te komen.
De carnavalsvereniging werd opgericht op 6 november 1967 met Wim de Lange als voorzitter en Cor van de Mölder (Berntsen) als secretaris. Wim van Clé (Berntsen) werd de eerste prins en de eerste avond was bij Alofs. Het heeft uiteindelijk nog wel wat moeite gekost om pastoor Heinink te overreden om toestemming te geven, want hij hield van het veertigurengebed als opmaat voor de vastentijd.
De nieuwe secretaris Cor Berntsen werd direct belast met het notuleren van de vergadering. Aangezien Cor niet gerekend had op deze functie, werd hier voor het eerst gebruik gemaakt van het Möllebuukske. Tijdens de twintig dienstjaren van Cor als secretaris van de vereniging, is niet meer van dit boek afgeweken. Het Möllebuukske van Cor van de Mölder werd namelijk het notulenboek van de vereniging.
Tijdens de vergadering van 10 december 1967 werd uit de namen Laakdempers, Dröpmulekes en Vossenjagers de laatste als verenigingsnaam gekozen.
De planning van de eerste carnavalsavond gaf al bijna een conflict met pastoor Heinink. Gezien het relatief vroeg tijdstip dat het feest beëindigd moest worden, wilde men graag op tijd beginnen. Echter was er een probleem met de avondmis van half acht. Men wilde deze graag vervroegen, maar de pastoor gaf geen krimp. Daarom het compromis: acht uur de zaal open, maar de prins mocht pas om elf over half negen komen. Zodoende hadden de kerkgangers de gelegenheid om dit ook nog mee te kunnen maken.
Eerste bestuur
- Voorzitter: Wim de Lange
- President: Wim de Lange
- Secretaris: Cor Berntsen
- Penningsmeester: Jan Raben
- Bestuurslid: Gert Jansen
- Bestuurslid: Mart Tiggelovend
Eerste Raad van XI
- Jan Jansen (Voorzitter Raad van XI)
- Guus Ketelaar
- Jan Knippers
- Bennie Messing
- Geert Meijer
- Gert Venhoeven
- Nol Tiggelovend
- Jan Roelofzen
- Jan Hansen
- Wim Hondtong
- Jan de Lange
Nadat op 16 december 1967 Wim van Clé (Berntsen) tot de eerste prins was gekozen, konden de voorbereidingen voor het eerste carnavalsjaar beginnen. De vereniging was opgericht, de prins gekozen, maar verder had men nog weinig ervaring met alle overige zaken. Er werd besloten om de kunst af te kijken bij buurtvereniging De Dösvlègels in Beek. Met het nieuwe bestuur en de nieuwbakken prins bezocht men de pronkzitting op 11 januari 1968 te Beek. Later die maand werd ook nog Kevelaer in Duitsland bezocht om in een winkel aldaar de steken en stof voor de capes te kopen. Aangezien er nog geen financiële middelen beschikbaar waren, werd het geld voor deze attributen voorgeschoten door Wim van Clé (90 Duitse Mark) en door Cor Berntsen (100 Duitse Mark).
De carnavalsavond in Azewijn zelf begon, zoals nu nog steeds gebruikelijk is, met de prinspresentatie. Het bestuur had een handkar met daarop een vos gemaakt. Deze werd in de optocht door de zaal getrokken. In de vos bevond zich Wim Messing, die met een prinsenveer de suggestie moest wekken dat de prins zich op deze kar bevond. Tevens liepen er nog twee onherkenbaar verklede figuren bij: Marinus Schoemaker en Wim van de Mölder (Berntsen). Zodoende was bij iedereen de verwarring compleet. De echte prins was met zijn groep als duivel verkleed in de zaal. Nadat Marinus en Wim waren gedemaskeerd, meende eenieder dat de prins in de vos zou zitten. Als soort van afleiding werd hierna de zaal een aantal keren in het duister gehuld zodat de nieuwe prins alle gelegenheid kreeg onopgemerkt het podium op te komen. Toen alle aanwezigen verwachtten dat de prins uit de vos zou komen sprong prins Willem I (Wim van Clé) plotseling uit de coulissen tevoorschijn. De eerste buutreedners op deze avond waren Gert Hettelaar en Wim Messing onder de naam "De Drievers". Als eerste dansmarietjes traden op: Dorrie Ketelaar, Annie Venes, José Scholten en Lenie Thomassen.
Evenals het eerste carnavalsjaar was er ook dit jaar één carnavalsavond. Deze avond werd nu gehouden in het café van Wim Berntsen. De opkomst was voor de prins (Louis I, Louis Delleman) van dit jaar een probleem. Hij had namelijk met de buurt afgesproken om verkleed als Marokkaan naar de carnavalsavond te gaan. Aangezien Louis een tweelingbroer had, die als twee druppels water op hem leek, nam deze zijn plaats in bij de buurtgroep. Terwijl iedereen dacht dat Louis in de zaal aanwezig was, genoot hij bij Mariet van Clé (Berntsen) in de keuken van een lekker kopje koffie en wachtte hij rustig op de dingen die zouden komen. Louis stond d.m.v. een walkietalkie in verbinding met het bestuur in de zaal. Het was de bedoeling dat een Apollo-raket, die aan het plafond hing naar beneden zou worden gelaten, waarna de prins direct van achter in de zaal zou opkomen. De techniek liet ons echter dat jaar in de steek. Omdat de walkietalkies dienstweigerden, stond de raket al geruime tijd op de grond terwijl de prins maar niet verscheen. Toen het bestuur van de schrik was bekomen, werd Cor Bertnsen naar de keuken gestuurd om de prins op te halen zodat de avond alsnog doorgang kon vinden. De carnavalsavond werd goed bezocht en was een groot succes.
Op de jaarvergadering van 13 maart 1969 werd voorgesteld om op zaterdagmiddag een kinderoptocht te houden; te beginnen in 1970. In de notulen van deze jaarvergadering werd de mening van Jan Jansen opgenomen om de deelnemers aan de optocht niet aan leeftijd te binden.
Tijdens de ledenvergadering van 4 januari 1970 werd besloten de kinderoptocht dit jaar voor het eerst te organiseren. De 'oude prins' van het afgelopen jaar zou aan deze optocht deelnemen met zijn nieuwe Raad van Elf. Voor de optocht van 1970 zou dus prins Louis I op de prinsenwagen plaatsnemen, geassisteerd door de eerste jeugdprins Tonnie I (Tonnie ten Have).
De eerste optocht was geslaagd en voor herhaling vatbaar. Het feit dat er geen prijzen te verdienen waren deed geen afbreuk aan het enthousiasme van de deelnemers. Na de optocht werd iedereen, groot en klein, onthaald in zaal Alofs, waar jeugdprins Tonnie I zijn proclamatie voorlas. Aan het eind van deze gezellige middag nam Louis I afscheid als prins van de Vossenjagers.
Verder vond er dit jaar binnen de Raad van Elf een belangrijke wijziging plaats. Guus Ketelaar nam het voorzitterschap over van Jan Jansen.
Op de ledenvergadering van 4 januari 1970 werd in een vrije stemming Bertus Klein Obbink (Lambertus I) als prins gekozen. Enkele dagen na deze stemming werd Bertus officieel als prins gevraagd door secretaris Cor Berntsen, die op de boerderij van Klein Obbink aan de Op den Dam was om meel te brengen. Zoon Rudi, die het gesprek van beide heren op de achtergrond aandachtig had gevolgd, wist toen wie de volgende prins van de Vossenjagers zou worden. Hij heeft echter nooit zijn mond voorbijgepraat.
Terwijl in Azewijn het carnaval een paar jaar draaide, probeerde mens dit jaar in buurtdorp Netterden ook een carnavalsavond te organiseren. Deze zou worden gehouden op carnavalszondag in zaal Terhorst. Daar Netterden nog geen prins met hofhouding had, vroeg Terhorst via zijn zwager Wim van Clé (Berntsen) aan de Vossenjagers om deze avond op te luisteren. Die avond was prins Lambertus I compleet met het bestuur en de Raad van Elft tijdig in de zaal aanwezig. De bevolking van Netterden die daarna beetje bij beetje de zaal vulde ergerde zich verschrikkelijk aan de aanwezigheid van dit Azewijnse gezelschap dat maar al te nadrukkelijk aanwezig was. De situatie veranderde de hele avond niet zodat de stemming er dan ook niet echt inkwam. Dit historische gebeuren werd later in de notulen kort samengevat: "... Bestuur, raad en Prins zijn zondag naar Netterden geweest en werden daar vrij koel ontvangen. De Vossenjagers hebben zich er waardig gedragen ....
Een opmerkelijk gebeurtenis tijdens de regeringsperiode van prins Lambertus I was dat pastoor Heinink de parochie verliet en werd opgevolgd door pastoor Van Hal, die op de ledenvergadering van 29 november 1970 voor het eerst welkom geheten werd. Tevens kreeg de prins dat jaar een nieuwe scepter aangeboden in de vorm van een vossenkop. Deze "Vossekop" werd de opvolger van de oude scepter (een geweer).
Gert Fenneman werd de opvolger van Prins Lambertus I. Het overhandigen van de prinsattributen was de eerste jaren een probleem omdat 's middags de scheidende prins de optocht aanvoerde terwijl 's avonds de nieuwe prins werd geïnstalleerd. Daar de beide boerderijen van genoemde heren door weilanden aan elkaar grensden, werd het probleem dit jaar als volgt opgelost. Na met elkaar telefonisch contact te hebben gehad, liepen beide collega's in het donker gelijktijdig door de weilanden naar elkaar toe. Halverwege overhandigde oud-prins Lambertus I de cape, scepter en steek aan zijn opvolger Prins Gert I. Hierna keerde ieder weer huiswaarts en had de overgave zich in het uiterste geheim voltrokken.
's Avonds gingen Gert en Marie Fenneman samen met de buurt als Abraham verkleed naar het carnavalsbal. Uit het front van de nieuwe gymzaal, dat op het podium in zaal Berntsen was opgebouwd, kwam de prins tevoorschijn. Dit gebeurde nadat het Azewijnse raadslid, Teun Venes, de gymzaal symbolisch had geopend. Een jury, waarin ook oud-pastoor Heinink zitting had, beoordeelde later deze avond de verklede carnavalisten.
De jeugdprins van dit jaar was Albert Sinderick. Hij vergezelde 's middags tijdens de optocht Prins Lambertus I en 's avonds tijdens de carnavalsavond prins Gert I.
Tijdens de jaarvergadering die op 21 maart 1971 bij café Berntsen werd gehouden, nam Jan Raben afscheid als penningmeester. Hij werd opgevolgd door Gert Jansen, die op zijn beurt weer werd opgevolgd door Guus Ketelaar. Het voorzitterschap van de Raad van Elf kwam in handen van Leo Kock.
De carnavalsactiviteiten, die in de voorgaande jaren beperkt bleven tot de optocht en de carnavalsavond op zaterdag, werden uitgebreid met de zondagavond voor de jeugd en de dinsdagavond voor de bejaarden. Prins Willem II (Wim Messing) presenteerde zich aan zijn onderdanen in de vorm van een melkbus waarin hij verscholen zat. Voor deze presentatie was gekozen n.a.v. het feit dat de melkbussen dit jaar plaats moesten maken voor melkopslagtanks. Wim Messing die met zijn groep verkleed als vogelverschrikker naar het carnavalsbal ging, kleedde zich voor zijn presentatie om bij oma Berntsen. Oma Berntsen was van de situatie op de hoogte en had de kleding van de hoogheid reeds in huis.
Voor het eerst werd er dit jaar een beroep gedaan op de heer en mevrouw Gerritsen uit Zeddam om als juryleden te fungeren en de gekostumeerde groepen, paren en enkelingen op originaliteit en uitvoering te beoordelen. Dit Zeddamse echtpaar jureerde hierna nog vele jaren tot volle tevredenheid van iedereen en ze waren altijd welkome gasten tijdens het Azewijnse carnaval.
Op de carnavalsavond voor bejaarden (dinsdag) trad Gert Hettelaar voor het eerst op in de buut onder zijn carnavalsnaam Striekhöltje. Na zijn eerste optreden bij café Alofs zouden er nog vele volgen en de naam Striekhöltje werd bekend bij vele carnavalsverenigingen.
De jeugdprins van 1972 was Clemens Berntsen (Clemens I).
Tijdens de optocht van 1973 werden prins Willem II en de nieuwe jeugdprins van 1973, Eugène Venes (Eugène I), bijgestaan door vier nieuwe dansmarietjes, te weten: Anneke Alofs, Ria Bolder, Thea Tiggelovend en Adèle Lensing.
In het jaar 1973 was het de beurt aan de voorzitter en president van de vereniging om de scepter te zwaaien over het Vossendorp. Voor aannemer Wim de Lange (Willem III) gaf deze belangrijke functie normaal gesproken weinig problemen. Tijdens de prinspresentatie gebeurde er echter iets dat niemand had kunnen voorzien. Nadat Wim als president de avond had geopend verdween hij achter een laken om zich ongezien als prins te verkleden. Toen hij in zijn onderbroek stond begon Willie Geerling vanuit de zaal te filmen. Hierbij maakte hij gebruik van een felle lamp, waardoor Wim's silhouet achter het laken voor de gehele zaal duidelijk herkenbaar werd. Naar aanleiding van dit voorval werd later door de president een algeheel filmverbod tijdens de prinspresentaties afgekondigd.
Het carnaval, dat dit jaar gehouden werd in zaal Berntsen, bestond nog uit een gekostumeerd bal op zaterdagavond (voor leden) en op zondagavond (ook voor niet-leden) en de dinsdagavond voor bejaarden. Op zondagavond deed zich aan de ingang van de zaal het volgende incident voor. Een gezelschap, verkleed als prinselijke hoogheid met zijn complete gevolg, wilde deelnemen aan de feestvreugde. Gezien de ervaringen die de Vossenjagers in Netterden op hadden gedaan, leek het de president beter het gezelschap geen toegang te verlenen. Zijn verklaring hiervoor was: "Twee hanen in één hok, dat geet niet goed." Het gerucht dat dit Carnavalsvereniging De Paverts uit Zeddam betrof, kon later nooit worden bevestigd.
In de nieuwe ton bracht Gert Hettelaar, alias Striekhöltje, als enige dit jaar weer een geslaagde buut.
De Raad van Elf en het bestuur verschenen met een nieuwe steek dit jaar. De dames van de Raad van Elf en bestuur waren ook verkleed, in tegenstelling tot voorgaande jaren. Dit kwam de stemming en het aanzien zeker ten goede. Ook werden er dit jaar, zoals in de vergadering was voorgesteld, een aantal statiefoto's gemaakt aan het begin van de avond. Dit is een groot succes geworden. Tevens nam het ledenaantal toe met 135 leden. Dit is in hoofdzaak te danken aan het feit dat de inwoners van Azewijn intensiever werden bezocht waardoor ook vele bejaarden als lid genoteerd konden worden.
Tijdens de optocht van 1974 verscheen het bestuur en de Raad van Elf voor het eerst met gekleurde revers. Het bestuur was herkenbaar aan de groen/witte revers en de Raad van Elf droeg groen/gele revers. Jeugdprins tijdens deze optocht was Teun I (Teun Cornielje).
Nooit heeft een prins zijn prinsschap zo geheimgehouden als de prins van dit jaar: prins Alex I (Alexander Berntsen). Terwijl Alex druk bezig was met de voorbereidingen van zijn prinselijke toespraak, was zijn vrouw Riek niets vermoedend bezig met het vervaardigen van een "Flipje"-kostuum voor het carnavalsbal. De opkomst was dit jaar gewijd aan het bekende tv-programma Farce Majeur. Terwijl Riek deze avond verkleed als Flipje met spanning op de komst van de nieuwe prins wachtte, kreeg ze de schrik van haar leven toen bleek dat dit haar echtgenoot Alex was. Hiervan bekomen verruilde ze haar Flipje-pak voor een jurk die Alex stiekem van zijn schoonzus had geleend.
Na de prinspresentatie en het voorlezen van de proclamatie door de prins traden onder anderen Striekhöltje (Gert Hettelaar) en Striekdeuske (Willie Cornielje) op. Hierna volgde het gekostumeerde bal. De jeugdprins dit jaar was Teun I (Teun Cornielje), die 's middags nog samen met prins Willem III (Wim de Lange) de optocht aanvoerde.
Op de jaarvergadering van 22 maart 1974 in café Alofs werd door de aanwezige leden een belangrijk besluit genomen. Er werd een voorstel ingediend om op of omtrent 11 januari van ieder jaar een pronkzitting te houden. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor was dat er zich steeds meer buutreedners aandienden waarvan de optredens tijdens de balavonden niet tot hun recht kwamen. Dit voorstel werd door de vergadering zonder tegenstemmen aangenomen. Het gevolg hiervan was echter dat de prinspresentatie ook naar januari verschoof, zodat vanaf 1975 de nieuwe prins regeerde van pronkzitting tot pronkzitting. Voordat dit besluit genomen werd regeerde een prins vanaf de prinspresentatie op de balavond tot en met de carnavalsoptocht van het jaar erop. Doordat er in januari 1975 een nieuwe prins gepresenteerd werd en Wim de Lange nog in 1974 tijdens de optocht als prins fungeerde, moest prins Alex I het zonder optocht stellen.
In het jaar 1974 vond er ook een bestuurlijke wijziging plaats. Guus Ketelaar, die vanaf de oprichting lid van de Raad van Elf was, nam in het bestuur het penningmeesterschap over van Gert Jansen, die deze functie vanaf 1974 had bekleed. Gert bleef echter als bestuurslid actief voor de vereniging.
Nadat kastelein Berntsen (Willem I) en bakker Berntsen (Alex I) hem waren voorgegaan, was het nu de beurt aan molenaar Berntsen om als prins Cor I over het Vossendarp te regeren. De pronkzitting, die dit jaar voor de eerste keer gehouden werd, begon met de prinspresentatie. Prins Cor I kwam tevoorschijn uit de quiz "Wie van de drie". Deze quiz werd gebracht door Leo Kock, Gert Venhoeven en Wim Messing als de kandidaten en José Overbeek, Annie Messing, Mart Tiggelovend en Cor Berntsen als panel. Meester (Gerard) Kock was hierbij de quizmaster.
Uit de proclamatie die prins Cor I voorlas bleek dat de bouw van het nieuwe kleedlokaal van Vv Den Dam boven aan zijn verlanglijstje stond. Tevens werd het kerbestuur aangeraden grond aan de gemeente te verkopen voor nieuwbouw om zo de vergrijzing van Azewijn tegen te gaan. De gemeente op hun beurt moest maar eens opschieten met de riolering en de verlichting.
De buutreedners tijdens deze eerste pronkzittingsavond waren: Wim Messing en Henk Wissink (Tes en Alexander), Gert Hettelaar en Willie Cornielje (Striekhöltje en Striekdeuske), Dinie Esman, Beernd Geerling (als pastoor) en de dames van de Raad van Elf (De Kletswieven). Het programma duurde tot kort voor middernacht waarna er nog gelegenheid was om op de muziek van de Hofkapel, o.l.v. Toon Roelofs, te dansen.
Aangezien 1975 het jaar van de brouw was, werd er door de jeugd dit jaar een prinses gekozen; prinses Karin I (Karin de Lange). De Raad van Elf was voor zijn doen bijzonder actief en bouwde een splinternieuwe prinsenwagen, waarvan prins Cor I en prinses Karin I als eersten gebruik mochten maken. In voorgaande jaren werd nog de prinsenwagen van Zeddam gebruikt. De optocht was, zoals in het Möllebuukske vermeldt, niet groter maar wel beter afgewerkt dan voorheen. Een bijzonderheid was ook dat de prins zich voor het eerst zonder zijn echtgenote presenteerde. Vroeger vergezelde zij wel de prins met steek of kroon op het hoofd en droeg zij een korte cape van hetzelfde donkere groene fluweel als die van de prins.
De heren van het bestuur en de Raad van Elf namen afscheid van hun oude vertrouwde streepjesbroeken waaraan, zo te zien, een geschiedenis van diverse geslachten was verbonden. Na dit jaar verschenen de heren geheel in het zwart; de gekleurde revers bleven.
Na de pronkzitting, die dit jaar nog op één avond werd gehouden, en de twee gekostumeerde avonden, was er op de dinsdag een dansavond voor bejaarden waarbij tevens voor het eerst prijzen werden uitgereikt voor de best verklede eenlingen, paren en groepen. Na dit jaar zou deze dinsdagavond weer komen te vervallen.
De carnavalsvereniging was dit jaar wel bijzonder actief. Een groot aantal zaken die op de vergaderingen van 3 maart en 21 november 1975 voorgesteld waren, werden dit jaar uitgevoerd. Prins Hein I (Hein Overbeek) kreeg een nieuwe cape met steek. De dansmarietjes kregen nieuwe pakjes en de Raad van Elf en het bestuur verschenen in effenzwarte broeken. Ook werd voor het eerst gebruik gemaakt van een eigen hofkelner voor de prins en zijn gevolg. Toon Winters werd bereid gevonden deze zware taak op zich te nemen. Het besluit om de president in een nieuwe witte jas te steken werd overigens bij gebrek aan financiële middelen met een jaar uitgesteld.
Wegens het succes van de pronkzitting van voorgaand jaar, werden er dit jaar twee avonden gehouden, op 10 en 11 januari 1976, in zaal Alofs. Prins Hein I kwam tevoorschijn uit een kinderwagen van eigen fabricaat. Deze kinderwagen werd gebruikt in het toneelstuk "De Kraamkliniek". Naast optredens van Striekhöltje en Striekdeuske en Ted en Alexander was er een debuutoptreden van de Fienen (Josefien Overbeek en Josefien Evers) en van de muzikale jeugd o.l.v. Herman Heister. De Hofkapel zorgde voor de muzikale noot. De dames van de Raad van Elf en het bestuur traden op onder de naam Moeselbluumkes. Ze hadden de oude streepjesbroeken van hun echtgenoten aangetrokken en brachten een lied ten gehore.
Tijdens een van de carnavalsavonden werden Prins Hein I en president Wim de Lange door dhr. Jo Gerritsen verrast met een prachtige koperets met het gezegde: "Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen".
Op 15 februari 1976 werd Wiljo Soeters door de Azewijnse jeugd gekozen tot jeugdprins.
Voor de optocht werd de carnavalswagen door de Raad van Elf overgeschilderd en ter beveiliging voorzien van zijborden die de wielen afschermden.
Tijdens de prinsverkiezing op 11 november 1976 werd Leo Kock gekozen als prins van De Vossenjagers voor het carnavalsjaar 1977. Voor Leo Kock, die als voorzitter van de Raad van Elf samen met Wim de Lange het stembureau vormde, kwam dit prinsschap niet als complete verrassing. Bij het tellen van de stemmen werd hem langzaam maar zeker duidelijk dat het komende jaar deze zware taak door hem vervuld diende te worden. Om echter het bestuur en de Raad van Elf wat zand in de ogen te strooien, achtte voorzitter Wim de lange het noodzakelijk om een tweede (overbodige) stemming te houden. Tijdens de pronkzittingsavonden die op 15 en 16 januari van 1977 in het Vossenhol bij zaal Berntsen gehouden werden, werd door een waarzegster de nieuwe prins geïntroduceerd. De rol van waarzegster werd gespeeld door Annie Messing die tevens de tekst voor deze sketch had geschreven. Verder verleenden ook Jan Raben, Marinus Schoemaker en Gert Venhoeven hun medewerking.
De voorzitter van de Raad van Elf moest dit jaar afzien van het installeren van de nieuwe prins. Deze taak werd op waardige wijze overgenomen door vicevoorzitter Alex Berntsen.
President Wim de Lange kreeg van de vereniging een echte presidentenjas, die hem tijdens de pronkzitting door secretaris Cor Berntsen werd overhandigd.
Dit jaar maakten de dames Annie Welling-Winters en Paulien Winters-Welling hun geslaagde debuut als Natje en Dreugje. Ze brachten, als twee dames aan de borrel, een stukje dorpspolitiek.
Na de optocht, die werd aangevoerd door jeugdprins Rob I (Rob de Lange), kreeg de jeugd in het Vossenhol een traktatie. Zaterdag- en zondagavond was er een gekostumeerd bal waarbij de best verklede carnavalisten weer door het echtpaar Gerritsen werden beoordeeld.
Op de jaarvergadering van 28 maart 1977 nam Gert Jansen, die vanaf de oprichting zitting had in het bestuurd, na 10 jaar afscheid. Hij werd opgevolgd door Wim Soeter. Ook werden de eerste voorbereidingen getroffen voor het 11-jarig bestaan van de vereniging.
Bij het carnavalsgebeuren speelt het getal "11" een belangrijke rol. Jubilea worden gevierd na 11 jaar of een veelvoud hiervan. Dit jaar (1978) vierden de Vossenjagers hun 11-jarig bestaan o.l.v. prins Rudi I (Rudi Klein Obbink). De pronkzitting stond in het teken van de riolering, een gemak dat aan Azewijn jarenlang onthouden was. Alle prinsen van de afgelopen jaren kwamen tijdens de prinspresentatie in zaal Alofs vanuit het riool tevoorschijn en maakten hun bevindingen als oud-prins bekend. De nieuwe prins kwam echter tot ieders verbazing uit een put.
Na de installatie van prins Rudi I bracht deze in zijn proclamatie de grote wens tot uiting dat Azewijn de mogelijkheid zou worden geboden via een nieuw bestemmingsplan leefbaar te blijven door eigen groei op te vangen en een paar bejaardenwoningen te bouwen. Na de proclamatie werd door een groot aantal artiesten een zeer geslaagde pronkzitting gebracht. De Moeselbluumkes die voor het eerst optraden onder hun nieuwe naam Jägerwiefkes (deze naam wordt nog steeds gebruikt), brachten een dansnummer met masker achter het hoofd. Verder hadden deze avond hun debuut: Mieke Kobessen en Jos Venus (Jüpke). De dansmarietjes in de nieuwe samenstelling bestaande uit Ans Venus, Monique de Lange, Bernadette Westerveld en Irma Kock o.l.v. Jeannet Tiggelovend (zij nam het over van Gerry Messing).
De jeugd van Azewijn kwam op zondag 22 januari bijeen om de nieuwe jeugdprins te kiezen. Tot jeugdprins werd gekozen: prins Robert I (Rob Venus).
De optocht die zaterdagmiddag 4 februari door de Azewijnse straten trok had veel bekijks. Veertien wagens afgewisseld met groepen, drie muziekkorpsen en veel jeugd zorgden voor een prima presentatie, waarbij de dorpspolitiek met de dreigende vergrijzing één van de hoofdpunten was. Daarom was op De Laak een metershoge ooievaar geplaatst om door zijn aanwezigheid de jonge paartjes te inspireren. In verband met de aanleg van de riolering moest dit jaar van de vertrouwde route worden afgeweken.
Na de optocht verzamelden alle carnavalisten zich in zaal Alofs. De kinderen werden getrakteerd op diverse sprekers, waaronder pastoor Van Hal, Jos Venes (raadslid en vertegenwoordiger van de burgermeester) en schoolhoofd Kock. 's Avonds was er, zoals vanouds, een gekostumeerd bal voor de leden en zondags een gekostumeerd bal voor niet-leden en jeugd.
De receptie ter gelegenheid van het 11-jarig bestaan vond plaats op zondag 29 oktober 1978. Alle plaatselijke verenigingen en verscheidene carnavalsverenigingen uit de regio maakten van de gelegenheid gebruik om de jubilerende vereniging te feliciteren. Na de receptie gingen enkele leden van de Lengelse carnavalsvereniging er met een aanhangwagen vol attributen van de Vossenjagers vandoor. De aanhangwagen werd later ergens tussen Azewijn en Lengel gehavend in een greppel teruggevonden. Volgens de overlevering heeft Lengel de rekening hiervoor gepresenteerd gekregen.
Op 17 november 1978 werd Appie Hendriksen gekozen tot prins van het jaar 1979. Dit was de eerste keer dat bij een stemming een kandidatenlijst van vijf personen werd gevormd waaruit bij een tweede stemming de prins werd gekozen. Op de pronkzittingsavonden van 13 en 14 januari 1979 werden tijdens de prinspresentatie vijf kandidaten voorgesteld: Sieb de Lange, Jozef Welling, Wim Soeter, Alex Gerritzen en Appie Hendriksen. In de sketch die als thema "Heidi" had, kwam uiteindelijk de prins tevoorschijn. Hierna werd de prins geïnstalleerd door de prins van het afgelopen jaar, Rudi Klein Obbink. Het was de eerste keer dat een oud-prins zijn opvolger installeerde. In voorgaande jaren gebeurde dit altijd door de voorzitter van de Raad van Elf.
Na het voorlezen van de proclamatie, waarin prins Appie I beloofde voor kinderaanwas te zorgen, boden de D-pupillen (waarvan Appie leider was) een cadeau en een bos bloemen aan. Verder waren er in de loop van de avond optredens van: De Zwaantjes, Striekdeuske, De Achterklep, Vrouw Jansen Klets & Co, De Lijsters, Dirk en Mina, Natje en Dreugje, Striekhöltje, De Fienen, De Hofkapel en de Jägerwiefkes. De Zwaantjes (buurmannen van de prins) brachten Het Zwanenmeer, waarbij de elfde man vervangen moest worden aangezien de prins altijd had mee geoefend. Hij werd vervangen door zijn vrouw Loes. Prins Appie gaf onder meer onderscheidingen aan medebestuursleden van Vv Den Dam en aan zijn vader.
Tijdens de pronkzitting ontvingen het bestuur en de Raad van Elf uit handen van de prins hun nieuwe ambtsketen met daarop een Vossekop en het jaartal van de oprichting: 1967. Aan het einde van de avond werd de prins door zijn gevolg voor het eerst naar huis gebracht. In de jaren die volgden werd dit een traditie.
Henk Eefting uit Klein-Azewijn werd tot jeugdprins gekozen en stond in het middelpunt van de belangstelling tijdens de jaarlijkse kinderoptocht die gehouden werd op zaterdag 24 februari. Na de optocht werden Bart Baars en Franco Huntink door de prins onderscheiden. Op zaterdag en zondag waren de gekostumeerde balavonden bij Wim van Clé weer overvol bezet.
In het kader van 600 Jaar Stad in 's-Heerenberg nam de prins met alle buurtprinsen deel aan de optocht die ter gelegenheid van dit feest in 's-Heerenberg werd gehouden.
In 1980 was Gert Welling (Gert II) prins van de Vossenjagers. Tijdens de prinspresentatie stond de buurtbus, die pas het enige openbaar vervoermiddel was geworden, centraal. Jan Raben, Marinus Schoemaker en Jozef Welling brachten een parodie op deze buurtbus. Het zou de laatste keer zijn dat Annie Messing met deze groep de opkomst verzorgde. Ze werd in 1981 opgevolgd door de Toneelvereniging Ons Genoegen.
Na de installatie en de proclamatie van de prins volgde een avond met een keur aan artiesten van eigen bodem. Hein en Josefien Overbeek hadden een eenmalig optreden. Ook de "Waswieven" waren weer present (Annie en Gerry Messing) en brachten het liedje "Azem mien Dörpke" (melodie van Ulft blif Ulft) ten gehore.
Tijdens de pronkzitting nam Wim Soeter afscheid als bestuurslid en Frans Wezendonk als lid van de Raad van Elf. De heren werden opgevolgd door respectievelijke Appie Hendriksen en Wim Wicherink, terwijl Hans Giezenaar als reserve van de Raad van Elf de plaats van Gert Welling mocht innemen.
Tijdens de optocht werd prins Gert II vergezeld door de jeugdprins Nico I (Nico Kobessen) en zijn adjudant Edwin Messing. Prins en jeugdprins waren in nieuwe capes gestoken. De dansmarietjes werden als groep geheel vervangen en het aantal van vier werd uitgebreid tot zes personen: Petra Tiggelovend, Judith Soeter, Anjo Weijers, Ingrid Winters, Miriam Kobessen en Marion Bekker. Na de optocht was er bij Alofs voor het eerst een jeugdpronkzitting. Hier bracht Harm Welling (zoon van prins Gert II) het liedje "Ik ben de enige echte zoon van de prins" ten gehore. Het gekostumeerde bal op de zaterdag- en zondagavond was wederom een groot succes.
De vereniging
Bestuur 2024
Raad van XI 2024
|
Hofdames 2024
Dansmarietjes 2024
Hofkelners 2024
|
De prinsen en hun motto's
|
|
|
Jeugdprinsen
|
|
Externe link
Bronnen
- Azem van 't Hof tot heden
- Jubileumboek 22 jaar Carnavalsvereniging De Vossenjagers